In dit artikel en de artikels hiernaast vind je een aantal strategieën en goede praktijkvoorbeelden hoe jeugdwerkorganisaties aan de slag gaan in de publieke ruimte. Een volledig overzicht vind je in dit artikel.
De straat als nieuwe plek
Speelstraten, straten die tijdelijk verkeersvrij worden gemaakt om kinderen speelplek te geven, zijn een begrip in Vlaanderen. En niet enkel in de steden. Het jeugdwerk heeft hier slechts een kleine rol in en wordt af en toe gevraagd om een aantal activiteiten te begeleiden, maar die zijn echt de minderheid. Buurtbewoners nemen het initiatief en dat op zich werkt zeker verbindend. Mensen komen buiten en ontmoeten elkaar. Spelende kinderen zorgen ervoor dat ouders aan de praat geraken en zelf andere activiteiten organiseren.
Maar: het samen dingen doen werkt ook zeer uitsluitend. Samen is nooit volledig samen. Elke vorm van insluiting is ook een vorm van uitsluiting. Ook het verhaal van leefstraten en speelstraten is zeer goed en creëert veel dynamiek maar is tegelijk zeer uitsluitend. In het project Leefstraten in Gent is dit in de vorige editie naar boven gekomen. Het blijft een vrij wit, middenklasse, links verhaal.
Eigenlijk gaat het dus in zo’n project ook over het nadenken over hoe we collectiviteit hier een plek kunnen geven. De uitdaging ligt daar om bij het bedenken van een straatproject taken of activiteiten te voorzien, ook voor die mensen die niet betrokken zijn. Centraal de vraag stellen: hoe kunnen we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen op één of andere manier ook gebruiker of belanghebbende zijn? Wil je een speelstraat organiseren? Goe gespeeld geeft je tips.
Ook jeugdwerkstraten nemen tijdelijk openbare ruimte in en zorgen voor bijzondere verbinding:
Een gekend concept van mobiele pleinwerking in de buurt is de Pretcamionet in Sint Niklaas (zie filmpje). Ook te vinden in Beveren, Gent, Herenthout, … En ook Goegebuurt trekt met een laagdrempelig aanbod naar de wijken waar geen georganiseerd jeugdwerk is.
Je kan met je werking naar buiten komen, maar je kan ook je eigen beschikbare ruimte anders gaan bekijken. Wat doe je met je ruimtes die niet gebruikt worden in de week? Welke ingrepen kan je doen om je plekken anders te organiseren zodat je er meer kan doen dan enkel zitten in een zetel? En hoe kan je terrein met het klassieke grasveld en modderpoel een betere invulling krijgen? We geven je enkele voorbeelden.
Formaat motiveert haar jeugdhuizen al jaren om hun werking te verbreden. Jeugdhuizen worden zo meer en meer polyvalente plaatsen waar veel mogelijk is. Polyvalent ruimtegebruik betekent bij Formaat dat je je jeugdhuis zo inricht dat je aanbod diverser wordt en je dus meer jongeren kan bereiken. (Lees meer)
Vagevuur vzw in Lokeren nam een straathoekwerker en bruggenbouwer in dienst en die legde connecties buiten het jeugdhuis. De bruggenbouwer ging aan de slag om andere jongeren ruimte te geven in het jeugdhuis. Zo kwamen kookavonden tot stand. Het jeugdhuis haar bereik is diverser geworden en er is een goed evenwicht tussen aparte en gemeenschappelijke activiteiten. Het gaat dus niet per se om het bekomen van een ideale mix en perfecte weerspiegeling van de diversiteit in de buurt.
Lees meer over jeugdhuiswerk in de publieke ruimte, een publicatie van Formaat.
Met De Ambrassade hebben we de handleiding Ruimte Delen. Hoewel deze handleiding zich voornamelijk richt naar (jonge) mensen op zoek naar ruimte, hopen we ook andere doelgroepen te ondersteunen en inspireren. Overheden die gedeeld gebruik van de ruimte willen faciliteren in het kader van duurzaam ruimtegebruik of om te besparen. Organisaties, eigenaars of projectontwikkelaars op zoek naar manieren om hun onderbenutte ruimtes open te stellen voor andere gebruikers. Ontwerpers en architecten die zich willen laten inspireren.
Veel jeugdwerkorganisaties hebben een eigen terrein, maar dit wordt slechts in het weekend gebruikt. De scouts van Kortemark wou hier iets aan doen, maar het was onbegonnen werk om alles alleen uit te werken. Omdat de scouts ermee instemden het terrein open te stellen voor een groot publiek, zette de gemeente zowel financieel, technisch als organisatorisch mee haar schouders onder het project. Heel wat lokale partners werden betrokken en de afsluitende plantdag groeide uit tot een kinderfeest voor het hele dorp. Een goed voorbeeld hoe openstelling voor een win-win situatie kan zorgen voor jeugdwerk en gemeente.
Wil je als jeugdvereniging iets meer maken van je speelterrein?
De handleiding Handboek Speelgroen van het departement Leefmilieu, natuur en energie geeft stap voor stap aan hoe je je speelterrein kan omtoveren tot een avontuurlijke plek.
Minus One, een jeugdcultuurcentrum in Gent, zit met haar gebouw letterlijk onder de grond. Om meer connectie te krijgen met de wijk creëerden ze extra ruimte door simpelweg een container te plaatsen en die als fietsatelier te gebruiken. Meer info en andere goede voorbeelden.