Het aantal deelnemende kinderen en actieve jongeren die als vrijwilligers in het Vlaamse jeugdwerk actief zijn, is bijna onmogelijk om te tellen. Niet alle jeugdwerkverenigingen zijn op lokaal of Vlaams niveau erkend. Vrijwilligers zijn vaak actief in meerdere verenigingen. Activiteiten wisselen elkaar aan een hoog tempo af en lidmaatschap is zeker niet altijd vereist, jeugdwerk is net gekend om zijn lage drempel om deel te nemen en open werking. Bovendien is jeugdwerk ook gekend om zijn grote roulatie. Voor je het weet staat er weer een nieuwe jonge generatie klaar om deel te nemen en te organiseren. Cijfers over het jeugdwerk zijn daarom altijd een momentopname.
In Vlaanderen en Brussel zijn er ongeveer 2,6 miljoen kinderen en jongeren van 0 tot 30 jaar. In vergelijking met de totale bevolking kan je grofweg stellen dat 1 op de 3 ‘jeugd’ is. We zouden heel graag willen weten hoeveel we van deze kinderen en jongeren bereiken met het jeugdwerk. Helaas is dat tot op vandaag onmogelijk. Als we de cijfers die we wel hebben (denk aan leden van de jeugdbewegingen, deelname aan vakantiekampen en speelpleinwerk, leden van jeugdhuizen en jeugdcentra, … ) beginnen te tellen, kunnen we stellen dat we op regelmatige basis minstens 500.000 kinderen en jongeren bereiken in Vlaanderen en Brussel. Tellen we daar ook de meer sporadische deelnames bij (bv. een éénmalige deelname aan een vakantie-initiatief), mag je daar nog eens 500.000 kinderen en jongeren bij optellen. We bereiken dus minstens 1 miljoen kinderen en jongeren in Vlaanderen of ergens tussen de 40 en 50% van alle kinderen en jongeren! [1]
Het onderzoek van de JOP-monitor [2a] bevestigd dit cijfer:
Uit de JOP monitor leren we dat:
En ook gegevens uit de participatiesurvey [2b] van 2014 bevestigen dit cijfer:
Hier leren we dat uit een representatieve steekproef van 3965 Vlamingen tussen 15 en 86 jaar 43,6% ooit lid geweest is van een jongerenorganisatie en 16,8% ooit lid geweest is van een jeugdhuis of club.
In vele Vlaamse steden en gemeenten is de aanwezigheid van jeugdwerk een evidentie, net zoals een bakker of een frietkot moeilijk weg te denken zijn uit de typische Vlaamse gemeente. De jeugdwerkindex [4] in Vlaanderen drukt uit hoe dik gezaaid die werkingen juist zijn. Ze drukt het aantal lokale jeugdwerkinitiatieven uit per 1.000 jonge inwoners (van 0 tot en met 24 jaar). Deze index geeft met andere woorden de dichtheid van het jeugdwerk weer. [5]
Algemeen (lokaal) Jeugdwerk | Particulier (lokaal) Jeugdwerk | Gemeentelijk Jeugdwerk | |
Aantal jeugdwerkinitiatieven | 5.635 | 4.421 | 1.214 |
Aantal inwoners 0 – 24 jaar | 1.511.833 | 1.511.833 | 1.511.833 |
Index | 3,73 | 2,92 | 0,80 |
In Vlaanderen zijn er per 1000 jongeren van 0-24 jaar gemiddeld 3,73 jeugdwerkinitiatieven. De particuliere index bedraagt 2,92. Dit wil zeggen dat het overgrote deel van de initiatieven waar jongeren van genieten geïnitieerd worden vanuit particuliere verenigingen, en dus niet vanuit een gemeentebestuur zelf.
Deze cijfers gaan enkel over lokale initiatieven. Er bestaan ook veel initiatieven op bovenlokaal, provinciaal of regionaal niveau. Deze zijn nooit in kaart gebracht en zouden de jeugdwerkindex verhogen. Daarom ronden we af naar boven en stellen we dat er minstens 6.000 lokale jeugdwerkinitiatieven zijn.
Jeugdwerkorganisaties maken 13% uit van het (lokale) middenveld.
CSI Flanders deed in 2017 onderzoek naar hoe het lokale middenveld eruit ziet. Ze selecteerde hiervoor 14 gemeenten in Vlaanderen en mapte in deze gemeenten meer dan 1700 verschillende middenveldorganisaties. Hiervan kregen 1660 een bevraging opgestuurd en 413 hebben deze ook ingevuld teruggestuurd.
Uit dit onderzoek leren we dat er ongeveer 3 à 4 middenveldorganisaties zijn per 1.000 inwoners. Dit geeft dus net zoals de jeugdwerkindex een beeld van de vereningingsdichtheid voor de middenveldorganisaties t.o.v. alle inwoners (de jeugdwerkindex geeft de dichtheid weer per 1.000 kinderen en jongeren van 0-24 jaar).
Van de 1660 middenveldorganisaties zijn er 220 die aangeduid werden als jeugdorganisaties, oftwel 13%.
Alle gemeenten werden ook onderverdeeld in 4 types. Voor alle middenveldorganisaties hierin leren we dat er
[BRON]
Methodologie bevraging lokaal middenveld, CSI Flanders, 2018.
Panorama van het lokaal middenveld, CSI Flanders, 2018.
In 2020 werden 100 Vlaamse jeugdwerkverenigingen erkend en/of gesubsidieerd door het Vlaamse decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid. Ze worden opgedeeld in 4 werksoorten:
Dit aantal Vlaams erkende jeugdverenigingen evolueert elk jaar. Sinds 2007 zijn er 133 verschillende organisaties gesubsidieerd. Hiervan bestonden er 96 al voor 2007 en zijn er daarna 37 verenigingen bijgekomen. 12 van deze verenigingen gingen op in 5 fusieorganisaties en 19 verenigingen verloren hun erkenning en subsidiëring. 7 verenigingen verhuisde naar een andere subsidiëring in een ander decreet. Zo eindigen we in 2020 met 100 erkende en/of gesubsidieerde verenigingen.
We zoomen hieronder even in op enkele grote werksoorten- en vormen waar er cijfers over te vinden zijn:
Het laatste cijferboek lokaal (2014-2015) bevat cijfers over het referentiejaar 2013 betreffende jeugdbewegingen en het aantal lokale afdelingen dat de Vlaamse jeugdbewegingskoepels ondersteunen.
In totaal tellen de jeugdbewegingen dus zo’n 2070 lokale afdelingen in Vlaanderen in 2013.
In 2010 hield men een groot jeugdbewegingsonderzoek. Hier telde men 2.161 lokale groepen. Dankzij dit onderzoek leren we ook meer over het aantal leden en leiding, namelijk: 222.489.
Jeugdbeweging | Leden+Leiding | Groepen |
Chirojeugd Vlaanderen | 93.373 | 961 |
Scouts en Gidsen Vlaanderen | 68.344 | 575 |
KSJ-KSA-VKSJ | 32.247 | 291 |
KLJ | 21.535 | 282 |
FOS Open Scouting | 6.990 | 52 |
Totaal | 222.489 | 2.161 |
Nog meer cijfers over de jeugdbewegingen vind je in dit artikel: Hoe divers zijn de Vlaamse jeugdbewegingen van VRT Nieuws [20/10/2017].
Veel jeugdbewegingen beleven in de zomerperiode hun hoogtepunt door de organisatie van een zomerkamp. De leiding spendeert over de loop van het hele jaar ettelijke uren in de organisatie ervan. De cijfers [5] tonen meteen ook aan dat dit de moeite waard is:
Vlaamse jeugdbewegingen | Totaal | In Vlaanderen | In Wallonië | In het buitenland |
Aantal kampen | 2719 | 1606 | 709 | 404 |
Aantal leden op kamp | 185.541 | 124.695 | 47.827 | 13.019 |
In 2014 werd er een onderzoek gedaan bij de jeugdhuizen. Dit onderzoek leert ons dat er 534 jeugdhuizen in Vlaanderen zijn in 2014. 437 jeugdhuizen draaien volledig op vrijwilligers en hebben geen beroepskrachten. 97 jeugdhuizen beschikken over één of meerdere beroepskrachten.
In 2015 telde men 9.820 vrijwilligers die actief zijn in deze jeugdhuizen.[9]
[BRON]
www.formaat.be/nieuws/meer-vrijwilligers-in-jeugdhuizen
Er zijn 557 speelpleinwerkingen in Vlaanderen en Brussel verspreid over 302 gemeenten. Slechts 25 gemeenten hebben er geen. Op een gemiddelde vakantiedag in de zomer spelen dagelijks meer dan 44.000 kinderen op een speelpleinwerking. Samen bereiken ze op die manier 185.000 verschillende kinderen en 23.000 begeleiders, die we animatoren noemen.
[BRON]
www.speelplein.net/overspeelpleinwerk
Bijzonder veel Vlaamse jeugdwerkverenigingen organiseren vakantiekampen voor kinderen en jongeren. Er werden in 2014 [6] in totaal 5311 vakantie-initiatieven georganiseerd. In totaal werden met de kampen iets meer dan 125 000 kinderen bereikt. Gemiddeld betekent dit ongeveer 24 deelnemers per kamp. De verzamelede gegevens van de afdeling Jeugd zijn slechts een deel van het gehele vakantieaanbod in Vlaanderen. Er zijn ook verschillende andere verenigingen en organisaties al dan niet uit een andere sector die een vakantie aanbod hebben voor kinderen en jongeren door lokale besturen (vrije tijds en jeugddiensten), commerciële organisaties, sportkampen, buitenschoolse opvang, ... . Lokale initiatieven komen niet in aanmerking voor subsidiëring op Vlaams niveau omwille van het ontbreken van een provinciale spreiding.
De meeste Vlaams erkende vakantieorganisaties zijn verenigd in kampnet.be.
We spreken hierboven enkel over goed gekende jeugdverenigingen en werksoorten- en vormen, vaak ondersteund door een koepelorganisatie of federatie. Vergeet dus niet dat er nog veel meer jeugdverenigingen zijn! Helaas hebben we hier tot nu toe nog geen cijfers over, al dromen we hier wel van om die ooit te kunnen tellen. Dan zouden we echt weten hoeveel kinderen en jongeren we met ons divers jeugdwerk in Vlaanderen bereiken!
In 2019 reikte het Departement Cultuur, Jeugd en Media afdeling Jeugd 6.090 attesten voor gevolgde kadervorming uit. [7] Een attest kan pas worden uitgereikt als een jongere met succes heeft deelgenomen aan een erkende vormingscursus en de verplichte stage heeft voltooid. We weten uit de praktijk dat deelname aan de cursus veel hoger ligt, niet iedereen voltooid zijn stage en ontvangt dus een attest. Het gaat hier dus om jongeren die, naast hun reguliere engagement voor de jeugdbeweging, vakantiekampen, speelplein, … een opleiding gaan volgen om zich te bekwamen in de competenties van animator, hoofdanimator of instructeur.
Type | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vorige regelgeving | Nieuwe regelgeving | |||||
Animator | 5.464 | 3.285 | 2.408 | 4.839 | 5.218 | 5.094 |
Hoofdanimator | 1.200 | 843 | 436 | 677 | 816 | 731 |
Instructeur | 370 | 416 | 53 | 168 | 199 | 265 |
Hoofdinstructeur | 34 | 13 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
TOTAAL | 7.068 | 7.454 | 5.684 | 6.233 | 6.090 |
De meeste beroepskrachten in het jeugdwerk worden uitbetaald volgens een bepaald loonbarema, namelijk pc329.01. Dit is het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap. Uit een onderzoek van HIVA leren we dat er onder dit barema ongeveer 3200 beroepskrachten (of 2300 VTE17) uitbetaald worden in de categorie jeugdwerk. Dit is ongeveer 13% van het totaal aan beroepskrachten in de hele socio-culturele sector.
2008 | 2013 | |||
Koppen | VTE | Koppen | VTE | |
Jeugdwerk | 2 559 | 1 791 | 3 255 | 2 319 |
Totaal PC 329.01 | 22 703 | 14 649 | 24 590 | 16 521 |
We weten niet of dit alle beroepskrachten zijn, gezien er ook beroepskrachten zijn die in andere barema’s uitbetaald worden. Denk bijvoorbeeld aan de jeugddienstmedewerkers in de gemeenten.
VOETNOTEN
[1] bron: Strax: Jeugdwerk verkent de toekomst. Maklu, 2001.
[2a] bron: Jongeren in cijfers en letters. Bevindingen uit de JOP-monitor 3 en de JOP-schoolmonitor 2013. (2013).
[2b] bron: Participatie in Vlaanderen. Basisgegevens van de Participatiesurvey 2014. (2015).
[3] Deelname aan het verenigingsleven kent een spilovereffect: participatie in een netwerk leidt tot participatie in andere, gelijkaardige netwerken.
[4] Enkele kanttekeningen bij de jeugdwerkindex:
Ondanks deze kanttekeningen is de jeugdwerkindex een belangrijk instrument voor het Vlaams jeugdbeleid. Het meten van het aantal initiatieven laat toe een evolutie te schetsen en hypothesen te formuleren.
[5] bron: De Ambrassade, op basis van meldingen tussen 17 juni en 13 juli 2015
[6] bron: Cijfers opgevraagd bij de afdeling Jeugd
[7] bron: Departement Cultuur, Jeugd en Media.