Iedereen kan het initiatief nemen om ruimte te delen:
Een succesvol initiatief vereist een gedreven initiatiefnemer, verdeelt de taken en werkt samen tussen de verschillende betrokkenen.
Het succes van gedeelde ruimte initiatieven hangt voor een belangrijk deel af van de initiatiefnemer. Wil je een succesvol gedeeld ruimte-initiatief opstarten? Bouw dan een sterke visie uit over de doelstellingen die je wil bereiken en over de rol die het delen van ruimte daarin kan spelen. Vanuit deze visie kan je ook anderen overtuigen van het nut van ruimte delen. Combineer deze visie met een pragmatische basishouding en een grote actiegerichtheid.
Leg de nadruk op experimenteren en doen, op leren door middel van trial and error, en op het oplossen van problemen als ze zich voordoen. Vertrek vanuit een sterk engagement op, en een nauwe betrokkenheid bij het initiatief. Ongeacht of je vrijwillig of als beroepskracht aan de slag gaat. Stel je fundamenteel open naar de andere gebruikers, en benader hen als echte mede-eigenaars van het initiatief en de ruimte.
Door de combinatie van deze vier kwaliteiten zorg je voor een sterke drive en dynamiek die anderen enthousiasmeert en de dingen doet vooruit gaan.
Als je het initiatief wil nemen om ruimte te delen ben je niet verplicht dat volledig op eigen houtje te doen. Integendeel, vaak wordt de organisatie en het beheer van gedeeld gebruik gedeeld tussen meerdere betrokkenen, die elk een deel van de verantwoordelijkheid op zich nemen. Zo kan de eigenaar instaan voor het beheer van de infrastructuur, terwijl de gebruikers zelf onderlinge afspraken maken en regelingen treffen voor het samen gebruiken van de ruimte. (bron: Slimgedeeld.be)
Dit is van toepassing op gebouwen waarvan sommige ruimtes structureel en exclusief ter beschikking gesteld worden aan bepaalde organisaties, verenigingen of individuen. Hierbij zorgt elke instelling voor het beheer van zijn eigen ruimtes. De verschillende instellingen hebben rechtstreeks contact met de eigenaar van het gebouw. Een voordeel van gesplitst beheer is o.a. de grotere mate van autonomie met betrekking tot het kiezen van eigen leveranciers en dienstverleners. Een nadeel van gesplitst beheer is dat het in verhouding veel tijd kost omdat ieder het zijne regelt. Ook verlies je schaalvoordelen. Het is vaker onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de gemeenschappelijke ruimtes.
Bij gebundeld beheer wordt het beheer centraal aangestuurd. Enkele mogelijkheden: een zelfstandige beheersorganisatie zorgt voor het beheren van het gebouw. Of er wordt een stuurgroep opgericht die toeziet op het beheer van het gebouw. Of het gebouw wordt beheerd door één hoofdgebruiker. Voordelen van gebundeld beheer zijn dat er één aanspreekpunt is en het kosten- en tijdsefficiënt is. Er is ook duidelijkheid over het beheer van de gemeenschappelijke ruimtes. Het nadeel van gebundeld beheer is dat er iets minder autonomie is per organisatie. Deze vorm van beheer vereist ook een periodiek overleg, maar dat is sowieso aangewezen.
De eigenaar of de gebruikers besteden het totaal beheer uit aan een derde partij, veelal het lokaal bestuur. Het grootste voordeel van uitbesteding is uiteraard tijdsbesparing. Maar er zijn ook wel nadelen. Zo is het duurder indien de uitbesteding gebeurt door een privé-partner en niet door het lokaal bestuur. Gebruikers moeten ook gedeeltelijk de autonomie uit handen geven. Tot slot heeft de ‘facility manager’ soms een vreemde positie tussen gebruikers en eigenaar. Het is soms onduidelijk wie er aanstuurt, tenzij er goede afspraken zijn.
Het gedeeld gebruik van de stadsscholen in Gent en Antwerpen wordt georganiseerd vanuit de stad, die als tussenpersoon optreedt tussen de scholen en de gebruikers. Overeenkomsten met de gebruikers worden opgesteld door iemand binnen de stad die hiervoor werd aangesteld. Op die manier worden de scholen administratief ontlast.
Verschillende partijen zijn betrokken bij het delen of openstellen van ruimte: eigenaar, gebruiker, overheid, intermediair, en de buurt. De rollen en verantwoordelijkheden die deze verschillende betrokkenen opnemen varieert naargelang de context, en overlapt meermaals. Een goede afstemming en samenwerking tussen de betrokken partijen is dus van groot belang.
Samenwerking is niet enkel nodig op projectniveau maar ook op hogere schaal. Heel wat uitdagingen overstijgen namelijk het niveau van een gedeelde ruimte project, maar dienen te worden aangepakt op de schaal van de gemeente of stad (of zelfs op Vlaams of Europees niveau).
Door het vormen van nieuwe coalities – in de eerste plaats op lokaal niveau – tussen verschillende betrokken overheden enerzijds en burgers, organisaties, initiatieven en eigenaars die een pioniersrol opnemen op vlak van het delen van ruimte anderzijds kunnen de krachten gebundeld worden. Zulke nieuwe coalities zijn ongetwijfeld het best geplaatst om een breed gedragen visie en beleidskader te ontwikkelen rond het delen van ruimte, maar bijvoorbeeld ook om belemmerende regelgeving onder de loep te nemen en aan te pakken.
Je zal merken dat sommige gebruikers meer betrokken zijn bij het gedeelde gebruik dan andere. Dat varieert soms zelfs binnen één gedeelde ruimte initiatief.
Voor heel wat medegebruikers is gedeeld gebruik geen bewuste keuze. Vaak is gedeeld gebruik iets waar je toevallig op uit komt in je zoektocht naar een geschikte plek, of is het iets dat van bovenaf – bijvoorbeeld door je gemeente – wordt gestimuleerd of zelfs opgelegd. Anderen kiezen bewust voor gedeeld gebruik omdat zij hier een meerwaarde in zien.
Houtbewerker Wietse kiest bewust voor een gedeeld atelier.
Voor Wietse - een jonge houtbewerker die een atelier in Borgerhout deelt met een aantal andere beginnende schrijnwerkers – was ruimte delen een logische keuze: “Het leuke is dat wij allemaal samenwerken maar geen concurrenten zijn. Dat is gewoon fijn.
Dat je niet alleen thuis zit te werken, maar dat je elkaar wat kan helpen of ervaringen kan uitwisselen. Voor we deze atelier hadden opgestart huurde ik een atelier met een kameraad, maar die was duurder in verhouding tot de ruimte, en wij hadden te weinig plek.
Nu kunnen we de middenruimte gebruiken voor grotere projecten. Voor ons creëert dat kansen omdat we kunnen leren van elkaar, omdat we elkaar kunnen helpen, omdat we samen projecten kunnen aannemen, en dat er eigenlijk nooit een project verloren gaat omdat je geen tijd hebt. Het genereert extra werk, en daardoor zijn er al enkelen onder ons die de overstap naar het statuut van zelfstandige aan het maken zijn.” (Wietse, houtbewerker uit Borgerhout)
Kies voor een stimulerend en ondersteunend beleid, en ga steeds een open dialoog aan met alle betrokkenen als je gedeeld gebruik wenst op een bepaalde site. Leg gedeeld gebruik niet eenzijdig van bovenaf op. Zorg voor voldoende draagvlak wanneer je wil inzetten op gedeeld gebruik van een bepaalde infrastructuur. Dat draagvlak kan groeien door samen met de betrokken organisaties, de buurt, en andere relevante stakeholders een kwaliteitsvol participatieproces te lopen.