[anysurfer.logo]

Alles over Jeugdwerk

Alles over Jeugdwerk brengt zoveel mogelijk basiskennis over het jeugdwerk in Vlaanderen bij elkaar.
Home

Verschillende niveaus

Welke niveaus zijn er binnen Vlaams jeugdwerk?
Het jeugdwerk kan op verschillende niveaus ingedeeld worden. Zo kunnen we het jeugdwerk opdelen op basis van de pedagogisch relatie of afstand die organisaties hebben tot de kinderen en jongeren in hun organisatie. We zouden het jeugdwerk ook kunnen opdelen op basis van het geografisch bereik van de organisatie of onder welk beleidsdomein ze werken. Op deze pagina leggen we deze manieren van opdelen kort uit.

Pedagogische relatie/afstand tot kinderen en jongeren

Aard van het jeugdwerk
1e lijn

We spreken over eerstelijns jeugdwerk bij initiatieven, vormingen of producten van jeugdverenigingen die zich rechtstreeks richten op kinderen en jongeren. Het eerstelijns jeugdwerk heeft als doelgroep haar deelnemende kinderen en jongeren en staat het dichtste bij deze doelgroep.

Voorbeelden zijn: een lokale jeugdbewegingsgroep, een vakantie- of kamporganisatie, een speelplein, een jeugdhuis, een plaatselijk jeugdatelier of artistieke workshop, … .

2e lijn

Tweedelijns jeugdwerk zijn initiatieven, vormingen, diensten of producten van jeugdverenigingen die zich richten op de ondersteuning, begeleiding, vorming of informatieverstrekking van of voor het eerstelijns jeugdwerk. De doelgroep is hier meestal de verantwoordelijken en organisatoren van het eerstelijns jeugdwerk

Voorbeelden zijn: de nationale secretariaten van de jeugdbewegingen of hun regionale afdelingen, koepelorganisaties of federaties die een bepaalde werksoort ondersteunen, jeugdverenigingen met een specifiek ondersteuningsaanbod voor eerstelijns jeugdwerk of jeugdwerkers, een jeugdorganisatie die bepaalde info verstrekt aan de eerstelijns jeugdwerker, enz.

3e lijn

Derdelijns jeugdwerk zijn initiatieven, vormingen, diensten of producten van jeugdverenigingen die zich richten op de ondersteuning, begeleiding, vorming of informatieverstrekking van of voor het tweedelijnsjeugdwerk. Derdelijns jeugdwerk neemt ook taken op zoals de vertegenwoordiging en/of belangenbehartiging van de jeugdwerksector in zijn geheel of een specifieke werksoort of werkvorm. Zo vormen ze een belangrijke schakel tussen de overheid, beleidsmakers en de jeugdwerksector. In Vlaanderen zijn een aantal van deze derdelijnsorganisaties ook gekend als de 'intermediaire organisaties' (soms bovenbouw). Onrechtstreeks hebben deze derdelijns jeugdwerkverenigingen ook een impact op het eerstelijns jeugdwerk.

1e-2e-3e lijn

De meeste lokale en regionale jeugdwerkverenigingen zijn voornamelijk eerstelijns jeugdverenigingen. De meeste Vlaamse jeugdverenigingen zijn tweedelijns jeugdverenigingen. Maar jeugdwerkverenigingen combineren vaak eerste- en tweedelijns jeugdwerk. Slechts een kleine groep van jeugdverenigingen combineren zowel eerste-, tweede- als derdelijns jeugdwerk.


Geografisch bereik

Lokaal jeugdwerk

Hieronder vinden we alle jeugdwerkverenigingen die zich op buurt- of gemeentelijk niveau organiseren, dus lokaal of plaatselijk. Vaak is dit eerstelijnsjeugdwerk en wordt dit hoofdzakelijk georganiseerd door vrijwilligers. Er bestaat een grote verscheidenheid in werkvormen en -soorten binnen het lokaal jeugdwerk. Gaande van het muziekatelier in het buurthuis, tot de lokale jeugdbewegingsgroepen en de speelpleinwerking in de jeugdlokalen van de gemeente, tot het jeugdhuis dat een paar straten verderop is gelegen. Lokaal of plaatselijk jeugdwerk kan meestal rekenen op ondersteuning vanuit het gemeentebestuur of wordt door de gemeenten zelf georganiseerd. 

Regionaal/bovenlokaal

Intergemeentelijk & stedelijk jeugdwerk 

Er bestaat ook steeds meer samenwerking tussen gemeenten en hun jeugdverenigingen onderling. Jeugdwerkverenigingen stoppen niet aan de gemeentegrens en bereiken vaak ook kinderen en jongeren van buurgemeenten. Op sommige plaatsen wordt er over de grenzen heen samengewerkt en vinden we dus ook intergemeentelijk jeugdwerk terug. 

Ook stedelijk jeugdwerk kan je hier plaatsen. Zij werken wel plaatselijk en lokaal, maar zijn verspreid over of richten zich op een grootstedelijke regio (bv. Brussel, Antwerpen, Gent, …). 

Intergemeentelijk en stedelijk jeugdwerk kan meestal rekenen op ondersteuning vanuit verschillende gemeentebesturen die samenwerkingsprojecten opzetten of vanuit grote stadsbesturen. In sommige gevallen worden ze door het stads- of gemeentebestuur zelf georganiseerd of voeren ze opdrachten uit voor het bestuur. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden worden ook gesubsidieerd volgens het nieuwe jeugddecreet. 

Regionaal jeugdwerk 

Voor 2018 hadden ook de provincies verschillende jeugddiensten en ondersteuningsmaatregelen voor jeugdwerk. Deze maatregelen werden naar het zowel naar het Vlaamse en het lokale niveau geheven. Vlaams erkende jeugdwerkverenigingen moeten een spreiding halen over minstens 3 of 4 provincies (of 2 of 3 provincies en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad). Niet al het jeugdwerk is over zo’n groot gebied actief. Wanneer jeugdwerk voornamelijk actief is in één provincie of een bepaalde grote regio (en niet enkel in een grootstedelijk gebied of een samenwerking tussen enkele buurgemeenten, zie hierboven), kunnen we spreken van regionaal jeugdwerk

Regionaal of provinciaal jeugdwerk kreeg vroeger meestal ondersteuning vanuit de provinciale besturen. Vanaf 2018 heeft een provincie echter geen gemeenschapsgebonden bevoegdheden meer. Die bevoegdheden en het bijhorende personeel werden overgedragen naar de Vlaamse Gemeenschap of naar de gemeenten en steden. Sinds 1 januari 2018 voeren de provincies geen taken meer uit in het kader van cultuur, jeugd, sport of welzijn. Er bestaan wel nog steeds veel provinciale uitleendiensten en vormingscentra’s waar jeugdverenigingen gebruik van kunnen maken. 

De meeste Vlaams erkende jeugdwerkverenigingen zijn actief in meerdere regio’s, maar hebben vaak ook regionale tussenstructuren waar hun lokale afdelingen kunnen samenkomen of ondersteund worden. Hier bevinden we ons op de grens met waar het bovenlokaal en Vlaams jeugdwerk start. Het jeugddecreet 2023 bepaald ook de subsidiëring van dit bovenlokaal jeugdwerk. 

Bovenlokaal jeugdwerk 

Bovenlokaal jeugdwerk is jeugdwerk dat niet gericht is op één buurt of regio, maar het lokale niveau overstijgt. Er bestaat hier wel verwarring met wanneer we onderscheid maken tussen lokaal, regionaal en bovenlokaal of Vlaams jeugdwerk. Deze term wordt dus niet door iedereen op dezelfde manier gebruikt. In het jeugddecreet 2023 kunnen zowel jeugdhuizen en jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren middelen aanvragen, maar deze werkingen zijn meestal lokaal ingebed. Men spreekt in dit decreet ook van 'bovenlokaal' jeugdwerk met kinderen en jongeren met een handicap. Dit is voornamelijk gericht op organisaties die vroeger enkel actief waren in een welbepaalde provincie of regio. Ten slotte zijn ook intergemeentelijke projectverenigingen opgenomen in dit decreet. 

‘Bovenlokaal' is hiermee dan ook eerder een verzamelbegrip geworden dat al het jeugdwerk kan bundelen dat het gemeentelijk belang of niveau overstijgt. Dit terwijl vroeger de term bovenlokaal jeugdwerk net gebruikt werd om vooral jeugdwerk te benoemen dat op meerdere plaatsen in Vlaanderen een aanbod had, dus wat we vandaag Vlaams jeugdwerk noemen. 

Vlaams jeugdwerk 

Vlaams jeugdwerk is jeugdwerk dat actief is in heel Vlaanderen, en dus in meerdere regio's en provincies en aanbod heeft. Vaak overkoepelen ze lokale jeugdverenigingen of initiatieven en/of hebben ze informerende of ondersteunende diensten voor deze lokale werkingen. Je vindt hier zowel eerstelijns als tweedelijns jeugdwerk of een combinatie terug. 

Vlaams eerstelijnsjeugdwerk kent dezelfde kenmerken als lokaal eerstelijns jeugdwerk, en heeft dus een rechtstreeks aanbod naar kinderen & jongeren maar rekruteert zijn kinderen en begeleiders/vrijwilligers breder als buurt- en gemeentelijk niveau. Vlaams tweedelijnsjeugdwerk overkoepelt of verenigt een bepaalde groep van lokale jeugdverenigingen en/of organiseert een bepaalde ondersteuning, vorming of informatieverstrekking aan lokaal, regionaal of bovenlokaal jeugdwerk. Veel van dit Vlaams jeugdwerk organiseert zichzelf wel in verschillende regio's of heeft aparte deelwerkingen in de provincies, maar hebben één Vlaamse centrale hoofdzetel. 

Vlaams jeugdwerk kan erkend worden volgens het Vlaams jeugddecreet 2023. Hiervoor moeten zo o.a. aan de voorwaarde voldoen om minstens in 3 of 4 provincies actief te zijn om in aanmerking te komen voor subsidiëring.   

Intermediaire organisaties

In Vlaanderen zijn er ook nog een aantal organisaties die vaak tussen overheid en het bovenlokale en Vlaamse jeugdwerk staan. Dit is voornamelijk derdelijns jeugdwerk. Ze worden in het jeugddecreet 2023 beschreven als intermediaire organisaties, soms gekend als bovenbouw.