Dit artikel verscheen in Lokaal (editie oktober 2019), magazine voor lokale besturen.
Jongeren moeten jong kunnen zijn: spelen, ontmoeten, plezier maken, gewoon zichzelf zijn. Elke jongere heeft daar recht op. Jeugdwerk speelt daarin een belangrijke rol: sociale vaardigheden ontwikkelen, vriendschappen opbouwen en onderhouden, je mening onder woorden brengen en zoveel meer. Dat is niet makkelijk.
Voorzieningen en vrijetijds- en jeugdwerkorganisaties werken niet per se systematisch samen. Er kan nog veel gebeuren. De Ambrassade ging voor het project ‘Maak tijd vrij’ op zoek naar antwoorden.
Toen Steven De Tavernier op de jeugddienst van Ronse begon, zochten de vijf verschillende voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg naar zinvolle vrijetijdsbesteding voor hun kinderen en jongeren. ‘Ronse wilde onderzoeken hoe we de voorzieningen hierbij vanuit de jeugddienst konden helpen. Eerst zocht ik een organisatie die met kennis van zaken kon werken met jongeren met maatschappelijke kwetsbaarheid.
Zo kwam ik terecht bij Lejo vzw. Knap bij Lejo is dat ze altijd werken vanuit de kracht van jongeren zelf. Het grote verschil met de andere jeugdwerkorganisaties is de rol van de begeleiding. Ik was onder de indruk van hun ervaringen met jongeren met een “rugzak”.’ Er kwam een convenant, de activiteiten kregen middelen en de werking werd gemonitord door een stuurgroep met mensen uit de verschillende voorzieningen, Lejo vzw en Steven De Tavernier. Voor Lejo was deze stedelijke manier van werken toen nieuw. ‘Ook voor hen was dit een experiment.’
De jongeren uit de verschillende voorzieningen konden op woensdagnamiddag aan een resem activiteiten deelnemen bij de jongerenwerking in Ronse. De voorzieningen zorgden voor de instroom van jongeren en Lejo voor de activiteiten. ‘We vonden het belangrijk dat de jongeren hun vrije tijd in belangrijke mate zelf vormgeven. Ze bepalen namelijk zo veel mogelijk zelf wat ze samen doen en hoe ze dat doen. Lejo gebruikt de methodiek van ervaringsleren, een stevig kader van waaruit op een succesvolle manier met de jongeren gewerkt werd.’ Dat was helemaal anders dan wat ze in de voorziening gewend waren.
‘Zodra een kind of jongere in een voorziening terechtkomt, komt zijn netwerk sterk onder spanning te staan. Daarom moet er zo snel mogelijk worden ingezet op het versterken en uitbreiden van de mogelijkheden ervan.’
STEVEN DE TAVERNIER
Lejo kreeg bovendien van het stadsbestuur de opdracht het emancipatorische niet te vergeten, meer nog, de jongeren moesten duurzame perspectieven krijgen. ‘De activiteiten waren geen doel op zich. Een verankering binnen de stad Ronse en al haar mogelijkheden was belangrijk. Er werden links gelegd met onderwijs, tewerkstelling en andere mogelijkheden binnen vrije tijd. Zo worden jongeren regelmatig zelf animator op de speelpleinwerking van de stad. Door zich zelf actief in te zetten in hun stad en netwerk, krijgen de jongeren hierin een positieve rol van betekenis. Dit sterkt hen voor de toekomst.’
Voor Steven De Tavernier leek het soms niet interessant dat de voorziening de jongeren op kamp stuurde. ‘Door jongeren op kamp te laten gaan is het minder makkelijk om hun lokale netwerk uit te breiden, en dat is voor hen juist essentieel. Zodra een kind of jongere in een voorziening terechtkomt, komt zijn netwerk sterk onder spanning te staan. Daarom moet er zo snel mogelijk worden ingezet op het versterken en uitbreiden van de mogelijkheden ervan. Als een jongere veertien is, is het eigenlijk al te laat om nog een netwerk uit te bouwen.’
Interessant aan de manier van werken in Ronse is dat ze nooit op hun lauweren rusten. Jaarlijks worden de doelstellingen van de werking bijgestuurd, in samenspraak met alle betrokken partijen en dus ook met het lokale bestuur. Ze groeien mee met de vragen en problemen van jongeren, gezinnen en de organisaties in Ronse.
Steven De Tavernier heeft de werking zien evolueren naar jeugdopbouwwerk. Door outreachend te werken komen jongeren meer in contact met mogelijkheden in de vrije tijd. Die vrije tijd is dan weer een opstap naar andere mogelijkheden binnen de stad. Steven ziet ook een verandering in de doelgroep. ‘Nu bereiken de verschillende werkingen samen met Lejo een ruimere groep jongeren met beperkte kansen. Er komen bijvoorbeeld veel allochtone jongeren.
Een nieuwe uitdaging is om de verschillende doelgroepen op een goeie manier met elkaar in contact te brengen. De Subpoort is een van die werkingen. Ze zoeken met de jongeren waar hun interesses liggen. Ze werken aanklampend en nemen potentiële drempels binnen de ruimere (gezins-)context in functie van vrijetijdsbesteding mee in de begeleiding. Nazorg aan het gezin en met de organisaties is hierin belangrijk.’
Dit is in Ronse de draaischijf voor alle instanties die in ruime zin met jongerenwelzijn bezig zijn: de voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg, CLB, jeugd-, sport- en cultuurverenigingen. Dit is ook een van de opdrachten van Lejo vzw. Pas wanneer organisaties elkaar leren kennen, kunnen ze zinvol samenwerken. Continuïteit van de mensen die naar dit overleg komen, is een aandachtspunt. Het is krachtig om te werken met een jaarlijks zichtbaar resultaat. Bovendien is dit dé plek om te luisteren naar elementen van bezorgdheid die er leven, om daarop in te spelen met het beleid en om keuzes die het beleid heeft gemaakt te kunnen duiden.
Wanneer iedereen zijn eigen expertise samenbrengt, krijg je veel meer dan de som van de delen. Zo leerden de voorzieningen veel van Lejo’s expertise.
Jongeren die voor je neus staan, bereik je het gemakkelijkst. Het is nog altijd niet de standaard om aandacht te hebben voor ‘alle jongeren’. Veel verenigingen draaien goed en hebben je ondersteuning weinig of niet nodig. Onderzoek waar de lacunes zijn, wie wordt er nog niet bereikt? Wie heeft je ondersteuning het hardst nodig?
Ook wanneer er dingen fout lopen of wanneer ze grenzen overschrijden. In jeugdwerk en vrije tijd kunnen jongeren zich ontwikkelen. De ervaringsgerichte pedagogie biedt een stevig kader.
Overtuig je collega’s, andere organisaties en het bestuur dat iedereen recht heeft op vrije tijd.
Het is moeilijk uit te leggen dat inzetten op intensieve begeleiding van twee jongeren heel zinvol kan zijn, terwijl je met hetzelfde geld een evenement kunt organiseren voor veel meer volk. Breng daarom de sterke verhalen in de verschillende werkingen naar buiten. Zorg dat je iedereen mee krijgt in die visie. Dat blijft ook in Ronse nog altijd een uitdaging.µ
Stuur reminders voor bepaalde overleggen. Motiveer iedereen om aanwezig te zijn. Voor veel organisaties is het iets dat erbij komt. Je moet dus iets werkbaars maken van het partnerschap, en tegelijk een positief en zichtbaar verhaal creëren.
Ook in Ronse was er tijd en ruimte nodig om tot resultaten te komen. Het was een proces van vallen en opstaan. Je moet dingen uitproberen en ook durven mislukken. Geen van die werkingen wordt gebetonneerd. Jaar na jaar wordt bekeken wat de zinvolste manier van werken is, waar dingen beter kunnen. Probeer voortdurend nieuwe zaken aan te wakkeren, groepen te motiveren.
Het is niet erg dat bepaalde expertise niet bij je eigen diensten zit. Sommige organisaties zoals Lejo, maar evengoed Arktos, Groep Intro of Uit de Marge stellen tonnen ervaring ter beschikking.