Nog te vaak merken we te weinig diversiteit in werkgroepen, commissies, panels en bij de sprekers op studiedagen. Verrassend is dit niet. Als we enkel vergaderen tijdens de kantooruren, dan bereiken we enkel professionals en daar zit nu eenmaal weinig diversiteit. Binnen het jeugdwelzijnswerk en de zelforganisaties van mensen met een migratieachtergrond, groeit het aantal medewerkers met een divers profiel. In het brede jeugdwerk blijven diverse medewerkers de uitzondering.
Maar ook op die plekken waar diverse medewerkers aan de slag zijn, is het moeilijk om door te groeien naar een leidinggevende functie of naar het bestuur. Er zijn extra inspanningen nodig zijn om diverse profielen aan te trekken en te laten doorgroeien, dat zeggen
Foto: artikel A Seat at the table
Anderen leggen dan weer de bal in het kamp van de diverse jongeren zelf: er zijn kansen en fora genoeg om je stem te laten horen. Het is aan de jongeren om ze te grijpen en niet langer te blijven klagen aan de zijlijn. Dit meningsverschil is symptomatisch voor de kip-en-ei discussie die al langer meegaat in het jeugdwerk: sommigen zijn er van overtuigd dat organisaties pas veranderen als er ook 'vraag' naar is, anderen stellen dan weer dat er eerst organisatieverandering nodig is, voor er 'vragen' komen. Wil je proactief aan de slag om andere stemmen aan het woord te laten? We geven je hieronder enkele tips en suggesties mee.
Als we enkel academische kennis ernstig nemen, dan luisteren we alleen naar wie zijn weg vond naar binnen de universiteit en de hogeschool. En zelfs binnen die groep zit er meer diversiteit dan je kent. Via expertendatabank.nl kan je een grotere diversiteit aan experts ontdekken. De gangbare experts dragen trouwens ook verantwoordelijkheid. Ze kunnen actief doorverwijzen naar een andere expert of weigeren om deel te nemen aan all white en/of all male panels.
Maar ook buiten de academische wereld zit er veel kennis: ervaringskennis, levenswijsheid, praktijkkennis … Dit is een minstens even belangrijke bron van kennis, maar wel eentje die we minder ernstig nemen. Zo kan je werken met een opgeleide ervaringsdeskundige (zie workshop op de inspiratiedag OOG voor Armoed in september 2017). Dergelijke vormen van kennis beluisteren en benutten vergt een aantal aandachtspunten:
Bij Tokenism nodig je enkel diverse stemmen uit om te voldoen aan een externe vereiste (quota) of voor de vitrine. Je nodigt hen uit omdat het moet, niet omdat je oprecht geïnteresseerd bent in hun ervaring of expertise. Of je bombardeert iemand tot (symbolische) vertegenwoordiger van een groep. “We hebben nog iemand nodig met een migratieachtergrond voor ons inspraakmoment.”
Een andere valkuil is dat diverse mensen enkel mogen meepraten over diversiteitsissues. Maar mensen in armoede kunnen ook meepraten over de folder van je werking, mensen met een handicap hebben misschien ook zinvolle dingen te vertellen over je vrijwilligersbeleid.
Moeilijk bereikbare groepen bestaan niet. Als je toenadering zoekt tot bepaalde doelgroepen en langsgaat bij de organisaties die ze zelf oprichten of waar ze zich welkom voelen, dan word je in de regel open en gastvrij ontvangen. Soms zijn er mensen die hun stekels opzetten of testen of je het wel goed meent. Maar als je op een authentieke manier contact legt, laten ook zij hun wantrouwen varen. De sleutel is tijd en ruimte nemen. Verlaat je comfortabele werkomgeving. Zoek zelf actief contact met de mensen die je wil bereiken, eventueel met de hulp van tussenpersonen, bijvoorbeeld via de Tupperware methode.
Op verschillende manieren kan je je helemaal onderdompelen in de leefwereld van anderen. Denk daarbij aan Jobwissel, context-immersie, participerende observatie of een rondleiding in de buurt.
Een voorbeeld van zo’n buurtwandeling vind je bij Stampmedia. Vraag nooit zomaar aan een andere organisatie om jou een aantal diverse stemmen aan te leveren. Investeer in de relatie met de organisatie, ga na hoe je hen kan versterken en zorg voor een win-win situatie.
Soms gaat praten vanzelf. Soms is er een extra voorzet nodig om met elkaar in gesprek te gaan. Dan kan je conversation starters gebruiken of één van deze werkvormen:
Soms gaat praten moeilijk, maar dan zijn er nog andere werkvormen die je kan gebruiken zoals:
Hou er rekening mee dat het betrekken van andere stemmen ook kan leiden tot onverwachte kritiek, spanningen en conflict. Wie vooral leeft en werkt in homogene groepen, krijgt weinig tegenspraak en gaat ervan uit dat iedereen grosso modo dezelfde opvattingen deelt. Wie andere stemmen beluistert, kan onaangenaam verrast worden door de kijk, de ervaringen en de scherpe kritiek die ze formuleren. Als je dit niet incalculeert, dan bestaat de kans dat andere deelnemers op die momenten defensief of zelfs vijandig zullen reageren. Dit kan echter de andere stemmen ontmoedigen, omdat er voor hun inbreng geen échte plaats is. De integratieparadox heet dit verschijnsel. (Lees het MO artikel Zeg niet zomaar moslim tegen een moslim): hoe meer je je als minderheidsgroep je stem laat horen, hoe meer dit als problematisch ervaren wordt.
Organisaties nodigen andere stemmen ook uit binnen hun agendasetting en referentiekader, binnen de probleemstelling die zij formuleren en het woordgebruik dat ze hanteren. Hou ermee rekening dat mensen van buiten je organisatie deze voorafnames in vraag zullen stellen en je zullen vragen om ze kritisch onder de loep te nemen. Enkel als je kritisch naar jezelf kan kijken, kan je op een correcte en verantwoorde manier andere stemmen uitnodigen.
Vertegenwoordiging binnen het jeugdwerk en vertegenwoordiging naar de buitenwereld en de media gaan hand in hand. Als het beeld naar buiten niet divers is, dan zien diverse jongeren niet dat jeugdwerk ook iets voor hen is en voelen ze zich niet welkom. Bewust nadenken over de beeldvorming in folders, campagnes, maar ook over wie je laat spreken in naam van de organisatie, kan helpen om een diverser publiek te bereiken.
Ook de media kan hierin zijn verantwoordelijkheid nemen. Zo voerde StampMedia in opdracht van mediawijs.be (Vlaams Kenniscentrum voor Mediawijsheid) een onderzoek naar de kloof tussen stedelijke jongeren met een migratieachtergrond en de nieuwsmedia. Het onderzoek bestond uit een kwantitatieve bevraging, een focusgesprek over media en mediagebruik en een gesprek met professionele journalisten.
Het onderzoek nam ruim de tijd om zowel te luisteren naar journalisten als naar jongeren. Dialoog tussen beide groepen leidde tot wederzijds begrip. Uit de gesprekken bleek dat er wel degelijk een kloof is. Jongeren met een migratieachtergrond vinden dat ze nauwelijks een stem krijgen in de nieuwsmedia. Als ze aan bod komen, is dat volgens hen vaak in een negatieve context. Vanuit hun ervaringen in de dialooggesprekken reiken jongeren en journalisten samen een aantal oplossingen aan om de representatie van de jongeren in de media te verbeteren. Je vindt deze oplossingen uitgewerkt in acht video's via www.stampmedia.be/represent. Je vindt er ook het volledige rapport terug.