De Ambrassade gaat vollebak voor straf jeugdwerk, kwaliteitsvolle jeugdinformatie en sterk jeugdbeleid. Maar wist je ook dat we inzetten op generatiedoelen? Ja, generatiedoelen. Dat zijn thema’s waar we langdurig en impactgericht het verschil willen blijven maken. Want als we met z’n allen tien jaar lang op dezelfde nagels blijven kloppen, bouwen we aan een samenleving die de stem en kansen van alle kinderen en jongeren versterkt.
Vanaf 2022 werken we samen aan 3 gloednieuwe generatiedoelen:
1. Ruimte: meer ruimte voor kinderen en jongeren.
2. Recht op vrije tijd: meer vrije tijdskansen voor meer kinderen en jongeren.
3. Mentaal welzijn: de kracht van jeugdwerk inzetten zodat kinderen en jongeren zich goed voelen en positief kunnen ontwikkelen.
Zin om mee het verschil te maken? Laat het ons weten:
Deze pagina is de ideale vertrekbasis om meer te weten te komen over onze Generatiedoelen. Het verwijst je door naar de meest relevante info over de 3 thema's dieper in onze website.
Kinderen en jongeren hebben ruimte nodig om jong te kunnen zijn, maar die is er steeds minder in ons verstedelijkt land. We hebben méér jeugdgerichte ruimte nodig die zo georganiseerd is dat kinderen en jongeren er volwaardig gebruik van kunnen maken, én dat ze die mee kunnen, mogen en willen vormgeven. De Ambrassade en het jeugdwerk gaan daarom samenwerkingen aan met actoren uit de ruimte sector (ruimteplanners, beleidsmakers, studiebureaus, …) om hen kennis te laten maken met de meerwaarde van het gebruikersperspectief van kinderen, jongeren en hun organisaties op (publieke) ruimte en het belang van hun inzichten, ervaring en expertise voor de samenleving. Om dit waar te maken reiken we hen kaders, good practises en tools aan die ze kunnen gebruiken om duurzame en jeugdvriendelijke publieke ruimte vorm te geven.
We formuleerden een aantal toekomstbeelden voor elk generatiedoel. Hierbij die van ruimte:
1. Structureel aandacht en initiatieven over beleidsdomeinen heen rond het belang van 365 dagen ontmoeten, sporten, aanwezig zijn en buiten spelen in de eigen buurt.
2. Bewustzijn rond de positieve impact van het perspectief van kinderen en jongeren op de samenleving en op ruimtelijke planning.
3. Participatie van kinderen, jongeren en jeugdwerk in de publieke ruimte en ruimtelijke planning.
4. Overheden, jeugdwerk, middenveld, architecten, studiebureaus en vastgoedontwikkelaars werken samen met kinderen, jongeren, hun organisaties en de overheid.
5. Een kader en ontwerptypologieën voor duurzame jeugdvriendelijke ontwikkeling van woongebieden.
6. Een kader voor een brede kindvriendelijke ruimtelijke ontwikkeling met aandacht voor autonome verplaatsingen van kinderen en jongeren.
Het recht op vrije tijd is ingeschreven in het Kinderrechtenverdrag (art. 31) en is dus een recht voor ieder kind. De kinderrechten zijn ondeelbaar en moeten dus steeds in relatie tot elkaar behandeld worden. Het recht op vrije tijd staat voor veel kinderen en jongeren onder druk door de samenleving, door de situatie waarin ze leven of door de drempels die ze ervaren. Spelen, sporten, cultuur, ruimte om te experimenteren en informeel te leren, “niets doen”, … Kortom, vrije tijd in de brede zin, is essentieel en zou een even groot deel moeten uitmaken van het leven van álle kinderen en jongeren. Vrije tijd is meer dan ontspanning en rust. Het geeft kansen tot zelfontplooiing, verbinding en betrokkenheid met anderen, de buurt en de samenleving.
Jeugdwerk speelt een grote rol in de vrije tijd van kinderen en jongeren, maar er zijn ook nog heel wat kinderen die geen toegang hebben tot of niet bereikt worden door het jeugdwerk. Het jeugdwerk zet al langere tijd in op de eigen toegankelijkheid voor zoveel mogelijk kinderen en jongeren. Maar het recht op vrije tijd is breder dan kunnen deelnemen aan jeugdwerk. Aanvullend op (toeleiding naar) het bestaande aanbod, hebben kinderen en jongeren ook nood aan vrijheid en ruimte om hun vrije tijd zelf vorm te geven.
1. Stem van K&J staat in centraal in definiëren van vrije tijd.
2. Jeugdwerk zet kracht van vrijwilligerswerk in voor alle jongeren.
3. Wegwerken van drempels tot vrije tijd voor specifieke groepen K&J.
4. Participatie van K&J in alle beleidsdomeinen.
5. Ondersteuning en omkadering voor (jeugdwerk)praktijken op kruispunten.
Onderzoek toont dat 1 op 5 minderjarigen kampt met psychische stoornissen. Maar nog heel wat meer jongeren zitten niet goed in hun vel. Ze hebben niet de juiste tools om hier iets aan te doen of ze vinden niet de weg naar de gepaste hulp. Dit uit zich op veel manieren: wachtlijsten bij de gespecialiseerde zorg, uitval op school en in de samenleving, depressie, fysieke klachten… Ook het jeugdwerk zit met veel vragen met betrekking tot de aanpak van mentale gezondheid. Als we écht kinderen en jongeren centraal willen blijven zetten, betekent dit ook dat we hier aandacht voor moeten hebben. We hebben een systeemswitch nodig waarbij we mentaal welbevinden versterken en zo mentale problemen voorkomen en/of behandelen.
Onderzoek toont dat mentale klachten steeds vroeger beginnen. De gemiddelde en mediane leeftijden waarop een psychische stoornis duidelijk wordt, is respectievelijk 17 en 21 jaar. Dat betekent dat de helft van de stoornissen al effectief aanwezig is vóór de leeftijd van 17 à 21 jaar. Daarnaast is het goed in je vel voelen iets wat dagelijks aandacht nodig heeft, net als je fysieke gezondheid. Universele preventie en geestelijke gezondheidsbevordering zijn vanuit een public health perspective dé aanpak waarop moet worden ingezet. Dit als eventuele opstap naar selectieve preventie en hulp. De kindertijd en adolescentie zijn het geknipte moment om hieraan te werken.
Vanuit hulpverlenersperspectief komt stilaan het inzicht dat we kinderen en jongeren moeten ondersteunen daar waar zij zich bevinden. We moeten omgevingen creëren die opmerkzaam zijn voor signalen wanneer het niet goed gaat. Dit kan door samenwerkingen te organiseren op kruispunten tussen verschillende beleidsdomeinen en sectoren rond het kind of de jongere. In zo’n community of caring heeft ook het jeugdwerk haar plaats.
Vanuit het jeugdwerk willen we een voorbeeldrol opnemen vanuit onze sterkte om innovatief te handelen. We willen meer bruggen bouwen tussen de verschillende plekken en sectoren waar kinderen en jongeren zich bevinden. We willen meer opties bedenken tussen preventie en eerstelijnshulpverlening waar kinderen en jongeren terecht kunnen en waar kwalitatieve tools bestaan voor vrijwilligers, jeugdwerkers én hulpverleners. We bouwen aan een ondersteunende context waarbij er samengewerkt wordt tussen verschillende actoren/sectoren om kinderen en jongeren in hun ontwikkeling op een positieve manier te ondersteunen en alert te zijn voor signalen wanneer het (mogelijks) misloopt. We werken niet mee aan een individueel schuldmodel m.b.t. (mentale) gezondheid, maar willen net advies geven over wat je vanuit de omgeving (vb. jeugdwerk, maar ook andere sectoren) kan doen zodat zoveel mogelijk jongeren zich goed voelen en zich positief kunnen ontwikkelen. We willen jeugdwerkers hierbij in hun kracht zetten en kansen geven om te groeien in hun rol binnen preventie, maar ook als gate keepers voor wanneer het fout dreigt te gaan.
1. Samenwerking en projecten over beleidsdomeinen heen binnen een gedeelde verantwoordelijkheid rond mentaal welzijn.
2. Participatie van kinderen en jongeren op alle beleidsniveaus en binnen hulpverlening specifiek.
3. Expliciteren van mentaal welzijn als thema binnen vorming en animatorencursussen in het jeugdwerk.
4. Platte drempels in het jeugdwerk.
5. Informatiecampagnes om mentaal welzijn te normaliseren.
6. Kader rond mentaal welzijn voor jeugdwerkers met duidelijke rollen en verwachtingen.
7. Lokale netwerken en samenwerking tussen jeugdwerk en hulpverlening.