[anysurfer.logo]

Onderzoek naar solidariteit in een superdiverse samenleving

Onderzoek naar solidariteit in een superdiverse samenleving

Kracht van Diversiteit

Binnen deze superdiverse samenleving moet er nagedacht worden over wat ons vandaag nog bindt en hoe zijn we nog solidair? Het jeugdwerk probeert manieren te vinden om hierop te anticiperen, onder andere vanuit de werkgroep diversiteitsbeleid. Van 2012 tot 2015 werd een grootschalig DieGem-onderzoek (DieGem, Solidariteit in superdiversiteit) gevoerd vanuit verschillende disciplines en verschillende onderzoeksinstellingen. De huidige superdiverse samenleving is complex en stelt ons voor belangrijke samenlevingsvraagstukken. Maar wat houdt die term ‘superdiversiteit’ nu juist in? 

Superdiversiteit?

Superdiversiteit duidt op de diversiteit binnen de diversiteit. Waar we in het verleden het aantal verschillende migratiestromen beperkt waren en we duidelijker ‘doelgroepen’ konden afbakenen, zien we nu migratiestromen uit heel de wereld. Maar ook vanuit verschillende omstandigheden: niet-begeleide minderjarige vluchtelingen hebben heel andere noden dan roma, dan jongeren die hier als derde generatie opgroeien, dan expats, … Door de ontwikkelingen in communicatietechnologie ontstaan netwerken over heel de wereld, maar is de lokale gemeenschap niet meer altijd de eerste focus om zich te binden.

De conclusies die verder kwamen uit het DieGem-onderzoek werden vrijdag 25 november 2016 voorgesteld aan actoren uit verschillende domeinen onder de titel “Superdivers samenleven, de sociale cohesie voorbij”. Ook De Ambrassade was erbij. Onderzoekers uit verschillende disciplines (geografen, sociologen, politicologen en pedagogen) gingen aan de slag met de vaststelling dat Vlaanderen snel superdivers wordt en dat die superdiversiteit druk zet op de solidariteit. In wat volgt zetten we de belangrijkste uitgangspunten en conclusies die aan bod kwamen tijdens de slotconferentie op een rijtje. 

Opzet van het onderzoek

De onderzoekers gingen aan de slag vanuit enkele uitgangspunten of vragen: 

  • Waar komt solidariteit vandaan? 
  • Waar bevinden die nieuwe vormen van solidariteit zich op concrete plaatsen in een superdiverse samenleving?
  • Op welke vormen van burgerschapspraktijken en leerprocessen steunen deze nieuwe vormen van solidariteit?
  • Op welke spanningsvelden positioneren deze nieuwe vormen van solidariteit zich binnen de superdiverse samenleving?
Vanuit de focus op het minimale wat we vandaag de dag nog met elkaar delen, namelijk plaats en ruimte, ging men op zoek naar concrete praktijken. Deze praktijken bevinden zich op school, op de werkvloer, in de woonomgeving en in de vrije tijd. Dit zijn de vier domeinen van het maatschappelijke leven waarop het DieGem-onderzoek focuste. Solidaire woonprojecten zoals Leeggoed in Elsene kwamen aan bod, diversiteit binnen de Mater Dei school in Leuven en solidariteit op de werkvloer bij bijvoorbeeld Automotive in Gent.

Bij deze praktijken werd er nagegaan welke vormen van solidariteit hier ontstonden en welke voorwaarden er geschept moesten worden om deze solidariteit in diversiteit te laten plaatsvinden. Binnen het domein vrije tijd werden twee jeugdwerkpraktijken onderzocht: de stadswerking van chirogroepen binnen Brussel en City Pirates uit Antwerpen.  

Wat leren we eruit?

Vanuit het onderzoek kwamen een aantal conclusies op de voorgrond, waaronder:

Nood aan transformatie

Er is nood aan transformatie om solidariteit in diversiteit mogelijk te maken. Er moet openheid zijn om zaken in vraag te durven stellen en zo nodig te herdenken. Zo werd bij Chiro Brussel dit als uitgangspunt genomen om groepen te selecteren om deel te nemen aan het actieonderzoek. De Chirogroep moest bereid zijn om de eigen chiropraktijken en waarden en normen in vraag durven te stellen om zo aan de slag te gaan met solidariteit in diversiteit. Traditie speelt in veel Chirogroepen een belangrijke rol. Gewoontes zorgen voor continuïteit, maar kunnen ook leiden tot uitsluiting van kinderen die anders denken en doen. Daarom is het van belang om bereid te zijn tot onderhandelingen over bijvoorbeeld leeftijdsgroepen, het chiro-uniform, et cetera. Slechts als er ruimte is om bestaande tradities in vraag te stellen is solidariteit in diversiteit mogelijk.

Bronnen van solidariteit

Solidariteit ontstaat voornamelijk bij praktijken waar er gefocust wordt op onderlinge afhankelijkheid, waarbij mensen op elkaar zijn aangewezen om tot een gezamenlijk doel te komen of een gezamenlijke strijd te voeren. Een belangrijke vaststelling als je bedenkt dat vanuit beleid hard wordt ingezet op het creëren van ontmoeting op zich en gedeelde waarden en normen. Het gemeenschappelijke staat bij deze strijd centraal, zoals bijvoorbeeld binnen Spring Global Mail. Magazijnarbeiders van diverse culturele herkomst zijn daar genoodzaakt om samen te werken om post op tijd buiten te krijgen.  

Zelf als jeugdwerker aan de slag?

Werk je als jeugdwerker binnen een context waar superdiversiteit aanwezig is en wil je solidariteit bewerkstelligen? Kijk dan zeker eens op de site van het DieGem-onderzoek naar praktijken die hier al reeds ervaring over hebben opgebouwd. Deze voorbeeldpraktijken kunnen gebruikt worden om ook binnen jeugdwerkorganisaties meer aandacht te hebben voor en te streven naar solidariteit in superdiversiteit.

Daarnaast vind je op onderstaande website ook een toolbox impactevaluatie. Veel jeugdorganisaties experimenteren en proberen te innoveren rond solidariteit, maar hoe beoordeel je de impact daarvan? En hoe leer je daaruit? DieGem ontwikkelde een toolbox om zo’n impactevaluatie te doen. Op de site vind je een aantal uitdagingen waarmee je wellicht geconfronteerd zal worden. En bestaande handleidingen of interessante bronnen die je daarvoor kan raadplegen.

Nu op naar meer solidariteit in superdiversiteit?