[anysurfer.logo]

Toolbox Diversiteit

Een bundeling van tools en methodieken voor diversiteitsmedewerkers in het jeugdwerk.
Home

Soorten en voorbeelden

Experiment in het jeugdwerk

Vlaanderen kent een bijzonder rijk aanbod aan initiatieven voor kinderen en jongeren. Toch zijn er nog lacunes. De visienota over diversiteit in/en het jeugdwerk vermeldt er een aantal:

  • Niet op alle plekken is het jeugdwerk even sterk aanwezig. Er zijn grote verschillen tussen gemeentes en regio’s in het aantal jeugdwerkinitiatieven per inwoner. Ook in de kansarme buurten van de steden staan de waardevolle initiatieven niet in verhouding tot de groeiende groep kinderen en jongeren.

  • Kinderen en jongeren die opgroeien in kwetsbare situaties hebben nood aan vrijetijdsbesteding waar ze ook op weekavonden en/of aansluitend op de schooltijd terecht kunnen. Verschillende organisaties richten op die momenten al een dergelijk aanbod in of slaan er bruggen naar. Toch speelt het lokaal jeugdwerk zich nog altijd voornamelijk af in het weekend en de vakantie. Het aantal naschoolse initiatieven staat dus niet in verhouding tot de groeiende noden van kinderen en jongeren op dat vlak.

  • We merken ook ‘groepen’ van kinderen en jongeren voor wie er duidelijke lacunes zijn tussen ‘vraag’ en ‘aanbod’. Een aantal zijn al langer bekend: 
      • duidelijke kloof tussen vraag en aanbod voor kinderen en jongeren met een handicap.
      • We weten dat binnen bepaalde doelgroepen meisjes minder participeren aan jeugdwerk dan jongens.
      • We weten dat jongeren die opgroeien in armoede over minder aanbod beschikken dat inspeelt op hun noden en wensen.
      • Datzelfde geldt voor jongeren met een migratieachtergrond uit de tweede, derde en ondertussen vierde generatie.
      • Ook weten we dat het jeugdwerk jongeren met meer ernstige moeilijkheden of met een meervoudige problematiek moeilijker bereikt.

Naast deze gekende doelgroepen, vormen een aantal minder bekende doelgroepen een blinde vlek voor de jeugdwerksector en het jeugdwerkbeleid. Heel wat verschillende nationaliteiten vinden maar met mondjesmaat de weg naar het jeugdwerk. Ook jongeren meteen psychische kwetsbaarheid en jongeren die verschillende problematieken combineren blijven soms onder de radar.

Jeugdwerkorganisaties zetten dan ook nieuwe initiatieven en experimenten op om de gaten tussen vraag en aanbod te te dichten. Enkele voorbeelden: 

Voorbeelden experimenten jeugedwerk

Hoe komt vernieuwing tot stand?

Jeugdwerkorganisaties staan natuurlijk dicht bij kinderen en jongeren en houden zo vinger aan de pols. Op basis van de noden vanuit kinderen en jongeren ontwikkelen ze nieuwe vormen van aanbod of boren ze nieuwe thema’s aan.

  • Stampmedia en Uit De Marge creëerden een aanbod over ‘complottheorieën’ bij jongeren
  • Partage en couleurs uit Zellik ontwikkelde Radio mixed-up om jongeren te leren argumenteren en praten voor een publiek
Ook is er binnen het jeugdwerk een sterke gedrevenheid om het bestaande aanbod tot bij nieuwe doelgroepen te brengen. Zo ontwikkelde Grafitti Jeugddienst een mobiele hip hop studio om ook in kleinere steden te kunnen werken. KLJ gaat na of er lokale noden zijn om een jeugdbeweging op te richten. Chirojeugd Vlaanderen werkt met lokale partners aan een nieuwe groep voor Borgerhout.

Chirojeugd Vlaanderen schreef ook een brochure over haar vernieuwende projecten in Brussel en Gent (Chiro: dat is wat ons bin(d)t!) Ook omgekeerd zijn er initiatieven om nieuwe groepen toe te leiden naar het bestaande aanbod (via partnerschappen, laagdrempelige kennismaking en initiatie …).

  • Informatiefolders over het aanbod in andere talen
  • Initiatiesessies in de wijk
  • Toeleiding vanuit het ene aanbod naar het andere 

Naast deze spontane evoluties zijn er ook meer systematische manieren om vernieuwende initiatieven te nemen. Op lokaal vlak wordt er doorgaans gewerkt met een omgevingsanalyse. De vrijetijdsmonitor en lokale statistieken zijn hierbij handige instrumenten. Op de website van de kindvriendelijke steden en gemeenten vind je heel wat bruikbare kapstokken. Andere methoden zijn:

  • Het knipperlichtenmodel is een professioneel model voor de analyse van een bepaalde buurt of gemeente. Het model inventariseert meetbare factoren zoals het inkomen, tewerkstelling en de woninginfrastructuur van de bewoners van de wijk. Aan de andere kant polst het model naar kwalitatieve factoren zoals de woonomgeving, de relatie tussen de buurtbewoners en de beeldvorming in en over de buurt.

  • De ABCD-methode vertrekt vanuit de sterktes die in een buurt aanwezig zijn en gaat na hoe je die kunt samenbrengen en versterken.

  • Chirojeugd Vlaanderen ontwikkelde een brochure voor haar lokale groepen om een betere band op te bouwen met hun buurt.

  • Flanders DC bedacht een manier om trends te analyseren en deze als inspiratiebron te nemen voor creatieve oplossingen: de GPS brainstormkit 

Praktijkvoorbeeld Bruggen voor jongeren
Eind 2011 namen de stad Brugge, het OCMW Brugge en het CAW Noord-West-Vlaanderen het initiatief om hun beleid en hun aanbod voor maatschappelijk kwetsbare jongeren beter op elkaar af te stemmen. Ze vormden een stuurgroep en deden een beroep op Uit de Marge vzw om het gezamenlijke traject te begeleiden. In 2012 mondden een studie en focusgroepen uit in een praktijkgericht rapport met vijf aanbevelingen: 'Brugge(n) voor jongeren. Maatschappelijk kwetsbare jongeren in Brugge: Waar staan we? Waar willen we naartoe?’ 
“De werkelijkheid is niet onveranderlijk. We moeten alleen maar beslissen of we dat ook willen"
STIJN DEVILLE

Via de LCD-toolkit kan je op een systematische manier nieuwe projecten bedenken vanuit de eindgebruiker.

Bredere beweging

De veranderingen in het jeugdwerk kan je ook koppelen aan een bredere stroom van veranderingen binnen het sociaal-cultureel werk en vanuit burgerinitiatieven. Meer informatie vind je op www.veranderalles.be en in het CSI-onderzoek www.middenveldinnovatie.be