[anysurfer.logo]

Maak tijd vrij

Een projectwebsite waarbij we de brug slaan tussen jeugdhulp en jeugdwerk.
Home

Begeleidershouding

Dit artikel is geschreven door Line Ostyn, projectmanager van Maak tijd vrij. Voor onderstaand artikel baseerde ze zich op informatie uit twee interviews:

  • Twee vrijwilligers van Lejo (Jeroen & Emiel) en een beroepskracht (Feebe) (10/7/19).
  • Jordi, die vroeger als jongere deelnam aan activiteiten van Lejo, werd daarna vrijwilliger werd en nu is hij uiteindelijk ook beroepskracht is bij Lejo in Ronse. Je kan ook zijn levensverhaal lezen in stripvorm. (14/6/19)           
Stel je voor. Op dinsdagavond ben je een vlieg, in de gebouwen van Lejo in Sint Amandsberg (Gent). Je ziet een tiental jongeren meedoen met een activiteit: een taart bakken, kicker, talentshow, bosspel, gamenight, filmavond of pingpong. Een tiental andere jongeren liggen in de zetel naar hun gsm te staren en praten af en toe met elkaar.  

Structuur?

Op het eerste zicht kan het lijken dat een activiteit van een doelgroepenwerking zoals die van Lejo, minder structuur heeft dan bijvoorbeeld een gemiddelde activiteit van een jeugdbeweging. Maar er zit heel wat achter, dat we niet meteen zien. Op een bepaalde manier is er net heel veel kader en structuur. Ik leg even uit:

  • Ze starten elke activiteit met een ‘warm welkom’(tussen 18u30 en 19u00), daarna komt een ‘een rondje (= de proactieve cirkel, zie hieronder)’. De activiteit is gedaan rond 21u15 maar er is ruimte voor om nog even op het gemak te blijven. Men doet ook nog een ‘eindrondje’.
  • De proactieve cirkel is, wat is dat? In feite stellen ze gewoon een vraag, soms passend bij een thema, soms random. Elke jongere uit de groep krijgt het woord én wordt ‘beluisterd’. Bijvoorbeeld: wat was jouw gevoel toen je deze morgen opstond? Door de cirkel tweemaal per avond in te zetten is het ook iets bekend voor jongeren. Op moeilijke momenten is het iets waar we naar kunnen teruggrijpen zonder dat het geforceerd of vreemd overkomt. Een cirkel is dus ook een manier om moeilijke momenten bespreekbaar te maken. Dat zorgt voor ook meer gelijkwaardigheid en groepsgevoel.
  • Er zijn duidelijke regels die men telkens samen met hen terug opnieuw opstelt en bekrachtigt: 
    • geen drugs en alcohol
    • geen wapens
    • geen verbaal en fysiek geweld
    • 'niet seksen’
  • Jongeren mogen ‘no matter what’ altijd terugkomen. Ook als er regels worden overtreden. Voorwaarde is dat er een ‘herstelgesprek’ plaats vindt. Het is heel belangrijk dat er gepraat wordt wanneer er iets fout is gelopen. Men gaat langs in de voorziening om de jongeren uit te nodigen of opnieuw uit te nodigen voor de werking. Dit verlaagt de drempel voor jongeren om (terug) te komen.  

“Het is makkelijk om jongeren na moeilijke momenten te lossen" 
JORDI, begeleider Lejo

Dit is de 1000-kansenfilosofie. Het is makkelijk om jongeren na moeilijke momenten te lossen. Wij kiezen ervoor om de stap naar hen te zetten net op die moeilijke momenten. Zo kunnen ze in gesprek gaan en samen zoeken hoe ze terug verder kunnen.

“Ik leefde in 2 verschillende werelden. Hoe naar mij werd gekeken, verschilde zo hard"

"Ik leefde in twee verschillende werelden. Hoe naar mij werd gekeken, verschilde zo hard. In de jeugdhulp werd gekeken vanuit de problemen die aan mij kleefden. In het jeugdwerk naar wat ik wilde en kon. Op kamp was ik al snel verantwoordelijk voor veel kinderen, stak ik hun kamp in elkaar en praatte ik met hun ouders. Daar kon ik supertrots op mezelf zijn, voelde ik erkening. Ik kreeg die vrijheid en dat vertrouwen. Maar ’s avonds keerde ik terug naar de voorziening, en werd ik terug behandeld als een kind-met-eenprobleem, dat vanalles moest: contact herstellen met thuis, ervoor zorgen dat het op school goed gaat, een eigen appartement vinden, geld verdienen. Quote Eveline Meylemans uit Ambras magazine

DNA van het jeugdwerk

Slaan we het DNA van de jeugdwerker er op na, dan zien we dit heel sterk in hun werking weerspiegeld:

  • Jongeren centraal stellen: Jongeren kunnen gewoon doen waar zij zin hebben. Ook al is dat in de zetel hangen. Want in de voorziening is er al een strakke timing en heel veel dat ‘moet’.
  • Jongeren eigenaarschap geven: Van zodra jongeren de werking wat beginnen kennen, krijgen ze geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid. Als ze dit wensen. Ze kunnen bijvoorbeeld “de proactieve cirkel” begeleiden of de regels toelichten. Er is ook een ‘captainwerking’. Dit houdt in dat jongeren geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid kunnen opnemen, allemaal op hun eigen tempo. Jongeren krijgen heel wat kansen en er wordt in hen geïnvesteerd. Van verantwoordelijkheid opnemen tijdens een activiteit tot het organiseren van een kamp naar Portugal.
  • Oog voor proces en product: Ook de meeste activiteiten worden bepaald en gedragen door de jongeren. De manier waarop men beslist om iets te gaan doen, de manier waarop dit wordt voorbereid en georganiseerd, is even belangrijk als wat ze doen. Als men bijvoorbeeld gaat koken, dan is het belangrijk wie en hoe beslist wordt wat er gekookt wordt, wie gaat inkopen doen, tot en met het proces van de opkuis.
  • De kracht van de groep positief inzetten: Er zijn wel 60 ‘unieke deelnemers’ maar er is wel een vaste kern van zes mensen die blijven komen. Sommigen van hen lopen zelfs weg om er bij te kunnen zijn. Doordat enkele ‘vaste waarden’ de toon zetten, de manier van werken mee uitdragen, vinden nieuwelingen ook snel hun draai.
  • De samenleving mee vormgeven: een werking zoals die van Lejo geeft een duidelijk signaal aan de samenleving. De jongeren verdienen deze extra aandacht, deze manier van werken. Ook deze jongeren hebben recht op jeugdwerk die bij hen past. 

Koning Kevin (c) Raisa van Damme

Tips rond vrijetijdsgebruik in een voorziening

Onderzoek toont aan dat voorzieningen een centrale rol spelen in de vrijetijdsbesteding van jongeren: ze fungeren als poortwachters en bepalen mee hoe, waar en wanneer de vrije tijd van jongeren wordt ingevuld. Voorzieningen gaan op verschillende manieren met de vrije tijd van jongeren om. Sommige voorzieningen beschouwen vrije tijd en een eventuele deelname van jongeren aan jeugdwerk als een (verplicht) onderdeel van het behandelingsplan. Ook de mate waarin jongeren inspraak hebben in de invulling van hun vrije tijd verschilt van voorziening tot voorziening. Dus:

  • Luister naar de jongeren. Maak tijd en ruimte om met jongeren te bespreken waar ze zin in hebben. Ook als niet meteen duidelijk is wat ze willen. Leer hen kennen, onderzoek met hen hun hoop en verwachtingen. Motiveer hen om kansen actief op te zoeken en te grijpen. Kets geen ideeën af maar ondersteun hen om hun ideeën vorm te laten krijgen.
  • “Als je braaf bent mag je naar Lejo.” Vrije tijd wordt vaak als stok achter de deur gebruikt. Doe dit niet. Vrije tijd is een recht voor alle kinderen en jongeren, ongeacht wie ze zijn en wat ze doen.
  • Ken de mogelijkheden voor invulling van vrije tijd. Zorg voor een contactpersoon binnen de jeugddienst, sportdienst, cultuurdienst en binnen jeugd- of andere vrije tijdswerkingen.
  • Pleeg systematisch overleg met de organisaties waarvan jongeren er aan activiteiten deelnemen. Leer elkaar begrijpen. Inspireer elkaar. Werk samen, elk vanuit de eigen expertise. Wanneer iedereen zijn eigen expertise samenbrengt, krijg je zo veel meer dan de som van de delen. Zo leerden de voorzieningen veel van Lejo’s expertise. Zij houden namelijk op gezette tijden een overleg met alle voorzieningen waaruit jongeren naar de werking komen. Ze delen er praktische informatie, maar bespreken ook hoe ze elk vanuit hun eigen rol op drempels stuiten.
  • Niks gaat vanzelf. Blijf kansen geven aan jongeren. Ook wanneer er dingen fout lopen. Ook wanneer jongeren grenzen overschrijden. Jeugdwerk en vrije tijd zijn de plek waar jongeren zichzelf kunnen ontwikkelen. Blijf experimenteren met mogelijkheden.