Deze visietekst kwam tot stand aan de hand van een participatief proces bestaande uit een vooronderzoek met interviews en twee transitiearena’s mentaal welzijn. Hierin waren zowel vertegenwoordigers van het jeugdwerk als experten daarbuiten aanwezig. Penhouders zijn Sara De Potter (De Ambrassade), Eline De Decker (Vlaams Instituut Gezond Leven), Robin Achterhof & Eva Bamps (KU Leuven), Ruth De Nul (Agentschap Opgroeien), Janne Vermeesch (Departement Cultuur, jeugd, media), Franka Foré (Joetz), Sarah Joos (Pimento) en Leander Mergaert (FOS Open Scouting); het transitieteam mentaal welzijn.
Wanneer je een willekeurige Vlaming zou vragen naar de meest vormende ervaringen in hun leven, dan is de kans groot dat je een antwoord krijgt dat teruggrijpt op de jeugd. Dit komt overeen met de kennis die we hebben uit wetenschappelijk onderzoek, namelijk, dat de ontwikkeling voor het 18e levensjaar cruciaal is voor je verdere levensloop. Wanneer deze ontwikkeling op welke manier dan ook spaak loopt, dan kan dit voor blijvende problemen zorgen. Om het welzijn in onze samenleving te waarborgen, is het dus van essentieel belang om goed te zorgen voor kinderen en jongeren.
De COVID-19-pandemie heeft niet alleen grote impact gehad op onze fysieke gezondheid, ook de mentale gezondheid van jonge mensen heeft waarschijnlijk sterk te lijden gehad. Beschikbare cijfers laten zien dat depressieve en angstklachten de afgelopen twee jaar zijn toegenomen – vooral voor jonge mensen – en dat de crisisjeugdhulp vooral in 2021 is overspoeld met aanvragen (Mental Assessment Group, 2022). Hoewel we de precieze (langetermijn)effecten nog niet kennen, is het onwaarschijnlijk dat de opgelopen schade tijdelijk is.
Om te kunnen nadenken over hoe deze complexe kwestie aan te pakken, helpt het om eerst uit te klaren waar we het nu precies over hebben.
Geestelijke, mentale of psychische gezondheid, mentaal welzijn of mentaal welbevinden, mentale problemen, psychische problemen, … deze verschillende termen worden allemaal door elkaar gebruikt. Uiteraard hebben ze ook wel wat met elkaar te maken, maar het is toch belangrijk om je ervan bewust te zijn dat geestelijke gezondheid méér is dan de afwezigheid van ziekte of stoornissen. Geestelijke gezondheid gaat dus niet alleen over al dan niet een depressie een angststoornis, of ADHD hebben (overzicht van psychische problemen). Maar het gaat ook over ‘positieve geestelijke gezondheid’ of ‘welbevinden’: hoe goed ‘zit je in je vel’, hoe voel je je – emotioneel en in relatie tot andere mensen, hoe energiek ben je, …. Lees meer over dit onderscheid.
Geestelijke, mentale of psychische gezondheid, mentaal welzijn of mentaal welbevinden, mentale problemen, psychische problemen, … deze verschillende termen worden allemaal door elkaar gebruikt. Uiteraard hebben ze ook wel wat met elkaar te maken, maar het is toch belangrijk om je ervan bewust te zijn dat geestelijke gezondheid méér is dan de afwezigheid van ziekte of stoornissen. Geestelijke gezondheid gaat dus niet alleen over al dan niet een depressie een angststoornis, of ADHD hebben (zie hier een overzicht van psychische problemen). Maar het gaat ook over ‘positieve geestelijke gezondheid’ of ‘welbevinden’: hoe goed ‘zit je in je vel’, hoe voel je je – emotioneel en in relatie tot andere mensen, hoe energiek ben je, …. Hier kun je meer lezen over dit onderscheid.
Mentaal welbevinden of “geluk” zijn eerder abstracte begrippen; er zijn drie belangrijke aspecten (‘bouwblokken’) die mentaal welbevinden mee vorm geven, nl. je (emotioneel) goed voelen (emotioneel welbevinden), jezelf kunnen zijn (psychologisch welbevinden) en goed omringd zijn door anderen (sociaal welbevinden). En aanvullend: in balans kunnen blijven; en omgaan met stress en tegenslagen. Deze bouwblokken vind je ook terug in de geluksdriehoek als ontwikkeld door het Vlaams Instituut Gezond Leven.
De manier waarop ‘positieve geestelijke gezondheid’ en ‘geestelijke ongezondheid’ op elkaar inspelen wordt verder verduidelijkt aan de hand van het tweevoudig continuümmodel van Corey Keyes (2005). Het eerste continuüm (de horizontale as) representeert de ‘geestelijke ongezondheid’, gaande van maximale tot minimale aanwezigheid van psychische symptomen en klachten. Het tweede continuüm (de verticale as) is de ‘positieve geestelijke gezondheid’. Dat gaat van je minimaal tot optimaal ‘goed in je vel voelen’ of mentaal welbevinden.
Beide assen vallen niet 100% samen, maar kunnen elkaar ook wel beïnvloeden. Deze wisselwerking zorgt ervoor dat het werken aan één as kan leiden tot verschuivingen op de andere as. Dit betekent ook dat wanneer er sprake is van psychopathologie (meer geestelijke ongezondheid) iemand baat kan hebben bij het versterken van hun mentaal welbevinden.
Het tweecontinuamodel heeft daarmee belangrijke implicaties voor de geestelijke gezondheidszorg. Waar tot nu toe de nadruk lag op het behandelen van stoornissen, blijkt dat investeren in welbevinden een bijdrage aan preventie van psychische stoornissen kan leveren. (uit het ‘Handboek positieve psychologie’ van Bohlmeijer, Bolier, Westenhof en Walburg, 2013).
De adolescentie is een ontwikkelingsperiode waarin jongeren veel belangrijke vaardigheden aanleren en aanscherpen die ze nodig hebben in hun volwassen leven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het (verder) ontwikkelen van sociale vaardigheden, en het zoeken naar een eigen identiteit en hun plaats in de wereld. Tegelijkertijd is de adolescentie ook de periode waarin jongeren het meest kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van mentale klachten (Solmi et al., 2021). Onderzoek toont dat 1 op 5 minderjarigen kampt met psychische stoornissen (= blauwe as van Keyes). Onderzoek toont ook dat mentale klachten steeds vroeger beginnen. De gemiddelde en mediane leeftijden waarop een psychische stoornis duidelijk wordt, is respectievelijk 17 en 21 jaar. Dat betekent dat de helft van de stoornissen al effectief aanwezig is vóór de leeftijd van 17 à 21 jaar*.
Maar nog heel wat meer jongeren zitten niet goed in hun vel (= groene as van Keyes). 1 op 3 jongeren voelt zich niet goed in zijn vel (Vlaamse Jeugdraad, 2016), 1 op 5 voelt zich eenzaam (Sigma-studie, 2019), 4 op 10 jongeren heeft moeite met in slaap vallen (SIGMA-studie, 2019) en zo kunnen we wel nog een eindje blijven doorgaan. Ze hebben niet de juiste tools om hier iets aan te doen of ze vinden niet de weg naar de gepaste hulp. Dit uit zich op veel manieren: wachtlijsten bij de gespecialiseerde zorg, uitval op school en in de samenleving, depressie, fysieke klachten… Daarom is het van groot belang om jongeren de juiste ondersteuning te bieden om hun veerkracht te laten groeien, zodat ze beter gewapend zijn tegen mentale klachten.
* Bruffaerts, Ronny. 2021. De mythes voorbij. Het Public Health perspectief in de geestelijke gezondheidszorg. Zorgnet-Icuro
Gebaseerd op de dubbele definitie van geestelijke gezondheid (nl. optimale geestelijke gezondheid = wisselwerking tussen psychopathologie en positieve geestelijke gezondheid/mentaal welbevinden) is er ook een breed spectrum van acties en interventies die je kan/moet ondernemen om te werken aan de geestelijke gezondheid.
We sommen ze hier even op:
Als maatschappij moeten we voldoende aandacht besteden aan alle onderdelen van dit interventiespectrum en acties ondernemen op alle vlakken: met enkel wachtlijsten voor behandeling afschaffen komen we er niet. Alsook niet met enkel inzetten op positieve groepsvorming. De brede waaier van interventies is nodig. De vraag die dan voorligt: wat kan het jeugdwerk betekenen binnen deze brede waaier van interventiemogelijkheden? En ook, waar stopt de rol van het jeugdwerk?
Professor Ronny Bruffaerts verwijst in dit verband naar het concept ‘community of caring’: een gemeenschap die zorg draagt voor elkaar. En dit zo vroegtijdig mogelijk; niet enkel wanneer zich psychische problemen hebben ontwikkeld. Willen we gaan naar dit soort gemeenschap dan moeten we bij elke laag van deze piramide specifieke interventies initiëren (zie ook de volledige uitleg in deze video).
Jeugdwerk heeft in dit thema een belangrijke rol te spelen. In het #jeugdwerkwerkt verhaal schreven we het al, jeugdwerk staat op kruispunten. Jeugdwerkers zijn vertrouwensfiguren, in een samenleving waarin iedereen vooral veel moet, weinig ruimte krijgt om iets al doende uit te zoeken en vooral weinig mag laten mislukken. Daarom vertrouwen kinderen en jongeren aan jeugdwerkers veel vragen toe die over iets anders gaan dan hun ‘ontspanning’: problemen met ouders, op school, met zichzelf, in de samenleving. Jeugdwerk, dat zich afspeelt in de vrije tijd van kinderen en jongeren, heeft op dat vlak dus ook een streepje voor: niets moet, alles kan. Jeugdwerk kan bij uitstek veilige omgevingen bieden waar kinderen en jongeren met hun problemen terecht kunnen, maar kan ook werken aan een positieve geestelijke gezondheidsbevordering.
Wetenschappelijk onderzoek naar de belangrijkste voorspellers van welzijn is hoopgevend. Zo blijkt dat vooral een sterke verbondenheid met anderen voorspellend is van later geluk. In resultaten van het Vlaamse SIGMA-onderzoek zien we dat het vooral kwaliteitsvolle dagelijkse sociale interacties zijn die sterk gelinkt zijn aan de geestelijke gezondheid van jongeren. Deze resultaten zijn hoopgevend, omdat ze handvaten bieden om daadwerkelijk iets te doen aan welzijnsbevordering. Wanneer we kinderen en jongeren helpen om betekenisvolle connecties met anderen te leggen, zal dit zich uitbetalen in een enorme weerbaarheid van de generaties van de toekomst.
We hebben een systeemswitch nodig waarbij we mentaal welbevinden versterken en zo mentale problemen voorkomen en/of behandelen. Vanuit het public health perspectief zijn we ervan overtuigd dat er heel wat winst te boeken valt in de vroege fases: nog voor kinderen en jongeren zich slecht beginnen voelen, maar ook eens de eerste tekenen aan de wand. Hoe meer we hier kunnen op inzetten en zaken vroegtijdig kunnen aanpakken, hoe meer we ook gespecialiseerde hulp kunnen ontzien en ervoor kunnen zorgen dat meer kinderen en jongeren goed in hun vel zitten. Laat ons hiervoor de kracht van het jeugdwerk inzetten!
We pleiten voor een tweesporenbeleid:
1. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren zich goed voelen in de groep waartoe ze behoren. Dat er een veilig klimaat heerst waarin ze zichzelf kunnen zijn en waar het omgaan met emoties als normaal wordt beschouwd. Emotionele veiligheid betekent veiligheid voor de kinderen en jongeren, maar ook voor de jeugdwerkers die in veel gevallen trouwens zelf nog jongeren zijn. Hun draagkracht moet te allen tijde bewaard blijven. Hoe zet je zo’n klimaat op? Hoe laat je kinderen en jongeren weten dat het oké is om je niet altijd oké te voelen?
2. De kloof tussen gezondheidsbevorderende en preventieve activiteiten enerzijds en de hulpverlening anderzijds is momenteel te groot. Er moeten meer bruggen komen tussen jeugdwerk en (mentale) welzijnsactoren. Hulpverlening is vaak een individueel, aanbodgericht en professioneel verhaal. Jeugdwerk aan de andere kant is een groepsgegeven, vraaggericht en steunt vooral op vrijwilligers. Hoe kunnen we die verschillen overstijgen om toch beter samen te werken? Hoe kan jeugdwerk een gate keepers rol spelen? Hoe kan welzijn een outreachende rol opnemen naar jeugdwerk en vanuit expertise ondersteunen waar nodig? Hoe kan een jeugdwerker jeugdwerker blijven, naast de jongere of groep in kwestie blijven staan, mét ondersteuning van een professionele hulpverlener? Hoe kunnen we dit regionaal organiseren?
Vanuit het jeugdwerk willen we een voorbeeldrol opnemen vanuit onze sterkte om innovatief te handelen. We willen meer bruggen bouwen tussen de verschillende plekken en sectoren waar kinderen en jongeren zich bevinden. We willen meer opties bedenken tussen preventie en eerstelijnshulpverlening waar kinderen en jongeren terecht kunnen en waar kwalitatieve tools bestaan voor vrijwilligers, jeugdwerkers én hulpverleners. We bouwen aan een ondersteunende context waarbij er samengewerkt wordt tussen verschillende actoren/sectoren om kinderen en jongeren in hun ontwikkeling op een positieve manier te ondersteunen en alert te zijn voor signalen wanneer het (mogelijks) misloopt. We werken niet mee aan een individueel schuldmodel m.b.t. (mentale) gezondheid, maar willen net advies geven over wat je vanuit de omgeving (vb. jeugdwerk, maar ook andere sectoren) kan doen zodat zoveel mogelijk jongeren zich goed voelen en zich positief kunnen ontwikkelen. We willen jeugdwerkers hierbij in hun kracht zetten en kansen geven om te groeien in hun rol binnen preventie, maar ook als gate keepers voor wanneer het fout dreigt te gaan.
We zien drie toekomstbeelden met telkens bepaalde wegen naar verandering, de zogenaamde transitiepaden:
Kinderen en jongeren en hun welzijn worden integraal benaderd. Het maakt niet uit van waar het geld komt. Alle omringende sectoren hebben hetzelfde voor ogen: kinderen en jongeren voelen zich goed en kunnen zich positief ontwikkelen. Er wordt samengewerkt over beleidsdomeinen en sectoren heen. Het is duidelijk tot waar de verantwoordelijkheid van een jeugdwerker loopt en waar die van een hulpverlener begint. De omringende sectoren (jeugdwerk, jeugdhulp, geestelijke gezondheid, welzijn, onderwijs) kennen elkaar en reiken uit naar elkaar. Dit kan zelfs op fysieke plekken waar ze allen aanwezig zijn. Ieder wordt gewaardeerd om de expertise die die binnenbrengt. Kinderen en jongeren hebben een stem waarnaar wordt geluisterd. Het kind of de jongere in een hulpverlenerstraject blijft eigenaar van zijn traject met de ondersteuning van een trajectgezel. Hulp wordt op maat geboden en er zijn verschillende opties.
Er is nood aan een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid om over alle beleidsdomeinen heen het probleem samen aan te pakken. De outreach naar onderwijs is hierin van essentieel belang. Het is de enige plek waar zo goed als alle kinderen en jongeren passeren. Er zijn al heel wat initiatieven, maar die zouden overal en in alle scholen een feit moeten zijn. Concreet gaat het over inzetten op psycho-educatie (al dan niet als apart ‘vak’), inzetten op de ‘gouden weken’ aan het begin van het schooljaar, dagelijks methodieken integreren als kringgesprekken of cirkels etc
Kinderen en jongeren een regierol geven wanneer het aankomt op mentaal welzijn en hulpverlening is nog niet zo wijd verspreid. We hebben de neiging problemen voor hen te willen oplossen. We moeten evolueren naar een systeem waar jongeren eigenaar zijn van hun eigen traject en er vraaggericht kan worden ingespeeld. Een trajectgezel kan de jongere hierin ondersteunen. Zo kunnen we het bestaande hokjes denken overbruggen en er toe bijdragen dat jongeren juist terecht komen. Daarnaast is er nood aan participatieve werkgroepen met jongeren op verschillende beleidsniveaus om problemen, maar ook oplossingen vanuit hun leefwereld te belichten.
Kinderen en jongeren staan in verbinding met zichzelf en elkaar. Voor elke jongere is er een plek in het jeugdwerk, dé expert verbinding. Ook voor jongeren die al in een hulpverlenerstraject zitten blijft deze basisverbinding essentieel. Er zijn platte drempels binnen jeugdwerk. Het jeugdwerk wordt gekenmerkt door veilige omgevingen waar iedereen welkom is en zichzelf kan zijn. Zo is er aandacht voor diversiteit en ieders achtergrond. Iedereen weet er wat mentaal welzijn inhoudt en erover in gesprek gaan is een vanzelfsprekendheid. Kinderen en jongeren weten dat het oké is om je niet altijd oké te voelen. Sociale media wordt ingezet als kans om deze verbinding ook online door te trekken.
Mentaal welzijn is impliciet al in heel wat zaken binnen jeugdwerk aanwezig, ook binnen het opleidingsaanbod voor animatoren. Om verdere stappen te zetten is het belangrijk zaken te gaan expliciteren en hierrond ook vorming te organiseren. Dit kan gaan over talentgericht werken, nadenken over doelen van activiteiten waarbij ‘een veilige omgeving’ creëren ook een doel is, verbondenheidscirkels introduceren,… tot een 8e verplichte competentie creëren binnen de kadervorming.
Deelnemen aan jeugdwerk houdt drempels in voor sommige kinderen en jongeren. Sommige van die drempels zijn explicieter, bijvoorbeeld inschrijvingsgeld, een uniform, bereikbaarheid,… Maar de drempels kunnen ook impliciet zijn: vooroordelen, representatie van diverse achtergronden in de groep,… Deze zaken moeten bewust worden aangepakt, waarbij er aandacht gaat naar het potentieel van eenieder en het creëren van een veilige context. Drempels zullen er altijd zijn, maar laat ons ze zo ‘plat’ mogelijk maken.
Er is een breed engagement nodig in de samenleving om ervoor te zorgen dat je niet altijd goed in je vel voelen of psychische kwetsbaarheid bespreekbaar en aanvaard worden. Brede campagnes kunnen hierbij helpen. Maar ook kunnen er specifieke zaken worden opgezet binnen en buiten het jeugdwerk, zoals buddy systemen, peer support etc. Communities die verbinden kunnen zowel fysiek als online plaatsvinden. Sociale media kunnen hiertoe een kracht zijn.
Kinderen, jongeren en jeugdwerkers weten hoe ze aan mentaal welzijn kunnen werken en waar ze terecht kunnen voor informatie en toegankelijke hulp. Ze weten ook hoe ze hun peers kunnen ondersteunen. Het is helder wat van jeugdwerkers, op alle niveaus, wordt verwacht. Zo zijn er ook gate keepers die toezien op het mentaal welzijn van de leden van hun groep. Als er knipperlichten zijn, kan door een korte lijn met nabije hulpverlening kort op de bal worden gespeeld. De hulp, voor het individu of de groep, wordt snel opgestart. Er gaat geen kostbare tijd verloren en er zijn geen drempels bij het opstarten van hulpverlening. De draagkracht van de jeugdwerker wordt niet overbelast.
In het jeugdwerk wordt nu vaak reactief opgetreden bij problemen rond mentaal welzijn. Het is belangrijk de focus te verleggen naar een proactief optreden zonder hierbij een hulpverlenersrol op te nemen. Dit kan door veilige contexten te creëren als basis. Het is hierbij belangrijk te expliciteren wat wel en niet verwacht wordt van jeugdwerkers. Dit in een kader, opgesteld voor en door het jeugdwerk, volgens statuten van de verschillende jeugdwerkers (vrijwilliger, professioneel, leeftijd,…). Sommige jeugdwerkers kunnen een extra rol toebedeeld krijgen rond vroegdetectie als een ‘gate keeper’ voor het mentaal welzijn van hun groep. Iemand die fungeert als vertrouwenspersoon en bij wie ook andere jeugdwerkers terecht kunnen. Met dit kader kunnen groepen vervolgens zelf hun visie ontwikkelen en aan de slag gaan.
Er is nood aan meer lokale afstemming en samenwerking rond mentaal welzijn bij jongeren. De core van jeugdwerk blijft spelen, plezier maken, verbinding… Het is de taak van de hulpverlening (jeugdhulp, geestelijke gezondheidzorg,…) om een outreachende rol op te nemen richting het jeugdwerk. Zij kennen het landschap en weten waar men terecht kan voor gepaste hulp voor zowel een individu als een groep. Dit wordt idealiter op regionaal niveau georganiseerd, zodat er kan worden ingezet op nabijheid en elkaar leren kennen. Lokale besturen maar ook Huizen van het Kind of OverKophuizen kunnen hierbij een rol spelen om alle relevante actoren met elkaar in contact te brengen en de samenwerking en outreach te faciliteren.
We beginnen niet van nul. Tal van initiatieven staken reeds de kop op en sprongen in de bres voor het mentaal welzijn van kinderen en jongeren. We hopen dat hun praktijken nog meer structureel versterkt kunnen worden en hun lessons learned breed meegenomen. Zij doen het al! Hieronder volgt een kleine, niet exhaustieve, opsomming. Ken je nog of ben je een frontrunner? Laat het ons weten!
Het PONT-ON project ondersteunt jeugdwerkers met consult en vorming, en bouwt bruggen tussen het jeugdwerk en de gezondheidszorg. Het PONT-ON project is een samenwerking tussen de Jeugddienst van Gent, CGG Adentro en Overkop. Het project versterkt jeugd(welzijns)werkers in het omgaan met mentaal welzijnsthema’s binnen hun werking. Als jeugdwerker sta je vaak dicht bij de jongeren en hun leefwereld, of ben je misschien zelfs een vertrouwenspersoon voor hen. Je maakt je misschien zorgen over hun welzijn, maar weet niet goed wat je hierin kan betekenen. PONT-ON helpt je op weg.
OverKophuizen zijn laagdrempelige, veilige en toegankelijke ontmoetingsplekken waar jongeren terecht kunnen om te ontspannen en zich te amuseren, maar ook voor een babbel over hoe het met hen gaat. OverKop vertrekt vanuit ontmoeting en vrije tijd, maar hulp en ondersteuning zitten inherent verweven in de werking en in het bredere OverKopnetwerk. Participatie en co-creatie door jongeren, presentie, toegankelijkheid en vertrouwen zijn codewoorden binnen OverKop. Binnen een OverKopnetwerk slaan partners binnen het jeugdwerk, welzijn, onderwijs, geestelijke gezondheidsbevordering en - zorg, en lokale besturen de handen in elkaar.
Safe Space is een inloophuis, dat een veilige omgeving wil bieden aan jongeren en hun ouders. Ze zetten zich dagelijks in voor persoonlijke/identiteits- ontwikkeling en relaties. Safe Space wil haar jongeren en hun ouders stimuleren om actief te participeren aan de samenleving en hen prikkelen hun burgerschap te bevorderen. Safe space in Antwerpen is sinds kort ook een OverKophuis.
Homaar is een plek in Wetteren waar je als jongere tussen 15 en 23 jaar ruimte krijgt om te groeien. Je kan gedurende twee weken overdag terecht in het huis om even op adem te komen, stil te staan bij jouw thema’s en erna met ‘goesting’ verder te kunnen gaan. We gaan er actief aan de slag, zodat je al je talenten kan (her)ontdekken en die sterktes kan gebruiken op school, in je opleiding, thuis, in je relatie of in je job.
Young FENIX staat voor een inclusieve en divers-sensitieve samenleving waar mentaal welzijn van jongeren een centrale plaats inneemt. Ze willen het stigma rond mentale (on)gezondheid doorbreken. Van het pleintje tot het klaslokaal tot de woonkamer. Overal zou een jongere zonder schaamte of angst moeten kunnen vertellen over hoe hij/zij/die zich voelt. Door het onbespreekbare te normaliseren, zetten ze in op preventie van allerlei welzijnsproblematieken.
Awel is de luisterlijn voor kinderen en jongeren in Vlaanderen en Brussel. Awel wil elk kind en elke jongere een luisterend oor bieden. Awel biedt dat luisterende oor vanuit 4 grondhoudingen: empathie, echtheid, onvoorwaardelijk aanvaarden en empowerment. Awel biedt ook vormingen aan voor externen die meer willen verdiepen in luister- en gesprekstechnieken.
We verzamelden in een ander artikel ook heel wat methodieken en spelen om rond mentaal welzijn in je groep aan de slag te gaan: