Praktisch
- Aantal deelnemers: Max. 30 personen
- Tijdsduur: 40’
- Materiaal:
Doelstellingen
- De deelnemers herkennen de belangrijkste pictogrammen;
- De deelnemers kent het doel van veiligheidsverlichting;
- De deelnemers kent het doel van een rookmelder;
- De deelnemers kennen de belangrijkste gevaren.
Verloop
1. Pictogrammen – Verhaal (15’)
- De deelnemers herkennen de belangrijkste pictogrammen:
- Nooduitgang/uitgang/evacuatieweg (4)
- Blusmiddelen: haspel, blusdeken en brandblusser (3)
- Evacuatie en alarm: drukknop (1)
- Verzamelplaats (1)
- EHBO (1)
- Gevaaretiketten: gas onder druk, elektriciteit, brandbare stoffen, giftige stoffen, bijtend, gevaarlijk, milieugevaarlijke, explosiegevaar, oxiderend, ernstig gevaren voor de gezondheid (10)
Methodiek:De deelnemers krijgen per tafel (groep van 4 tot 5 personen) elk een set van 20 pictogrammen en het verhaaltje. De pictogrammen komen aan bod doorheen het verhaal. Het is aan hen om het verhaal te lezen en de pictogrammen die in het verhaal aan bod komen in de juiste volgorde te leggen.
Nadien leest de workshopgever het verhaal voor en houden de deelnemers de pictogrammen omhoog wanneer ze aan bod komen in het verhaal.
Het is niet erg als pictogrammen fout worden gebruikt. Je mag een creatief gebruik van de pictogrammen aanmoedigen zodat het wat luchtiger wordt. Zie het vooral als een eerste kennismaking met de pictogrammen.
Hieronder zijn 2 voorbeeldverhalen die je kan gebruiken, maar we houden je niet tegen om zelf creatief aan de slag te gaan en een eigen verhaal te bedenken.
- Verhaal 1
Wij bevinden ons op een regendag in de jeugdlokalen en spelen een spel met de kinderen van mijn Groep. Plots weerklinkt het brandalarm en moeten wij de jeugdlokalen verlaten. Ik kijk vlug rond om te kijken welke vluchtrichting ik moet volgen om de uitgang te bereiken. Eens ik ben buitengekomen ga ik op zoek naar de verzamelplaats. Na controle door de brandweer heeft die meegegeven dat de brand is ontstaan aan een brandbaar product. Naast deze producten stonden nog producten gestapeld die een teken vertoonde van een bijtend product wat waarschijnlijk diende om de gootsteen te ontstoppen.
Oplossing verhaal 1:
- Verhaal 2
Vandaag een ……….activiteit, leuk.
Al mijn leden zijn er en iedereen is dolenthousiast. Eerst even alle spullen bij elkaar zoeken. Pffff wat een rommel, tijd dat we de kasten nog eens opruimen.
Wat doet trouwens deze fles met dit brandbaar product hier, dat hoort thuis in de kast met gevaarlijke producten. Net zoals deze fles met WC-ontstopper, ik zou echt niet willen dat dit bijtende product in de ogen van één van onze leden komt.
Wat gebeurt er nu, er komt rook uit de elektriciteitskast. Ik druk de knop in van de handbrandmelder waardoor ik iedereen in het gebouw waarschuw en zeg dat ze het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten.
Iedereen weet dat dit via de dichtstbijzijnde uitgang of nooduitgang moet. Gelukkig zijn er voldoende bordjes die de vluchtweg aanduiden. Belangrijk is dat ik nu zo snel mogelijk al mijn leden naar buiten begeleid zodat iedereen veilig is.
Ik kom langs de kast met de brandblussers en de muurhaspel.
Maar nu is het vooral belangrijk dat we veilig buiten geraken, misschien kan één van mijn medeleiding een eerste bluspoging wagen.
Het licht valt uit. Gelukkig gaat de veiligheidsverlichting aan en zie ik nog voldoende om veilig buiten te geraken.
Buiten gekomen neem ik iedereen mee naar de verzamelplaats en bel ik naar 112.
Oplossing verhaal 2:
Niet alle pictogrammen zullen gebruikt worden – De pictogrammen die niet aan bod kwamen kunnen daarna nog besproken worden.
In een 2e stap na het overlopen van het verhaal worden alle pictogrammen besproken aan de hand van de powerpoint.
De uitleg van alle pictogrammen vind je in de notities bij de PowerPoint.
Ga in interactie met de deelnemers.
- Kennen ze de pictogrammen
- Zijn ze ergens te vinden in hun lokaal
- Hebben ze ze al ergens anders gezien
- Wat blijft hen bij?
2. Gevaren – Wat gebeurt er in het filmpje of op de foto? (35’)
- De deelnemers kennen de belangrijkste gevaren:
- Batterijen;
- Afval, orde en netheid;
- Elektriciteit;
- Kaarsen, fakkels en theelichtjes;
- Sfeerverlichting en decoratie;
- Gevaarlijke stoffen;
- Extra verwarmingselementen;
- Gas.
Methodiek:
Bedoeling is om tijdens deze methodiek heel sterk in interactie te gaan met de deelnemers. Herkennen ze het gevaar, wat zouden ze anders doen... maak dus zeker voldoende ruimte voor stap 2 en 4 in deze methodiek.
Stap 1: Toon een filmpje of een foto van een gevaar
Stap 2: Herkennen ze het gevaar? Waren ze zich bewust van dit gevaar? Komt dit gevaar ook voor in hun eigen jeugdlokaal?
Stap 3: Geef wat extra uitleg bij dit gevaar. De uitleg kan je vinden op de slides.
Stap 4: Wat zouden ze veranderen aan de situatie op de foto/in het filmpje om dit gevaar te voorkomen? Wat zouden ze veranderen aan de situatie in hun jeugdlokaal om dit gevaar te voorkomen?
Bij gevaarlijke stoffen wijken we lichtjes af van dit stappenplan:
Stap 1: Gevaarlijke stoffen veiling.
Vraag aan de deelnemers hoeveel van de gevaarlijke stoffen op de slide ze hebben staan in hun jeugdlokaal. Ze mogen elkaar overbieden. Wie heeft de meeste gevaarlijke stoffen in zijn jeugdlokaal?
Stap 2: Herkennen ze het gevaar? Waren ze zich bewust van dit gevaar? Komt dit gevaar ook voor in hun eigen jeugdlokaal? Hoe worden de gevaarlijke stoffen opgeslagen in hun jeugdlokaal?
Stap 3: Geef wat extra uitleg bij dit gevaar. De uitleg kan je vinden op de slides.
Stap 4: Wat zouden ze veranderen aan de situatie op de foto/in het filmpje om dit gevaar te voorkomen? Wat zouden ze veranderen aan de situatie in hun jeugdlokaal om dit gevaar te voorkomen?