Op dinsdag 26 november waren we te gast bij artistieke werkplek H30 in Mechelen voor onze inspiratiedag Jeugdwerk en publieke ruimte. Ruimte staat namelijk onder druk in Vlaanderen en zorgt voor conflicten. En niet in het minst met kinderen en jongeren, die ook hun plekken opeisen. Publieke ruimte is daarnaast één van de weinige plekken waar mensen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten. Publieke ruimte biedt daarom veel potentieel om te verbinden met elkaar.
Met deze inspiratiedag willen we dat kinderen en jongeren erkend worden als ruimtegebruikers, maar ook als actoren die mee willen denken aan het ruimtebeleid in hun omgeving. Aan de hand van gesprekken met experten uit hogescholen en het jeugdwerk verzamelden we heel wat good practises, strategieën voor jeugdwerkers en aanbevelingen voor alle actoren in het ruimtebeleid. We zetten die verbindende kracht in de verf door die praktijken uit te lichten die in de publieke ruimte met diverse doelgroepen aan de slag gaan en zo inspelen op die verbinding.
Op onze inspiratiedag gaven vijftien sprekers een 45-tal deelnemers meer uitleg over hun visie en praktijken rond de verbindende rol van ruimte en jeugdwerk.
Peter schetste als opwarmer het algemene kader van deze dag. Hij had het in de inleiding over het belang van ruimte voor kinderen en jongeren, hoe deze onder druk staat en wat de gevolgen voor hen zijn. Hij stelde een aantal strategieën voor die het jeugdwerk kan gebruiken om andere doelgroepen te bereiken en om gehoord te worden bij ruimteplanningsprocessen. En hij gaf aanbevelingen voor jeugdwerkers, ruimteplanners, jeugdambtenaren en beleidsmakers om een kindgericht ruimtebeleid waar te maken. Tenslotte besloot Peter met een oproep aan de aanwezigen om vanuit een kindgerichte benadering aan ruimteplanning te doen, omdat dit op die manier alle gebruikers ten goede komt.
“Openbare plekken zijn heel belangrijk omdat ze een grote gemeenschapsvormende waarde kunnen hebben. En net daar ligt de grote uitdaging: hoe kunnen we zorgen voor meer verbinding tussen verschillende doelgroepen via publieke ruimte?”
Bekijk het overzicht van ons onderzoek met alle artikels, strategieën en aanbevelingen rond jeugdwerk en publieke ruimte.
Pieter Foré nam ons mee in wat de pedagogische waarde van publieke ruimte kan zijn en hoe ze een rol kan spelen in verbinden van doelgroepen. Daarbij lag de focus in eerste instantie op deze 3 perspectieven:
Pieter gaf ook aan dat het belangrijk is om verschillende doelgroepen te erkennen binnen de publieke ruimte. En dan gaat het niet enkel om de verschillende mensen, maar ook planten, dieren maken deel uit van de publieke ruimte. Via drie belangrijke handvatten toont Pieter dat het belangrijk is om de complexiteit te koesteren in bepaalde keuzes m.b.t. publieke ruimte. Als ontwerper moet je meerschalig, meerlagig en meervoudig ontwerpen.
Geertrui Nees en Wouter Vanderstede leidden de groep rond in het centrum van Mechelen, langsheen allerlei expliciet en impliciet jeugdvriendelijke plekken. Deelnemers kregen inzicht over de manier van aanpakken en geleerde lessen. De wandeling ging langsheen verschillende types kind- en jeugdvriendelijke publieke ruimtes, doorheen parkjes, pleintjes en fonteinen.
Bekijk enkele foto's hiernaast.
Mieke Nolf had het over de beleving van kinderen en jongeren in de publieke ruimte. Die publieke ruimte staat onder druk door allerhande verschillende (vaak economische) functies waar ruimtelijke planners in het verleden dorpen en steden mee hebben ingedeeld. Het menselijke aspect ontbrak daarin en neemt de laatste jaren méér toe in ruimtelijke planning.
Mieke schetste de noden van kinderen en jongeren in ruimtelijke planning zoals wonen, gezondheid en privacy. Ook het autonoom verplaatsen is een belangrijke nood. Daarna ging Mieke op zoek naar linken tussen jeugdbeleid en ruimtelijke planning. En gaf ze een antwoord op de vraag hoe je als jeugdwerker impact kan hebben op ruimtelijke planning.
Daarnaast is het belangrijk om als jeugddienst de dienst ruimtelijke ordening aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om rekening te houden met verschillende doelgroepen en diensten. Het wordt wel een stukje zoeken naar welke expertise de jeugddienst kan binnen brengen en welke informatie de dienst ruimtelijke ordening nodig heeft. Hiervoor zal wel gemeenschappelijke taal moeten ontwikkeld worden.
Tot slot riep Mieke de deelnemers op om de politiserende kracht van jeugdwerk sterker in te zetten met betrekking tot ruimtelijke planning. De kracht van de groep en van jonge mensen die mee een stad of gemeente willen vorm geven is niet te onderschatten.
In onderstaand filmpje van Jan Gehl (architect in Kopenhagen) zie je hoe ruimteplanners meer rekening kunnen houden met mensen in hun planning.
“Met het VRP willen we de opbrengsten van projectontwikkelaars en eigenaars beter in kaart brengen om gemeentebesturen te sterken in hun onderhandelingspositie bij projecten met grote invloed op ruimte. Hoe hoger de opbrengst, hoe meer groene ruimte dat je bijvoorbeeld kan eisen van die projectontwikkelaars of eigenaars.”
KLJ ziet het als haar opdracht om de stem van alle kinderen en jongeren van het platteland te vertegenwoordigen. Om deze taak goed te kunnen uitvoeren nam de organisatie in 2019 voor de tweede maal een “plattelandsonderzoek” bij 1000 jongeren af. Sander gaf bij ons meer uitleg over dit onafhankelijk onderzoek. De brede bevraging bij jongeren in het platteland (6-35 jaar) geeft een mooi overzicht van de verwachtingen van de plattelandsjongere rond publieke ruimte en mobiliteit en de daaruit volgende uitdagingen voor beleidsmakers.
Een van die uitdagingen is volgens Sander om kinderen en jongeren meer te betrekken, ook over niet jeugd-specifieke thema’s. Daarom moet het beleid een jeugdreflex voorzien in de draaiboeken van trajecten. Het volledige rapport van het onderzoek is nog niet rond en wordt nog in een andere vorm gepubliceerd.
"Jongeren gebruiken op het platteland meer de auto i.p.v. de fiets. Niet omdat ze niet willen, maar omdat de infrastructuur het niet toe laat. In dorpen moet de overheid investeren in kwalitatieve fietspaden."
“Jongeren geven aan dat de mobiliteit en de koppeling tussen verschillende vervoersmodi veel beter kan: wanneer het openbaar vervoer beter ontsloten is en gekoppeld, dan zouden jongeren zich zelfstandiger kunnen bewegen en hoeven ze niet op hun ouders te rekenen om hen te vervoeren met de wagen.”
“Betrek jeugd en de jeugdraad bij de aanvang van een ruimtelijke project.”
Samen met Cultureghem startte Scouts en Gidsen Vlaanderen een project op om de Brusselse groepen uit hun kot te trekken. Groepen hebben namelijk snel de gewoonte om op hun locatie of een vaste plek in het park spelaanbod te voorzien. Naomi legde uit hoe jeugdwerkgroepen hun werking in de publieke ruimte kunnen openstellen voor de aanwezige kinderen en jongeren uit de buurt. Ze doen dit aan de hand van Playpods, speelboxen, volgestouwd met recupmateriaal die ze zelf inzamelden. Ze gingen hiervoor ten rade bij Cultureghem die eerder al playboxen maakten. Na getest te zijn op Supervlieg Supermouche, ging iedereen er mee aan de slag. Ook de Chiro is langsgekomen en is ermee begonnen. Toch gaf Naomi ook mee dat er ook bedenkingen zijn bij lokale groepen: Groepen kampen al vaak met ledenstops en deze manier van werken vraagt nog eens een extra inspanning, geen evidentie dus.
Om de methode te verduurzamen komt het er nu op aan om de visie zoveel mogelijk te delen. Zo kan de uitrol naar Vlaanderen volgen. Ondertussen werd Scouts Kureghem opgericht, die uitgaat van plekwerken. Scouts en gidsen ontwikkelt tenslotte binnenkort een toolkit rond plekwerken voor groepen: Kom uit je kot!
“De term diversiteit willen we graag geschrapt zien want we willen met dit project iedereen bereiken en laten proeven van jeugdwerk."
“Voor (scouts)leiding is plekwerken een andere manier van werken, want je hebt als begeleider minder een instructorrol (een voorbereid spel samen spelen). Je moet vooral leren hoe je het spel kan laten zijn.”
Nadia Alliet van Kras Jeugdwerk legde ons vurig uit hoe het project Pleinpatrons van Kras jeugdwerk, Samen op Straat en JES vzw jongeren in Borgerhout verantwoordelijkheid geeft over hun pleinen als bruggenbouwers tussen jongeren, hun ouders en de wijk.
Toen er evenementen werden georganiseerd op een aantal pleinen werden jongeren tijdelijk verdreven en dit zorgde voor veel problemen. Pleinpatrons werd opgestart en sindsdien denken jongeren op 5 pleinen in Borgerhout mee aan oplossingen voor hun wijk. Pleinpatrons stimuleren ontmoeting, zijn aanspreekbaar bij evenementen en organiseert, begeleidt en ondersteunt zelf activiteiten. En zo brachten ze de evenementenorganisatoren en jongeren bij elkaar. De jongeren krijgen nu een plek tijdens evenementen. Later werd de werking ook uitgebreid met patrona’s, die ervoor zorgen dat ook meisjes een plek op het plein krijgen.
Nadia vertelt een hoopgevend verhaal hoe jongeren opgeleid, erkend, gerespecteerd en vergoed worden, maar waarschuwt ook voor de hoge verwachtingen die een project als dit van de jongeren vraagt. Een goede selectie en ondersteuning is daarom essentieel volgens haar.
Hoe realiseer je een jeugdvriendelijk ruimtebeleid binnen jouw gemeente? Welke rol kan iedereen (jeugdwerker, planner, jeugdconsulent, schepen) opnemen in het (publieke) ruimtebeleid? In deze sessie gaf Wouter ons visie, strategieën, tips & tricks om samen jeugdvriendelijke ruimtes te realiseren.
Aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden vertelde hij op welke manier je als jeugdwerker de stem van kinderen en jongeren in ruimtelijke planning kan betrekken. Hij vermeldde daarbij ook een aantal interessante methodieken, zoals Lo-Map van JES vzw of pictoplay van Kind en Samenleving. Hij focuste daarnaast op de beleidsinstrumenten die een impact hebben op ruimteplanning (o.a. RUP) en de manier waarop je die kan beïnvloeden (advies lokale jeugdraad, GECORO, enz.).
Ook op Vlaams niveau kan de jeugdsector volgens Wouter wegen op de manier waarop ruimtelijke ordening vorm krijgt. Als we de speelkansen van kinderen en jongeren willen vergroten, dan schrijven we hem best mee aan de typevoorschriften voor RUP’s die binnenkort aangepast gaan worden.
“Wees niet bang om dingen op kaart te zetten. Wij nemen een printscreen van google maps, plakken die in powerpoint en duiden daar de beleving van kinderen en jongeren op aan. En als je een hele particpatiebundel geeft aan ruimtelijke planners, dan lezen ze niet dat participatieverslag, maar nemen ze dat powerpointkaartje eruit en gaan daar mee verder.”
Van 2016 tot 2019 organiseerde JES Brussel een participatietraject in de Korte Malibranstraat in Elsene om deze plek te reactiveren en de werking van een nieuw jeugdhuis voor te bereiden. In deze sessie legde Jessica de verschillende facetten en lagen van werken in de publieke ruimte uit en gaf ze verschillende voorbeelden hoe kinderen en jongeren van 5 tot 20 jaar hierbij te betrekken.
Persoonlijk uitnodigen en partnerorganisaties betrekken blijkt het beste te werken. Naast het laagdrempelig werken is vooral het opbouwen van vertrouwen heel belangrijk. Het experimenteren met vindplaatsgericht werken zorgde ervoor dat de werking van het nieuwe jeugdhuis in Elsene op een goede manier zal kunnen starten. Gelukkig is er ook een goede visie van het gemeentebestuur.
“Kom uit je kot en trek naar die publieke ruimte. Experimenteer. Wees flexibel in het buitenwerken."
Brahim bekoorde ons met een mooie geschiedenis van het regionaal Open Jeugdcentrum Mechelen (ROJM) en hoe deze organisatie een diverse werking en bereik kreeg doorheen de jaren. Hun mobiele jeugdwerking werkt samen met het straathoekwerk, heeft een aantal vaste principes (zoals bv. ‘van onderuit werken, en ‘geen discriminatie’) en verspreidt informatie over de stad en de eigen werking aan jongeren. Ze hebben het met hen over drugspreventie, maar hebben ook religieuze, filosofische of ideologische discussies. Brahim geeft mee hoe ze daarnaast door het organiseren van activiteiten zoals dancebattles en politieke debatten in contact komen met meer dan 100 nationaliteiten.
Pieter van Das Kunst vertelde over hun nomadische werking die naar wijken, pleinen en straten in de stad trekt. Daar gaat das Kunst op een duurzame manier aan de slag met kinderen en jongeren onder begeleiding van jonge kunstenaars. Door hun aanwezigheid in de wijken en via partnerorganisaties worden ook kinderen uit kwetsbare doelgroepen bereikt. Dit resulteert in 4 werkvormen van kunstzinnige interventies: Bouwspeelplaats, Kunstfabriek, Kunstatelier en Kunstbuiten. Telkens werken ze op verplaatsing, de ene keer met heel simpele materialen, en anderzijds ook steeds meer met high-tech materiaal (zoals lasercutters, 3D-printers, …).
Graffiti vzw presenteerde hun project ‘Zwerfkeet’ waarbij ze met een caravan als mobiele opnamestudio door Vlaanderen trekken naar cultuurarme buurten. De nummers die daaruit zijn voortgekomen zijn ook gereleaset in de wijk voor ouders, buurtbewoners, enz.
Door guerrilla-technieken te gebruiken in de straat en jongeren aan te spreken met muziek proberen ze hen te betrekken op het project. De inhoud van de nummers werd aan de lokale beleidsmakers doorgegeven en is een sterk signaal aan het bestuur om een aantal frustraties die in de wijk leven aan te pakken.
Op die manier wil Graffiti de stem van jongeren versterken, hun talenten ontplooien, jongeren uitdagen om buiten hun gekende netwerk te treden en een zinvolle vrije tijd stimuleren. Bijzonder was dat ze de Zwerfkeet ergens 2 maand achterlaten. De sleutel en Zwerfkeettelefoon geven ze in handen van jongeren uit de wijk en zij krijgen het vertrouwen om voor de Zwerfkeet te zorgen. De Zwerfkeet was ook te bezichtigen op onze inspiratiedag.
“Allemaal anders maar we zijn toch gelijk, zo leven we samen in deze wijk. De kleur van je huid maakt ons echt niks uit, zo leven we samen in Mechelen Zuid”
Wildebras is een onderzoek en experiment in hoe wildspelen in een stad kan passen. Wildebras wil kinderen stimuleren om buiten te spelen, vanuit een geloof dat buiten spelen elk kind ten goede komt op velerlei manieren. Verborgen stukjes groen toveren ze om tot speelterreinen voor kinderen (en hun ouders), ideale plekken dus voor echte ‘wildebrassen’. Simon en Jolle vertelden hoe Wildebras ontstond uit een groep jonge gasten (Lieve Zusjes Stoere Broers) die filmvoorstellingen, concertjes, … organiseren zonder toestemming en op plaatsen die mensen niet kennen. Sindsdien zoeken ze al fietsende, nieuwe plekken op. Daarna proberen ze die plekjes te introduceren bij de bewoners van de stad.
Naast de projectmatige en kleinschalige acties, zochten en vonden ze ook een basisplek voor hun avontuurlijk spelen. Bij een visvijver in Kortrijk, waar vroeger de groendienst was, maakten ze een 'adventure playground': de Wildernis. De Wildernis is gratis en enkel toegankelijk voor kinderen. Ouders moeten buiten wachten.
Wildebras brengt een verhaal van durven en doen, een andere visie op spelen en een frisse kijk op de vrije ruimte rondom ons. Wildebras gebruikt een sterk credo: “eerst doen en dan vriendelijk sorry zeggen.” Vanuit een sterk geloof dat je als burger mede-eigenaar bent van de publieke ruimte, maken ze zo iedereen bewust van het potentieel van een plek. Ze toveren die om in een nuttige omgeving en laten beleidsmakers inzien dat niet elk stukje grondgebied moet ontwikkeld worden om kinderen te laten spelen en experimenteren. En hun visie loont: zo vroeg de stad Kortrijk hen om 5 plekken herin te richten tot wildspeelplekken.
Uit De Marge werkt binnen de projecten van het jeugdopbouwwerk op een vindplaatsgerichte manier met kinderen en jongeren. Caroline Aerts gaat in Duffel op een vindplaatsgerichte en politiserende manier aan de slag en ondersteunt daarbij kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie om hun grieven en wensen publiek te maken. Ze stelt een aantal acties in de ruimte met en vanuit kinderen voor.