[anysurfer.logo]

Parochiale (jeugd)infrastructuur

Parochiale (jeugd)infrastructuur

Jeugdlokalen - Jeugdruimte - Ruimte delen
Parochiale Jeugdinfrastructuur

De heilige huisjes uitgedaagd

Het jeugdwerk in Vlaanderen maakt al decennia lang gebruik van parochiale en andere gemeenschapsinfrastructuur. Samen met parochiezalen, scholen en de kerken vormden die plekken vaak het kloppend hart van de lokale gemeenschap. Maar momenteel staat deze infrastructuur voor grote uitdagingen. 
De Ambrassade gaat daarom in gesprek met de vertegenwoordigers van de Kerk en andere actoren om toe te werken naar een evenwichtige, billijke, duurzame en betaalbare toekomst in het gebruik van dit eeuwenoude patrimonium.

Aanleiding

Jeugdverenigingen maken vaak gebruik van lokalen van kerkelijke instanties. Parochiale vzw’s, de kerkfabriek, de inrichtende macht van een katholieke school, een klooster… Het zijn allemaal mogelijke eigenaars van jeugdlokalen. Vanuit een groot geloof in de meerwaarde van jeugdverenigingen bieden die eigenaars hun pand(en) decennia lang bijna kosteloos aan. Samen met parochiezalen, scholen en de kerken vormden die plekken vaak het kloppend hart van de lokale gemeenschap. Heel wat jeugdinfrastructuur is dus historisch eigendom van de kerk, dat ter beschikking gesteld wordt van jeugdverenigingen. 

Van oudsher zijn er een aantal basisproblemen die samenhangen met de eigenheid van het jeugdwerk: Soms ontbreken er duurzame contacten tussen jeugdvereniging en eigenaar (verloop van vrijwilligers, miscommunicatie, precedenten, …) of is er geen schriftelijke overeenkomst om het gebruik of de huur van het lokaal te regelen (alles op goed vertrouwen, geen juridische vorm van organisatie, …). Dit gebrek aan goede contacten en contracten zorgde hier en daar al voor een erg onzekere situatie voor zowel eigenaar als jeugdvereniging. 

De kerkelijke instellingen en hun infrastructuur staan voor grote uitdagingen:

  • Enerzijds zitten de parochiale werkingen en dekenale vzw’s in volle herstructurering. Rechtspersonen veranderen en worden hervormd naar ‘stichtingen’. Het patrimonium verschuift daarbij mee. Door een gebrek aan investeringen is het grootste deel van het patrimonium hopeloos verouderd. Omdat het patrimonium in nieuwe rechtspersonen wordt ondergebracht, worden ook alle erfpachtovereenkomsten herbekeken, wat een storm aan verandering betekent. 
  • Bovendien moet door de nieuwe wetgeving voldaan worden aan minimale EPC normen, wat een gigantische financiële uitdaging betekent voor deze stichtingen. Vandaar dat men de kost zoveel mogelijk probeert af te schuiven op de gebruiker. De jeugdverenigingen zijn niet tegen de verplichting om te investeren in jeugdwerklokalen. Ze willen gewoon de koek eerlijk verdeeld zien. Na jaren van structurele onderinvestering betekent de verplichting een inhaalbeweging op korte termijn die nodig was. Het betaalbaar maken van die grote sprong is een vraagstuk dat met de nodige sérieux moet worden aangepakt. De factuur mag en kan niet zomaar doorgeschoven worden naar de gebruikers van het gebouw: jeugd- en andere organisaties. 
  • Anderzijds zien we dat de meeste kerkelijke instanties hun inkomsten zien dalen en daarom kiezen voor verkoop, verhuur of een andere vorm van inkomsten die gerelateerd kan worden aan hun gebouwen. Ze dreigen zo niet langer een inhoudelijke partner te zijn. Overeenkomsten die steunen op de lokale situatie en bijvoorbeeld gebaseerd zijn op vrijwillig engagement verdwijnen
  • We zien dat bij het aflopen van erfpachtovereenkomsten er voor jeugdverenigingen bijkomende voorwaarden worden gesteld in de nieuwe overeenkomsten: ‘huurgeld’ wordt ingevoerd en de onderhoudskosten en investeringen komen meer bij jeugdwerkorganisaties te liggen. 
  • Jeugdverenigingen worden bovendien te laat ingelicht over de veranderende realiteit van hun overeenkomst of toekomst van de jeugdwerklokalen en/of aanpalende gronden. Dit zorgt ervoor dat ze te weinig voorbereid en vaak in acuut overleg (en dus met weinig onderhandelingsmarge) moeten treden met de kerkfabriek. 
  • Een heel actieve sector van projectontwikkelaars en bouwpromotoren aast daarnaast op dergelijke vaak centraal gelegen gronden en gebouwen, wiens waarde in de toekomst verder zal stijgen met de bouwshift die zal inzetten op kernversterking. Bij die onderhandelingen worden jeugdwerkinitiatieven niet meer betrokken of voor voldongen feiten gezet.   

Ambities jeugdinfrastructuur als een kader 

In het advies Jeugdinfrastructuur van de Vlaamse Jeugdraad lezen we: "Jeugdinfrastructuur creëert identiteit, zorgt voor geborgenheid en sociaal weefsel, en via verhuur en de bijbehorende nodige organisatie ervan voor inkomsten en geleerde competenties. Het dient als uitvalsbasis voor jeugdwerkorganisaties en is het hart van hun activiteiten. Jeugdinfrastructuur is bijgevolg cruciaal voor de bestaanszekerheid van het jeugdwerk."

Daarom formuleerde de Beleidswerkgroep Jeugdinfrastructuur samen met het brede jeugdwerk een aantal ambities en acties voor de komende jaren in aanloop van het Congres #Jeugdwerkwerkt: 

Over 5 jaar…

          • ondersteunt een ‘aanspreekpunt jeugdinfrastructuur’ het jeugdwerk met een breed netwerk en expertise. 
          • heeft jeugdwerk duurzame, betaalbare, kwalitatieve en gemeenschapsvormende jeugdinfrastructuur. 
          • is de regelgeving rond infrastructuur haalbaar, duidelijk, eenvoudig en op maat en aanpasbaar op basis van de noden in de samenleving. 
          • wordt het potentieel aan lokale infrastructuur en terreinen geactiveerd en gebruikt door het jeugdwerk. 
          • heeft het jeugdwerk financiële modellen en samenwerkingsmogelijkheden om jeugdinfrastructuur te beheren, waarin de sector, Vlaanderen en lokale besturen een partner zijn. 

Die ambities worden verder opgevolgd door de Beleidswerkgroep Jeugdinfrastructuur vanaf het werkjaar 2023-2024.  

Geplande acties

Met De Ambrassade geloven we dat het aan alle actoren is om te zoeken naar een gemeenschappelijk actieplan om die verarming van het sociale weefsel in dorpen en steden tegen te gaan. We zetten daarom extra in op parochiale jeugdinfrastructuur. In het werkjaar 2023-2024 zijn volgende acties al gepland:

  • De Ambrassade gaat samen met IJD en het jeugdwerk structureel in overleg met de Bisschoppenconferentie om te bekijken op welke manier we aan een gemeenschappelijk verhaal kunnen schrijven. 
  • In de ontwikkeling van een duurzame integrale visie op jeugdinfrastructuur, wordt de visie op parochiale infrastructuur en jeugdwerk meegenomen. 
  • We gaan verder in gesprek met middenveldorganisaties en vertrekken vanuit gemeenschappelijke noden om het maatschappelijk debat op te starten.
  • Deze maatschappelijke uitdaging vraagt om structurele ondersteuning en aanpassingen in het beleid. We zorgen voor meer bewustzijn rond deze problematiek, zetten het debat in gang en dagen beleidsmakers uit om hier nieuw beleid rond te ontwikkelen.  
  • Daarnaast organiseren we een aantal acties die het jeugdwerk beter ondersteunen bij het afsluiten en onderhandelen met parochiale vzw’s en andere kerkelijke instanties (informeren, tonen van goede praktijken, administratieve ondersteuning, inspiratiemomenten...) 

Meer weten?

Ben je op zoek naar concrete verhalen en meer informatie rond parochiale jeugdinfrastructuur? 

  • Een korte uitleg over wat we bedoelen met 'De kerk' als eigenaar (in al zijn diverse vormen) vind je op Jeugdlokalen.be, via deze link.
  • In 2012 werkten we de brochure 'Jeugdlokalen en de Kerk' uit met goede praktijken. Het meeste materiaal is nog in orde, maar sommige zaken vragen een update. 

Peter                     Bosschaert
Peter Bosschaert
  • Beleidsmedewerker ruimte & mobiliteit