Chiro Stekene Sint-Agnes (meisjes) en Sint-Andreas (jongens) werken samen met De Broederschool in Stekene, een middelbare school. Sam, al 6 jaar leider en momenteel groepsleider vertelt enthousiast over de kansen en uitdagingen die het delen van een speelplaats met zich meebrengen: “Sinds ons ontstaan hebben we een erfpachtovereenkomst met de parochie vzw, die eigenaar is van de speelplaats en onze lokalen. Voor ons is het delen dus een evidentie. We gebruiken hier de speelplaats van 1200m² en het grasveld voor onze activiteiten. Als we het vragen, mogen we ook eens de tuinen van de broeders gebruiken. Onze jaarlijkse tentfuif gaat hier ook door: dus als we reclame willen maken, hangen we gewoon wat affichkes aan onze lokalen en weten we dat er sowieso al heel wat leerlingen komen feesten.”
Maar het is niet allemaal gemakkelijk. Zo liep het wel eens fout om met alle partijen (school, parochie vzw, brandweer, preventie-adviseur en leiding) goede afspraken te maken voor onze jaarlijkse fuif van 1000 man. Door onze veranderende leidingploeg gingen sommige gemaakte afspraken soms verloren en wisten wij niet altijd bij wie van de parochie of gemeente we met onze specifieke vragen terecht konden.
Toen we onze nieuwe lokalen bouwden, richtten we twee jaar geleden een nieuwe vzw ‘Oudercomité SAS’ op die ons ondersteunt in het beheer van de lokalen. Ze ondersteunen ons bij evenementen en adviseren de leiding. Nu vragen we steeds dat iedereen aanwezig is op bv. de overleggen voor de fuif en werken we met een vast aanspreekpunt uit onze vzw. Onze voorzitter neemt die taak op en dat helpt enorm qua technische opvolging. Als groepsleiding zorg ik op mijn beurt voor duidelijke communicatie en overdracht naar de leiding, zodat iedereen weet wat er leeft.”
Er wordt in Stekene soms wat geklaagd over geluidsoverlast: “Een jeugdwerking organiseren in een dorpskern is niet altijd evident. Er zijn heel wat ouderen in de nieuwe flats komen wonen die op hun rust gesteld zijn. En dat snap ik ergens wel, maar ja, wij waren hier eerst hé. Sinds corona is er duidelijk meer gevoeligheid voor geluidsoverlast, maar we lossen dat steeds op.”
“Qua beheer valt het onderhoud van de speelplaats heel goed mee. We snoeien jaarlijks de haag tegen onze lokalen. Maar er zijn eigenlijk geen geschreven afspraken. Die afspraken groeien bij ons organisch via vergaderingen met de ploeg. Zo heb je als leiding snel door wat kan en wat niet kan (vb. geen sigaretje opsteken op de speelplaats als er nog leerlingen zijn). En soms krijgen we wel eens een berichtje over zwerfvuil of als er eens spelmateriaal is blijven liggen. Maar het werkt langs 2 kanten. Ook de scholieren laten vuil achter.
Het voordeel in Stekene is dat iedereen daar zeer open over is. Als kleine gemeenschap kent iedereen elkaar en weet je beter wat je aan elkaar hebt. De conciërge van de school hier is de volwassen begeleider bij de chiro van Sint-Niklaas en bovendien ook nog een goede vriendin van de jeugdambtenaar hier in Stekene. En wij kennen die op ons beurt ook zeer goed. Dat is een groot voordeel om de uitdagingen snel en praktisch aan te pakken.”
“Heb je dus nood aan meer ruimte als jeugdwerkorganisatie, dan raad ik aan om de piste van speelplaatsen delen zeker eens te bekijken. Scholen zijn enkel open tijdens de schooltijd en de jeugdbeweging pas nadien. Voor ons is dit de ideale combinatie. En financieel scheelt het ook heel wat om een speelplaats te delen. Een eigen terrein kopen of een gratis erfpacht afsluiten voor 50 jaar? De keuze is snel gemaakt."
Gouden tip: “Als je afspraken maakt met de school, maak dan dat ook de nieuwe leiding in de ploeg hiervan op de hoogte is. Zorg daarvoor voor een duidelijk aanspreekpunt in je eigen leidingploeg en vraag ook naar een vaste contactpersoon op school.” (zie ook tip 7 van onze tipslijst)
Scouts Haegepoorters uit Destelbergen getuigt hoe ze het naburige speelterrein delen met de school, de parochie en de buurt. De speelweide omtoveren naar een gedeelde plek voor iedereen was een intensief proces met vallen en opstaan.
Vroeger was het naburige speelplein één grote vlakte zonder al te veel begroeiing en werd het door de scouts vooral gebruikt voor pleinspelen. De lokale senioren (OKRA) gebruiken dan weer een deel als petanqueveld. Naast het veld ligt de lagere school Pius X. Zij kregen in 2019 geld van de Vlaamse Overheid om de speelweide om te vormen tot een bewegingsvriendelijke en gedeelde speelplaats. De school kreeg interesse in de speelweide dat naast de eigen (stenen) speelplaats ligt om te gebruiken tijdens de schooluren. Daarnaast wou de school de speelweide overdag een half publiek karakter geven, zodat ook de kinderen uit de buurt er kunnen spelen.
Stef Verlinde, groepsleider bij de Haegepoorters, vertelt hoe de eerste plannen van de school om het terrein opnieuw in te richten, moesten bijgestuurd worden. Ondanks alle partijen hun goede wil: “Toen de vraag van de school kwam om de speelweide als speelplaats te gebruiken, wilden we daar met de scouts wel op ingaan, maar moesten we de parochie betrekken die eigenaar is van het terrein. Op vraag van de school kwamen de verschillende partijen een aantal keer samen om de speelweide om te vormen tot een uitdagende speelplek voor de scouts, de school én de buurt.”
Er lagen heel wat wijzigingen op tafel. De school verzamelde eerst alle ideeën. Daarvoor werden infoavonden georganiseerd, waarbij iedereen input kon geven (ouders, buurtbewoners, parochie, scouts, ouders en de leerlingen van de school). De provincie Oost-Vlaanderen zette de ideeën om in een plan, met de ondersteuning van een landschapsarchitect. Het eerste ontwerp bevatte nog zeer ambitieuze plannen (moestuin, enz.).
Stef vervolgt het verhaal: “Onze leiding was bij de initiële plannen bezorgd dat er in de nieuwe vorm geen plaats meer zou zijn voor pleinspelen of om evenementen te organiseren en we zagen daarom de grote verandering van de speelweide niet meteen zitten. We waren onvoldoende op de hoogte omdat de info van de werkgroep speelplaats niet altijd goed doorstroomde naar de voltallige leidingploeg. Nu we een eigen groepje hebben die dit opvolgt, bestaande uit mensen van onze vzw en leiding, loopt de interne communicatie beter.
Na dialoog werd het eerste ontwerp aangepast en een deel van de open ruimte behouden, aangevuld met beplanting en uitdagende spel- en leeromgevingen aan de zijkanten van het terrein. Ook het bos en de kampvuurkring waren elementen die we wilden behouden. En er werd ook nog een houten amfitheater toegevoegd dat dienst doet als verzamelplek en buitenklas. Zo wordt het een interessante plek voor de scouts, de school, de ouderen van de parochiewerking én de kinderen van de buurt.”
“Ook de buren waren niet meteen tevreden met de plannen. Zij zagen vooral het openbaar karakter van het plein minder goed zitten. Zij vreesden extra geluidsoverlast. Om tegemoet te komen aan hun verhaal zorgden we voor een extra groenbuffer aan de zijkant van het terrein en gingen we verschillende keren geduldig langs bij de buren om de plannen uit te leggen en af te toetsen. Er komt ook een poortje om het terrein af te sluiten na zonsondergang.”
“Dat we extra ruimte goed kunnen gebruiken bleek ook tijdens de coronacrisis. Gelukkig hebben we een goede relatie met onze schoolburen. Toen we gescheiden takwerking moesten organiseren, vroegen wij op onze beurt of we gebruik konden maken van de speelplaats van de school. Met de extra speelweide konden alle activiteiten in bubbels doorgaan.” “Nu zijn de meeste beplantingen en aanpassingen op het terrein gebeurd en wordt de speelweide naast de scouts door de school gebruikt als extra speelplaats, vooral op de middag. De aanplantingen zorgen misschien wel voor wat meerwerk, maar er werd voor planten gekozen die niet zo veel onderhoud vragen. We organiseren een jaarlijkse klusjesdag met de ouders van de school en de scouts. Omdat dit voor een deel over dezelfde mensen gaat, kunnen we dit vlot organiseren.”
Dit verhaal is een mooi voorbeeld van hoe de school en de scouts hebben geïnvesteerd in echte kennismaking. Een eenzijdig plan voor de speelweide opstellen vanuit één partij werkt duidelijk niet. Vandaar deze tip: Ga van in het begin in dialoog, werk samen een visie uit rond de gedeelde plek en spreek goed door wat de wederzijdse verwachtingen zijn. Streef naar gemeenschappelijke punten en zoek waar mogelijk naar win-wins. Stel je daarbij niet enkel op als ‘gebruiker’, maar geef ook aan wat jij als jeugdwerkorganisatie voor de school kan betekenen. Zo vergroot je je betrokkenheid en toon je dat je mee verantwoordelijkheid opneemt voor de speelplaats.
Speelplein Kwetu uit Sint-Kruis-Winkel organiseert elk jaar haar werking in de zomervakantie op de basisschool Sint-Laurens. Die samenwerking hing even aan een zijden draadje. Moni Céline De Waele vertelt gepassioneerd het verhaal en hoe de speelpleinwerking en de basisschool nu voor altijd met elkaar verbonden zijn.
“Vroeger zaten we in de tuin achter de kerk, ook wel ‘de tuin van pater Willy’ genoemd. Toen hij stopte als priester, ging die grond verkocht worden en moesten we dus op zoek naar een andere locatie. De school aan de overkant van de straat, leek voor ons ideaal gelegen, aangezien het niet al te ver was en de meeste kindjes uit de buurt ook daar naar school gaan. Het gebruik van de school kwam redelijk snel in orde en sindsdien gebruiken we er de klaslokalen en de speelplaats. We hebben dan de verschillende grote speeltuigen mee verhuisd naar de school zoals de piratenboot en draaimolen. Dat vonden ze op de school ook heel fijn.”
“Ook dankzij ons speelplein is het dorpsschooltje blijven bestaan. De school is eigendom van de Broeders van Liefde en had een grondige opfrisbeurt nodig. Door het kleine aantal (80-tal) leerlingen zag men die investering niet meer zitten. Toen werd aangekondigd dat de school zou sluiten, is het hele dorp wakker geschoten en gaan betogen. De speelpleinwerking had een groot netwerk en organiseerde protest- en inzamelacties om de school open te houden. Tv-maker Jonas Geirnaert liep er vroeger school en zette zelf met een tekening van kabouter Wesley zijn schouders onder één van de protestacties. De ouders konden uiteindelijk het schoolbestuur overtuigen om de renovatie goedkoper te organiseren. En de stad Gent kwam met een subsidie over de brug indien het speelplein in de school kon blijven en de school opengesteld zou worden na de schooluren. En zo werd uiteindelijk beslist om de school toch nog open te houden. Na een jaar renovatie konden we terug onze intrek nemen in de gebouwen.”
“Een extra voordeel nu is dat we hele mooie, nieuwe lokalen hebben (nieuwe eetzaal, toiletten) die we mogen gebruiken indien het slecht weer is. Ook de klaslokalen mogen onder toezicht gebruikt worden om bijvoorbeeld gebruik te maken van het digibord om films af te spelen of een quiz. En ondertussen hebben we hier ook onze eigen container voor ons materiaal. Dit hebben we mede gekregen omdat we al zoveel gedaan hebben voor de school. Voor ons is deze locatie dus echt ideaal.”
Wie een speelplaats van een school gebruikt, bereikt bv. automatisch meer kinderen en jongeren. Zo wordt ledenwerving heel wat eenvoudiger, zegt Céline: “De kindjes weten ook goed hun weg op het speelplein omdat ze daar meestal al school lopen. Het is dan ook een goede mond-aan-mondreclame omdat de kinderen aan elkaar vertellen dat ze in de zomer naar het speelplein zullen gaan.”
Een school heeft nog voordelen: “We hebben het voordeel dat heel wat juffen en meesters zelf actief zijn in het speelplein, waardoor we soms al eens wat meer mag. Nadeel is wel dat we een weekje voor het einde van de vakantie al moeten stoppen omdat de leerkrachten dan alles moeten klaarzetten, lokalen moeten gepoetst worden…”
“Maar onze samenwerking tussen het speelplein en de basisschool Sint-Laurens heeft vooral heel wat voordelen, ook voor de school: Als speelplein kunnen we via de gemeente over meer budget (subsidies) beschikken dan de school zelf. Het speelplein springt dan bij om een nieuw speeltuig te kopen of een omheining te zetten…”
Speelplein Kwetu bewijst dat jeugdwerk en onderwijs belangrijke motoren zijn om een dorp levendig te houden. Ze hebben er dus alle baat bij om samen te werken. Heb je zelf ruimte te kort? Onderzoek welke extra ruimte er in jouw buurt aanwezig is. Extra ruimte nodig? Zoek het niet te ver en bekijk de voordelen van schoolterreinen in de buurt.
Tip Céline: “Maak goede afspraken tussen de jeugdwerkorganisatie en de school, zorg voor een vlotte en eerlijke communicatie. En doe soms eens wat water bij de wijn. We mogen tenslotte de locatie gebruiken.”
Jeugdhuis Alleman uit Oudergem viel ons op toen het in 2018 al eens verscheen in het tijdschrift Klasse als een ‘school’voorbeeld van gedeeld gebruik. Het Lutgardiscollege zat volop in de verbouwingen toen het jeugdhuis naar een gebouw van de parochie aan de andere kant van de school moest verhuizen en startte toen terug op.
Yannouk van JHOB, ondersteuners van jeugdhuizen in Brussel, vertelt hoe het jeugdhuis zelf in coronatijden haar werking recht bleef houden en nu terug volop wil inzetten op verbindend werken met de buurt: “Jeugdhuis Alleman bestaat al zo’n 53 jaar en is daarmee één van de oudste jeugdhuizen in Brussel. Oudergem is een rustige Brusselse gemeente, met niet veel aanbod voor jongeren buiten het jeugdhuis en wat cafés. We bereiken ook jongeren van 15 tot 25 jaar uit Watermael-Bosvoorde, Overijse, Hoeilaart, Elsene en Etterbeek. De kleine gemeenschap zorgt ervoor dat we een goede band hebben met heel wat partners in de buurt.”
“De school stond vanaf het begin open voor samenwerkingen op de speelplaats en zij zijn altijd bereid om met ons samen te zitten om bepaalde voorstellen te bekijken. Zo gingen we ook met de andere gebruikers, het speelplein UKIYO, de bib, Zoniënzorg (ouderenzorg), de toenmalige chiro en met de directie van de school aan tafel.”
“Het unieke aan deze school is dat zowel kleuters, lagere schoolkinderen als scholieren op 1 speelplaats hun plek krijgen. Aanvankelijk waren we wel wat sceptisch tegenover de invulling van de speelplaats met groene ‘eilanden’ en vele hoekjes, maar achteraf gezien is de nieuwe indeling best gezellig en geeft die ons nog veel vrijheid. Toen we een EK-voetbal match event organiseerden (het enige Nederlandstalige in Brussel), werd de voetbalhoek bv. onze bar. En dat voelde veel beter aan dan een open, betonnen speelplaats waar je zelf nog alles moet inrichten. We mogen dus evenementen organiseren op de speelplaats en dat is een groot succes en een win-win voor iedereen, omdat je bv. een betere visibiliteit krijgt voor het jeugdhuis en de school.”
Tijdens de week investeert het jeugdhuis ook in een betere band met de leerlingen. Yannouk: “We doen dit op verschillende manieren: voor de coronacrisis stelden we het jeugdhuis open op vrijdag zodat de leerlingen van de derde graad daar hun middagmaal konden eten.
Wij deelden ook flyers uit aan de schoolpoort, die ze op de "After School" op vrijdagavond konden inruilen voor een gratis drankje. Zo blijft het jeugdhuis heel laagdrempelig en bereiken we ook heel divers publiek. Maar we organiseren ook overlegmomenten om te bekijken wat ze willen veranderen op hun school, of hoe ze hun eigen evenementen (zoals een eigen baravond) kunnen organiseren. Ook het eindejaarsfeest voor de zesdes wordt hier georganiseerd, samen met de leerkrachten. En na het spaghettifeest op school voor oud-leerlingen, komt iedereen hier nog iets drinken.”
“Er is geen formele overeenkomst met de school over het gebruik van de speelplaats. Het is wel belangrijk om met de jongeren goede afspraken te maken, maar ze begrijpen dit wel. Zo voorzien we wel een aparte rookzone bij events, proberen we geen glas te serveren en ruimen we goed op. Maar bij privé-feestjes in ons jeugdhuis heb je daar minder vat op. Na een incident met achtergebleven afval hebben we de voorwaarden wel verstrengd. Ook de bewoners van de nieuwe appartementsblokken kunnen wel eens klagen, daarom gaan we nu na corona wat extra experimenteren met de buurtwerking. We denken bv. aan een gesprek met de appartementsbewoners of een buurtfeest op de speelplaats, waarbij we samenwerken met de bib, de gemeente en het gemeenschapscentrum. Zo willen we de buurtbewoners beter leren kennen en zij ons.”
Tip: “Als je dus over een eigen ruimte beschikt op of in de omgeving van de school, dan heb je een extra troef in handen. Zet dus als organisatie zelf ook in op gedeeld gebruik van je eigen infrastructuur, dat zorgt voor een betere band met andere organisaties en voor meer zichtbaarheid.”
Creafant vzw organiseert sinds 2012 creatieve vakanties, kampen en workshops, over heel Vlaanderen. Toen de werking opstartte, trokken ze meteen naar verschillende scholen met de vraag of ze konden gebruik maken de school en de speelplaats. Clara was er al van in het begin bij. Ze was ooit een enthousiaste 16-jarige monitor en werd een aantal jaren geleden beroepskracht bij Creafant. Ze staat in voor de logistieke ondersteuning en de coördinatie van meer dan 200 monitoren: “Sindsdien zijn we zo blijven werken. We bekijken elk jaar wel of onze kampen voldoende deelnemers bereiken en of de locatie daar een invloed op heeft. Daarnaast gebruiken we ook nog andere locaties zoals een boerderij, een buitenspeelbos of zelfs een provinciaal domein, maar scholen zijn onze belangrijkste plekken gebleven.”
Een plek vinden die een geschikte binnen- en buitenruimte heeft, is niet evident. Vooral als die ook nog betaalbaar moet zijn, met voldoende speeluitdaging en liefst ook nog met wat groen. Clara treedt bij: “Speelplaatsen zijn daarom het beste antwoord op onze vraag. Ze zijn kindvriendelijk ingericht. En dat is een groot voordeel, zeker als je bv. met kleuters werkt. Met de vergoeding die we betalen voor het gebruik van de lokalen, kunnen scholen ook kleine investeringen doen aan de school. Als organisatie zorgen we naast huur ook voor andere return: we geven de dieren op school eten tijdens de vakantie, de ouders en kinderen leren de school (op een andere manier) kennen of we brengen op vraag een workshop in de klas. Zo brengen we een verteltheater voor kleuters die als muzische activiteit kan geboekt worden.”
Of het kan ook anders: “We worden aangesproken op onze creatieve know-how in huis. Dit jaar werkten we een volledige buitenkeuken uit voor een school buitengewoon onderwijs. En we zijn ook solidair met onze partners: we ondersteunen waar mogelijk hun financiële acties of we gaan eens een dag vrijwillig werken op het veld van de boerderij waar we onze buitenkampen organiseren.”
Toen in de coronacrisis de stad Waregem en 2 scholen ons vroegen om noodopvang te organiseren, kon Creafant met hun ervaring snel schakelen en boksten ze een aanbod op die scholen en speelplaatsen in elkaar. Met de zomerscholen gingen ze op een gelijkaardige manier te werk. Clara: “We zijn heel flexibel. En in return kregen we enorm veel dankbaarheid van heel veel ouders.”
“Het werken in bubbels van 10 tijdens de paasvakantie van 2021 was opnieuw een uitdaging. Omdat de bubbels strikt gescheiden moesten blijven en de speelplaatsen niet altijd groot genoeg waren, trokken we in Ename ook naar terreinen van ander jeugdwerk om onze activiteiten te kunnen laten doorgaan. Heel leuk om te mogen ondervinden dat het jeugdwerk de handen in elkaar slaat om elkaar te helpen. Op die manier hebben we geen activiteiten moeten annuleren.”
“Het zijn die kleine dingen die zorgen voor een fijn contact met de directies en leerkrachten. En zo kan er ook al eens wat meer: we vergaderen tijdens het jaar in lokalen van de school, of we krijgen de sleutel van de schoolpoort. Elkaar meteen aanspreken als er zich problemen voordoen en wat bijsturen, dat werkt het best. Maar we evalueren ook elk jaar de samenwerkingen. Daar trekken we graag genoeg tijd voor uit in een gesprek na de vakantieperiode. En we maken meteen de afspraken op voor een volgende periode. Er zijn eigenlijk niet veel formele regels of afspraken met de scholen. Elke school heeft zijn regels en afspraken die we opnemen in een huishoudelijk regelement. We zorgen er voor dat alle kinderen goed weten wat kan en wat niet kan. We leggen uit hoe de speelplaats in elkaar zit tijdens de vakantie en doen eens samen een wandeling langs de verschillende plekken op de speelplaats.
“De werking binnen een school en de werking binnen het jeugdwerk verschillen sterk van elkaar. We proberen binnen onze visie een leuke losse sfeer te creëren. Uiteraard zijn de regels op school net iets anders dan de regels op een kamp. Dit is voor beide partijen soms zoeken en aanpassen. We moeten dit af en toe eens opnieuw uitleggen wanneer onze werking in vraag wordt gesteld. Maar door open hierover te communiceren is het ons steeds gelukt om hierin een mooi evenwicht te vinden voor beide partijen. We kunnen nog heel wat leren van elkaar. En enkel op deze manier wordt samenwerken een succes!
Clara besluit als volgt: “Als tip geef ik daarom graag mee dat een eerste persoonlijk kennismakingsmoment cruciaal is voor een geslaagde samenwerking. Wanneer je sterk gelooft in je eigen organisatie en je met veel enthousiasme vertelt over je werking, dan kan je die ‘liefde’ ook gemakkelijker overbrengen naar de school. Een directie voelt meteen dat je passie hebt, maar laat ook zien welke mogelijkheden er zijn op zijn of haar school. En als je daarbij zelf voldoende respect toont naar de school toe, kom je sneller tot samenwerken. Zoals ik eerder zei moet je open communiceren over de verwachtingen van beide partijen. Jeugdwerk is toch nog iets anders dan schooltijd en het is belangrijk om dat te duiden. Bij ons staat creativiteit, sport en spel centraal, in een ongedwongen sfeer. Kinderen hebben vakantie en moeten dat kunnen voelen, het gaat er dus een pak losser aan toe dan op de schoolbanken. Dat is de kracht van jeugdwerk!”