[anysurfer.logo]

Handleiding Ruimte Delen

Ben jij op zoek naar een plek/ruimte voor je werking? Deze handleiding geeft tips mee voor eigenaars en gebruikers van gedeelde ruimte.
Home

De buurt

Een belangrijke betrokkene bij gedeelde invullingen is de buurt. Als gedeelde invulling richt je je best in de eerste plaats op de buurt, of op verenigingen uit de buurt. Daarnaast zijn er sommige invullingen die eerder een bovenlokaal bereik hebben.

Bereiken van de buurt

Het bereiken van de buurt gaat niet altijd vanzelf, en heel wat gedeelde en tijdelijke invullingen met een open werking moeten aanvankelijk heel wat moeite doen om mensen uit de buurt te lokken. Er is dus sprake van een paradox: enerzijds is er een grote nood aan ruimte, anderzijds vinden aanbieders van ruimte niet zomaar een publiek.

“Mensen uit de buurt zoals jongeren maar ook volwassen, families en kinderen proberen te betrekken door hen te gaan aanspreken vergt veel moeite en is een traag proces."

"Mensen uit de buurt – jongeren, maar ook volwassenen, families, kinderen - proberen te betrekken door hen te gaan aanspreken vergt veel moeite en is een traag proces.

We gingen de straat op om mensen aan te spreken, uit te leggen wat het project is, flyers te geven, programma’s uit te delen, organisaties uit te nodigen om iets te doen. In het begin kwam er bijna geen publiek.

We hadden ook niets om ze naar hier te lokken. Het was ook erg vaag: ‘Kom, want er is een lege ruimte en je kan er van alles in doen.’ Dat is een heel moeilijk en hoogdrempelig aanbod. Daar hebben we ons in het begin aan mispakt: ‘Allee waar blijft de buurt?’ We zijn er echt actief naar op zoek moeten gaan." (Pepijn Kennis, Toestand)

Er zijn verschillende strategieën om de buurt te betrekken
  • Flyeren in de buurt, van deur tot deur gaan … Gebruikmaken van de sociale media (Facebook)
  • Organiseren van open activiteiten voor de buurt: opendeurdag, barbecue
  • Contacten leggen met diverse organisaties uit de buurt en een beroep doen op hun netwerk (scholen, jeugdwerk, buurtwerk, wijkcomité, samenlevingsopbouw …)

Bereiken van een divers publiek

Een andere uitdaging is om de buurt in al haar diversiteit te bereiken. Initiatieven slagen daar op sommige vlakken beter in dan op andere, doordat er bijvoorbeeld wel een intergenerationele mix ontstaat, maar geen interculturele (of vice versa). Het bereiken van een divers publiek vereist een voortdurende aandacht voor en investering in de openheid van een project, en dat is geen eenvoudige oefening.

Je zal merken dat je sommige groepen gemakkelijker bereikt dan andere. Welke groepen dat zijn, varieert sterk van initiatief tot initiatief. In Gent bereik(t)en de meer ‘hippe’ tijdelijke invullingen met een eerder bovenlokale uitstraling, zoals Kerk of Dok, in de eerste plaats een jong, blank middenklassepubliek, terwijl bijvoorbeeld het moestuinproject op De Site ook heel sterk aansloeg bij de Turkse bewoners uit de buurt.

“In de invulling van dit soort panden letten we erop dat we geen wit pand gaan maken, en een Turks pand, en een Italiaans pand."

 In Genk streeft de stad steeds naar een zo divers mogelijke mix in haar gedeelde infrastructuren: “In de invulling van dit soort panden letten we erop dat we geen wit pand gaan maken, en een Turks pand, en een Italiaans pand. Het Kliniekske in Winterslag is ook zo’n pand. Het is een oud kliniekske, een kleintje. Daar zitten nu 20 verenigingen denk ik. 


Opnieuw in eenzelfde mix van theaterverenigingen tot amauteurschilders tot de wijnclub. Maar ook een Turks religieus koor, een paar nonnetjes vanuit het Abrahamshuis - dat is een interreligieuze club - de vrije radio. Hoe vreemder hoe beter.” (Gert Philippeth, Dienst Cultuur Stad Genk)

Meerwaarde of overlast voor de buurt

Door te kiezen voor een buurtgerichte invulling van je gedeelde ruimte kan je heel wat meerwaarde genereren voor de buurt. Buurtgerichte invullingen

  • Creëren extra ruimte voor buurtgerichte activiteiten die kampen met plaatsgebrek
  • Brengen de buurt dichter bij elkaar, zorgen voor ontmoeting, en versterken de sociale cohesie
  • Stimuleren de betrokkenheid en het mede-eigenaarschap van buurtbewoners
  • Gaan verloedering tegen en verbeteren de buurtkwaliteit door het tegengaan van leegstand en verkrotting 
  • Geven een identiteit aan de buurt
  • Bieden kansen voor (sociale) tewerkstelling of vrijwillig engagement in de buurt

Gedeelde invullingen brengen echter ook soms overlast voor de buurt met zich mee

  • Het delen van ruimte leidt tot een meer intensief ruimtegebruik, en dat kan bijvoorbeeld leiden tot meer geluidshinder of een grotere parkeerdruk. Zo zorgt het gedeeld gebruik van een school ervoor dat de druk op de buurt niet beperkt blijft tot de schooluren, maar zich ook manifesteert na schooltijd, in het weekend en tijdens de schoolvakanties.
  • De herwaardering van een buurt ten gevolge van een tijdelijke of gedeelde invulling kan bovendien leiden tot stijgende huur- en grondprijzen (gentrificatie).
  • Tot slot kunnen nieuwe invullingen het bestaande evenwicht in een buurt verstoren en tot concurrentie leiden met bestaande initiatieven en organisaties in de buurt.

Grosso modo kan je als gedeelde invulling op twee manieren met deze overlastproblematiek om gaan

  • Een eerste manier is om de buurt zo veel mogelijk te betrekken bij de gedeelde invulling, en het gedeeld gebruik in de eerste plaats op de buurt te richten, zodat een groot draagvlak voor de gedeelde invulling ontstaat.

Je kan bijvoorbeeld nog voor de opstart een voorbereidend participatief traject lopen met de verschillende betrokkenen, waaronder de buurt. Op die manier kunnen de noden van de buurt worden meegenomen en kan een grotere meerwaarde voor de buurt worden gecreëerd. In een precaire buurt waar een grote woonnood heerst, is het zinvoller om leegstaande ruimte (indien mogelijk) te gebruiken voor tijdelijke bewoning dan te kiezen voor een socioculturele invulling gericht op een middenklassepubliek.

Probeer bovendien zo aanspreekbaar mogelijk te zijn voor de buurt, zodat frustraties snel aangepakt kunnen worden. Dat kan onder meer door

  • Te zorgen voor een duidelijk aanspreekpunt voor de buurt
  • De buurt steeds goed te informeren over de gedeelde invulling, de activiteiten die er plaatsvinden, en de eventuele overlast die dat met zich mee kan brengen
  • Een regelmatig bewonersoverleg te organiseren
Praktijkvoorbeelden

Alvorens haar avontuurlijke speelplaats open te stellen als parkje voor de buurt, voerde basisschool De Toverberg in Gent een intensief participatieproces met leerkrachten, leerlingen, ouders en buurt. De school werd daarbij ondersteund door de jeugddienst van de stad.

In het nieuwe Heuvelpark aan de rand van Aalst werd een paardenstal omgebouwd tot een natuureducatieve schuur. Om de buurt en de verenigingen uit de buurt te betrekken bij het gebruik en het beheer van de schuur, werd een participatief traject opgestart door de stad in samenwerking met het Regionaal Landschap Schelde-Durme.

Probeer bovendien zo aanspreekbaar mogelijk te zijn voor de buurt, zodat frustraties snel aangepakt kunnen worden. Dat kan onder meer door

  • Te zorgen voor een duidelijk aanspreekpunt voor de buurt
  • De buurt steeds goed te informeren over de gedeelde invulling, de activiteiten die er plaatsvinden, en de eventuele overlast die dat met zich mee kan brengen
  • Een regelmatig bewonersoverleg te organiseren

  • Ten tweede kunnen er maatregelen genomen worden om de hinder zo veel mogelijk te beperken, bijvoorbeeld door te investeren in geluidsisolatie, ’s avonds geen luidruchtige activiteiten te programmeren, gebruikers te sensibiliseren om zo weinig mogelijk met de auto te komen.

Ook een verstandige inplanting van gedeelde invullingen en een goede inbedding in de buurt kan de overlast beperken. Het bouwen van een gedeelde jeugdsite in het centrum van de gemeente, en het centraliseren van alle jeugdwerk op deze site, is in dat opzicht bijvoorbeeld niet altijd een goed idee.

Enerzijds kan dat leiden tot te veel druk op deze plek, en anderzijds hoort elke jeugdvereniging thuis in zijn eigen buurt, wijk, of deelgemeente, en trek je hen beter niet weg uit dat lokale weefsel. Meestal is het beter om op buurt- of wijkniveau ruimte te gaan delen.

Activiteiten die veel (geluids)hinder met zich meebrengen concentreer je best niet op één plek midden tussen de woningen, maar geef je misschien beter een plaats in een ruimte zonder onmiddellijke buren. Hou daarbij wel rekening met de bereikbaarheid, en vermijd plekken die enkel met de auto te bereiken zijn.

Op gemeentelijk (of bovenlokaal) niveau vereist het delen van ruimte dan ook een planmatige aanpak

  • Breng leegstaande of onderbenutte ruimtes in kaart met hun potenties en uitdagingen, en werk voor elke ruimte een plan uit voor reactivering in functie van de buurt. Enkele gemeenten maakten bijvoorbeeld kerkenplannen op om een meer planmatig beleid te kunnen voeren met betrekking tot de religieuze infrastructuur op hun grondgebied.
  • Zorg op (boven)gemeentelijk niveau voor een goede mix van projecten die verschillende doelgroepen bereiken, en die telkens zo goed mogelijk aansluiten bij de noden van de buurt. Vermijd bijvoorbeeld dat alle leegstaande ruimtes worden ingericht als pop-upbar.
  • Ga uit van een weefselbenadering: hoe verhouden (geplande) gedeelde en tijdelijke invullingen zich ten opzichte van het woonweefsel, het duurzaam mobiliteitsweefsel, het speelweefsel, het web aan bestaande voorzieningen, organisaties en initiatieven.

Overlast: inbraak en vandalisme

Gedeelde ruimte-initiatieven worden soms geconfronteerd met overlast (al dan niet vanuit de buurt): vandalisme, brandstichting, diefstal, sluikstorten … Voor de initiatiefnemers is dat vaak een serieuze domper.

Bovendien leiden zulke incidenten regelmatig tot een vertrouwensbreuk met bepaalde groepen uit de buurt of zelfs met bepaalde gebruikers. Het is niet eenvoudig om een antwoord te bieden op overlastproblemen, maar met een goede buurtparticipatie en buurtwerking kom je vaak al ver.

Toen basisschool De Toverberg in Gent besliste haar avontuurlijke speelplaats na de schooluren open te stellen voor de buurt, was er aanvankelijk wel wat vrees voor sluikstorten en vandalisme, aangezien men daar ook voordien al mee te kampen had gehad. Door de buurt van bij het begin nauw te betrekken bij de plannen voor openstelling en te zorgen voor een groot mede-eigenaarschap bij de buurtbewoners werden overlastproblemen vanuit de buurt met succes vermeden.

Mede-eigenaarschap van de buurt en de verschillende gebruikers van de gedeelde invulling zorgt bovendien voor een goede sociale controle. En ook dat is belangrijk om overlast tegen te gaan. Voor sommige eigenaars kan het vermijden van overlast door het versterken van de sociale controle zelfs een reden zijn om tijdelijk gebruik toe te laten in hun leegstaande eigendom.

“De goesting is wat aangetast op dit moment, door de ontgoocheling."

Na een inbraak op de tijdelijke invulling Allee du Kaai “zijn allerlei activiteiten afgelast voor een week zodat we ons kunnen focussen op het beveiligen van de site. Dit zorgt vooral voor heel wat morele schade. De goesting is wat aangetast op dit moment, door de ontgoocheling. Hopelijk komt dit snel terug.” (Pepijn Kennis, Toestand)