[anysurfer.logo]

Ambras Magazine: Mohamed Barrie van City Pirates over het driedaags congres in Finland

Ambras Magazine: Mohamed Barrie van City Pirates over het driedaags congres in Finland

Kracht van Kruispunten

Jeugdwerk is wat werkt voor jongeren

Nieuwe ideeën, die moet je vooral gaan zoeken achter muurtjes waar je eerder nooit keek. En dus organiseerde De Ambrassade in het voorjaar van 2018 drie trips naar het buitenland. Hoe werkt jeugdwerk in Schotland, Berlijn en Finland? 12 jeugdwerkers van evenveel jeugdwerkorganisaties konden mee, dankzij Europese subsidies van Erasmus+ Youth in Action. In Finland nam de delegatie van JES, Chiro, Formaat en City Pirates deel aan een driedaags congres met honderden Finse jeugdwerkprofessionals. Mohamed Barrie van City Pirates sprak met heel wat Finse jeugdwerkcollega’s, wisselde van gedachten met zijn Vlaamse reisgenoten en maakt een persoonlijke analyse. Welke inspirerende ideeën haalde hij bij thuiskomst uit zijn rugzak?

In Finland wonen evenveel mensen als in Vlaanderen, maar er zijn dubbel zoveel professionele jeugdwerkers. ‘Jeugdwerker’ is er bovendien een eerbaar beroep met aanzien. Finse jeugdwerkers zijn bovendien opvallend complexloos over kruispuntwerken.

Ohjaamo zit als organisatie met een been in het welzijnswerk en met het andere in arbeidstoeleiding, een kruising tussen een JAC+ en een VDAB-kantoor. Happi is dan weer een combinatie van een jeugdhuis, een cultuurhuis en een platenlabel met muziekstudio. En ook met het Maunula Community House maakten we kennis: een bib, een podiumzaal, een muziekstudio, een supermarkt, een buurtresto (door jongeren), een opleidingscentrum voor volwassenonderwijs en een jeugdhuis, in één centrum.

Het lijkt hen vanzelfsprekend om te ondersteunen op kruispunten van levensdomeinen van kinderen en jongeren. Waarom? En vooral: hoe?

1. Vertrouwen als basis: de Finse eigenheid?

In Finland staan mensen anders in het leven dan Vlamingen, lijkt me. Finnen geloven in belastingen, bijvoorbeeld. Belastingen zijn er om de samenleving te dienen in belang van jongeren, als langetermijninvestering voor de toekomst van dit land.

Fins jeugdwerk wordt dan ook vooral bekostigd door lotto-inkomsten en taks op alcohol. Want, zoals een Finse jeugdwerker zei: “Als je als samenleving nu niet investeert in jongeren, kost de zorg en opvang voor een volwassen burger ons later een miljoen euro per persoon.”

De Finse samenleving heeft bovendien vertrouwen in de rechtvaardigheid van de maatschappij. Pragmatisch, maar bezield: als er iets misloopt, zullen mensen ervoor zorgen dat rechtvaardigheid geldt. “Wij zijn hier zelf in het gebouw tot 20u, daarna mogen jongeren hier binnen en buiten wandelen.” zei een medewerkster van Happi. Waarna ik meteen dacht: “Welk Vlaams jeugdhuis of cultuurcentrum zou jongeren zoveel durven vertrouwen …?”

2. Sterkten in de schaal: wat zijn je kruispunten?

Ga op zoek naar de sterkten van je eigen organisatie, bijvoorbeeld met een SWOT-analyse. En zoek uit op welke kruispunten jongeren zich bevinden. Om vervolgens te komen tot: op welke kruispunten zet je organisatie zich in? Dat denkwerk is belangrijk om van start te gaan, merkten we in de Finse verhalen. Zo wisten ze wat ze kunnen bijdragen aan een samenwerking en bewaakten ze de eigenheid van de organisatie. Ondanks eventuele druk van de overheid. Enkele voorbeelden:

  • “Het jeugdwerk wordt hier door politie, crisishulpverleners, ondernemers en werkgevers echt erkend in zijn waarde. Want wij als jeugdwerkers kennen jongeren en weten hoe jongeren reageren.” zei een jeugdwerker me.
  • Jeugdwerkers werken ook tijdens schooluren met kinderen en jongeren. Ze organiseren sessies rond sociale vaardigheden, muziek, creativiteit, groepsdynamica, ondernemerschap ... Gratis voor scholen, betaald door de lokale overheid.
  • Het jeugdwerk organiseert voor elke verkiezing in alle scholen ‘schaduwverkiezingen’ voor jongeren. De resultaten worden enkele dagen voor de verkiezingsdag breed bekendgemaakt in alle media.
  • Na een verschrikkelijke schietpartij in een Finse middelbare school besloot het jeugdwerk om samen met alle actoren een plan op te stellen om toekomstige gevallen te voorkomen. Handelingsplannen werden geïnspireerd door de expertise van elke sector rond de tafel.
3. Elk zijn rol in het verhaal: hoe vertaal je naar een samenwerking?

Taal helpt om elkaar te verstaan. Maar woorden hebben niet altijd dezelfde betekenis voor iedereen die ze gebruikt. Daarom, leerden Finse jeugdwerkers ons, is het belangrijk om voldoende tijd te besteden aan wat alle partners in de samenwerking verstaan onder ‘kruispuntwerken’. Dat moet duidelijk zijn, om latere problemen te vermijden

4. Jongeren en hun lokale context centraal: hoe beslis je wàt je gaat doen?

“We hebben de hele buurt bevraagd. Alleen door daarnaar te luisteren, kan dit centrum impact hebben.” Zo is Maunula Community House ontstaan, leerden we. Vertrekken vanuit de context van een hele buurt, dat inspireert het Finse kruispuntwerken. Samenwerkingen en projecten die impact beogen op een hele buurt lijken altijd te vertrekken vanuit wensen en noden van een doelgroep.

5. Sterker maken, niet sturen: waar hou je je handen af?

Professionele jeugdwerkers zijn er niet om zelf een aanbod op te zetten, maar om jongeren te faciliteren zelf een aanbod op te zetten. Jeugdwerkers ondersteunen jonge mensen, opdat ze zelfstandig hun plan kunnen trekken. “Als wij een activiteit zouden organiseren, dan zou niemand komen. Als jongeren dat doen, dan wel.” vertelt een Finse jeugdwerkster ons.

6. Goed gerief: hoe geef je ècht kansen?

Bij Happi kunnen jongeren muziek opnemen in een professionele studio. Indrukwekkend, maar terecht. Al te vaak lijkt het alsof ons jeugdwerk als een soort speeltuin om te ravotten dient, waarin dus weinig wordt geïnvesteerd. In Vlaanderen lijkt het soms dat jeugdwerkers hoogstens jongeren van straat mogen houden met bezigheidstherapie. Maar willen we dat jongeren doorgroeien, dan moeten ze materiaal, ruimtes en verantwoordelijkheden krijgen die hun creatief werk kwalitatief verhogen.

Het deed me denken aan podiumkansen die jongeren in Antwerpen krijgen in bijvoorbeeld CC Berchem of de Arenberg. Ze hebben dan een tussenstap nodig, via een jeughuis zoals Den Eglantier. Jeugdwerkers zijn er brugfiguren die jongeren de kans geven om hun ideeën uit te werken en er een groot podium mee in te palmen. In de Finse jeugdwerkbenadering is de weg van, bijvoorbeeld, het jeugdhuis naar het cultuurcentrum zo niet ver. Geen drempels over te klimmen. Het doet me dromen van een complex met verschillende kamers, voor verschillende expressievormen, gedeeld door allerlei lokale organisaties in mijn buurt, waaronder de mijne. Maar willen beleidsmakers die investeringen wel doen? En willen al die organisaties dat wel?

7. Niet vies van ‘evidence-based work’: hoe weet je of je goed bezig bent?

Finse jeugdwerkorganisaties baseren hun beleid op tabellen en cijfers van hun eigen onderzoek. Daar is ook meer personeelstijd voor dan bij ons. Maar ook om een andere reden roept deze aanpak bij veel Vlaamse jeugdwerkers allergische reacties op: ‘evidence-based work’ kan een gevaarlijk mechanisme zijn in handen van beleidmakers die steeds meer de nadruk willen leggen op kwantiteit in plaats van kwaliteit.

We moeten alert en kritisch blijven: een overheid die vraagt om meer samenwerking, doet dat soms ook om geld te kunnen besparen. En halve budgetten ondermijnen de slaagkans van een samenwerkingsproject. De Finse centrumrechtse regering wil hervormingen doorvoeren in de jeugd- en welzijnssector, en jeugdwerkers worstelen er met die onzekerheid. Dat benadrukten ze allemaal. 

Maar we kunnen analyses maken over wat de overheid al dan niet fout doet … uiteindelijk is voor mij de kernvraag: wat doen wij als middenveld om de samenleving vorm te geven, in functie van kinderen en jongeren? In tegenstelling tot Finland voelen we hier als jeugdwerkers een sfeer van concurrentie tussen de verschillende sectoren die met jongeren werken. Te weinig vertrouwen in elkaars werking of kennis. Terwijl: concurrentie helpt ons niet, samenwerking wel. Jeugdwerk moet zijn eigen kracht kennen, en daarin erkend worden door andere sectoren. Jeugdwerk moet de kracht van andere sectoren kennen. Jeugdwerk moet actief linken leggen en innovatief denken, in het belang van kinderen en jongeren. Zelfs leiderschap daarin opnemen.