We bieden je als vormingsbegeleider twee mogelijkheden aan. Je gaat aan de slag met één van deze twee opties.
Optie 1: Het brandalarm gaat af tijdens de opnames van De Slimste Mens
Bekijk samen met de groep het filmpje ‘Brandalarm tijdens opnames Slimste Mens’. Op het einde van het filmpje zie je dat het gaat om opgezet spel dat moest leiden tot de vraag: ‘Hoeveel procent van de mensen gaat naar buiten wanneer er een brandalarm afgaat.’
Je kan aan de groep nog deze bijkomende vragen stellen:
Optie 2: Je laat het echte brandalarm afgaan
Kies je deze optie? Bereid dit dan heel goed voor en bespreek het met betrokken partijen!
Als je voor deze optie kiest en het is haalbaar:
Je reageert zelf niet en laat de groep zoveel mogelijk doen. Gaan ze naar buiten? Ontstaat er discussie of ze al dan niet naar buiten moeten, beslissen ze om binnen te blijven omdat ze ervan uitgaan dat het om een oefening gaat, wachten ze op instructies van jou?
Je zet het brandalarm af en bespreek hun gedrag. Je kan hen de volgende vragen stellen:
Methodiek:
Stap 1: De deelnemers worden in groepjes van vier of vijf personen verdeeld (zie opstart). Elke groepje krijgt de zes uitgeknipte richtlijnen bij brand. Ze proberen deze in de juiste volgorde te leggen.
Stap 2: Je toont het filmpje met de brandoefening uit The Office US, met commentaren van LIT (zie PowerPoint of lijst filmpjes). Alle deelnemers krijgen de kans om de volgorde van hun richtlijnen aan te passen. Je kan als begeleider rondlopen en aanduiden welke al op de juiste plaats liggen.
Stap 3: Overloop de juiste volgorde, feliciteer de groepjes die juist waren en overloop elke richtlijn. Geef ook aan dat het begrijpelijk is dat sommige fases verwisseld werden, vaak lopen heel wat zaken door elkaar.
Het is erg belangrijk om kalm te blijven.
Denk eerst aan je eigen veiligheid, dan pas aan de veiligheid van de anderen. Als je zelf niet in veiligheid bent, dan kan je anderen niet in veiligheid brengen.
Denk bijvoorbeeld aan een brandweerman die uitrukt naar de kazerne maar onderweg een ongeval krijgt omdat hij niet voorzichtig rijdt. De brandweerman is dan niet meer in staat om de slachtoffers van de brand, waarvoor hij werd opgeroepen, te helpen.
Laat iemand de hulpdiensten opwachten aan de straatkant.
112 bellen doe je in noodgevallen, bel niet zomaar naar de 112. Bij twijfel bel je 112, zij schatten samen met jou de situatie verder in.
Op de veilige verzamelplaats, die je op voorhand hebt vastgelegd, inventariseer je de deelnemers. Is iedereen op de veilige verzamelplaats of zijn er mensen achtergebleven in de brand. Doe dit met heel veel aandacht. Duidt ook een aanspreekpunt aan voor de hulpdiensten. Zorg ervoor dat deze persoon makkelijk te herkennen is. (Bijvoorbeeld door een fluovest te dragen).
Let op voor aanrijdende voertuigen.
Aandachtspunt vooraf: weet minimaal hoeveel deelnemers er aanwezig zijn.
Iedereen blijft op de verzamelplaats totdat de hulpdiensten zeggen dat je mag vertrekken. Laat ouders bijvoorbeeld geen kinderen oppikken voordat de hulpdiensten hebben bevestigd dat dit oké is.
We projecteren (zie powerpoint) een aantal foto’s met situaties.
We vragen telkens om 1 iemand per groep te laten ‘reageren’ op de foto die wordt aangeduid.
Vraag hen om de zes stappen één voor één te overlopen. Wat doe je? Sta extra langs stil bij de stap om de 112 te bellen. Laat de deelnemers zogezegd bellen en de juiste info doorgeven.