[anysurfer.logo]

Brandveiligheid Basismodule - Algemene info

Brandveiligheid Basismodule - Algemene info

Jeugdlokalen

Wat kan je verwachten? 

Deze module is een basisopleiding brandveiligheid in gebouwen gebruikt voor en door jeugdwerk. De bedoeling van deze module is dat deelnemers nadien weten;

  • hoe ze brandveilig handelen in de gebouwen;
  • welke gevaren en pictogrammen ze moeten herkennen;
  • wat ze moeten doen als er zich een noodsituatie voordoet.
Het is niet de bedoeling dat je na deze basisopleiding:

  • leert hoe je een brand aanpakt, we gaan uit van het principe bewust omgaan met gevaren, preventief handelen en hoewel 1 bluspoging steeds kan ondernomen worden is dit hier niet de inhoud van de opleiding;
  • leert omgaan met specifieke gevaren verbonden aan kampen, evenementen, fuiven;
  • als beheerder van de lokalen alle expertise hebt over brandveiligheidsvoorschriften, wetgeving, keuringen, enz.
Met deze basisopleiding willen we elke begeleider een basisinzicht geven in het belang van brandveiligheid en hoe je er zelf aandacht voor kan hebben. Het gebeurt niet alleen bij anderen, ook bij jou kan het plots gebeuren.

Wie geeft deze basismodule?  

Ideale situatie: de lokale brandweerzone geeft de sessie aan de jeugdwerkers.

Als dat niet mogelijk is kan ervoor gekozen worden om als jeugdwerk zelf de sessie op te nemen en te geven aan de leidingsploeg. Het nadeel is dan dat je een belangrijk deel van de expertise die de brandweer niet meekrijgt.  

Voor welke doelgroep is dit lespakket interessant? 

Alle begeleiders van kinderen en jongeren.
Idealiter krijgen begeleiders deze vorming bij de start als begeleider en op regelmatige basis ter opfrissing (bv. om de 2 à 3 jaar).

Een deelnemer op zoek naar specifieke informatie, extra expertise gaat hier op zijn honger blijven zitten. De focus ligt op basis brandveiligheid en bewuster omgaan met het eigen gebouw en de activiteiten. 

Hoe ga je aan de slag met dit lespakket? 

Hier kan je de verschillende benodigdheden downloaden om de sessie te kunnen geven. 

Neem de powerpoint samen met de lesfiches goed door vooraf, geef je de sessie met meerdere personen oefen dan even vooraf en bekijk of alle werkvormen duidelijk zijn. Verdeel de taken goed vooraf: wie geeft welk deel, wie deelt materiaal uit, enz. Op die manier verloopt de sessie vlot.

Bekijk hoeveel deelnemers er zullen deelnemen en verdeel hen in groepjes van 4 tot 6 personen, hou rekening met het aantal groepjes bij het afdrukken van het materiaal nodig voor sommige werkvormen. 

Powerpoint

De powerpoint vormt de kapstok voor het geven van de opleiding. De powerpoint bevat alle 4 de delen.

Beperk aanpassingen aan de powerpoint zodat de inhoud niet verloren gaat.

Wat kan je toch aanpassen?

  • De naam/foto/beeld van de sessiegever
  • De stellingen kan je zelf wat kiezen hoeveel en welke dingen je vraagt
  • Voorbeelden of artikels kunnen meer ‘lokaal’ gekozen worden om meer betrokkenheid te creëren.
    Let wel op: er zitten vaak filmpjes achter de foto’s dus als je deze verwijdert, zorg dan dat je het filmpje niet mee verwijdert of voeg het terug toe.
  • De contactgegevens op het einde

Er zijn 2 powerpoints:

  • Powerpoint deelnemers: dit is de powerpoint die je hanteert om de sessie te geven aan jeugdwerkleden. Deze powerpoint samen met de lesfiches en de bijlagen heb je nodig om de sessie te geven. 
  • Powerpoint train de trainer: is de powerpoint die een brandweerzone kan hanteren om andere sessiegevers op te leiden. Daarin vind je meer info over hoe je bepaalde delen aanbrengt, waar je je focus op kan leggen, welke vragen je stelt etc. Deze powerpoint is dus bedoeld om als 'sessiegever' anderen op te leiden om de sessie ook te kunnen gaan geven aan jongeren. 

De lesfiches

De lesfiches staan per onderdeel ook online in verschillende artikelen maar je kan ervoor kiezen deze hieronder via de knoppen gewoon te downloaden als PDF. 

In deze lesfiches staat steeds de uitleg van de techniek of werkvorm die gebruikt wordt om bepaalde kennis of informatie over te brengen. Je vindt in de lesfiches ook bv. meer uitleg bij de pictogrammen of de verhaaltjes die je kan gebruiken, enz.

Bijlages 

Bij sommige werkvormen heb je iets extra nodig zoals afgedrukte pictogrammen, strookjes, enz. Je vindt de bijlages die je nodig hebt bij een bepaalde stap van het lespakket telkens terug bij het juiste artikel. 

Druk deze vooraf af naargelang het aantal deelnemers/de groepjes. Je kan er bijvoorbeeld voor kiezen deze ‘sets’ te lamineren zodat je ze steeds opnieuw kan gebruiken. 

Bijlagen bij stap 2: gevaren en pictogrammen 

Bijlagen bij stap 3: Hoe reageren? Wat als het fout gaat? 

Tips voor de sessiegevers

  • Zet de zaal vooraf klaar door tafels te plaatsen waar ze met 4 tot 6 personen max. kunnen rondzitten en waarbij ze kunnen kijken naar de powerpoint.  Vraag deelnemers bij aankomst de tafel en stoelenschikking te respecteren zo zijn je 'groepen' vooraf verdeeld. 
  • Ga waar mogelijk in interactie met de deelnemers door hen zelf tot inzichten te laten komen, dingen te laten herkennen en benoemen... Zoek een goed evenwicht tussen info geven en info uit hen laten komen, je zal ook merken dat dit soms de timing beïnvloed. 
  • Wees niet vingerwijzend. Het is niet de bedoeling om hen met deze sessie te wijzen op alle fouten in hun lokaal of tijdens hun activiteit. Je kan vragen hoe het in hun lokaal zit, maar vermijd daarbij dat je hen terecht wijst maar ga vooral samen op zoek naar oplossingen. 
    • Vermijd bv een tour in het lokaal om te wijzen op alle fouten
    • Merk je zelf op of komen ze zelf aan bod met iets dat misschien toch beter kan zoek dan samen een oplossing en vermijd om enkel op de 'fout' te focussen
    • Gebruik bij foto's, filmpjes of voorbeelden als je die zou aanpassen niet alleen jeugdlokalen. Ook in andere gebouwen worden al eens 'fouten' gemaakt het is belangrijk dat het niet enkel over hun fouten gaat. 
    • Vermijd ook anekdotiek over vuile, onveilige jeugdlokalen die je in het verleden hebt bezocht of gecontroleerd... 
    • Inspireer dus vooral met de dingen waar ze kunnen op letten, bewuster kunnen mee omgaan en laat het vingertje achterwege dan bereiken we vast meer.