[anysurfer.logo]

Zeg het met je lichaam of voorwerp!

Zeg het met je lichaam of voorwerp!

Werkvormen

Methodiek

De deelnemers geven via hun lichaam en positie hun mening. Je kan dit statisch doen (ze staan/zitten stil op hun plek) of dynamisch (ze bewegen zich doorheen de ruimte) afhankelijk van je locatie en bewegingsruimte.

Je kan werken met keuzes (ja/neen of optie A en optie B) of met een 'schaal' bijvoorbeeld: heel slecht - slecht - matig - goed - heel goed OF 'helemaal niet akkoord - een beetje akkoord - ik weet het niet - een beetje akkoord - helemaal akkoord' enzovoort.

Enkele statische manieren:

  • De deelnemers tonen met hun lichaam door zo groot of klein mogelijk te maken waar ze zich bevinden op de schaal (helemaal uitrekken en in een bolletje zitten/op de grond liggen als uitersten)
  • De deelnemers zitten op hun stoel om optie A te kiezen en staan recht om optie B te kiezen.
  • De deelnemers hebben allen een eigen voorwerp. De begeleiding maakt een lijn op tafel (met bv. papiertape). De deelnemers positioneren zich tegenover de stelling of vraag op de lijn via hun voorwerp. Inschalen kan ook gewoon door kruisjes te zetten met een balpen op flappen. Het is dan wel belangrijk om per vraag/stelling een flap te hebben. 
  • De deelnemers hebben een voorwerp (bv. wasspeld of ballon). De hoogte van het voorwerp, geeft hun positie weer tegenover de stelling of vraag. 
  • ...

Enkele dynamische manieren:

  • De deelnemers staan in een cirkel en er is door een voorwerp een duidelijk middelpunt. Afhankelijk van hoe akkoord ze zijn met de stelling, staan ze dichter bij het middelpunt.
  • De deelnemers krijgen een stelling. Er is een lijn getekend of gemaakt met papiertape. De deelnemers staan ergens op de lijn, om hun mening tegenover de stelling duidelijk te maken. (bv. uiterst rechts = helemaal niet akkoord en uiterst links = helemaal akkoord).
  • Hoeken: Er zijn 4 hoeken, iedere hoek heeft een betekenis. De deelnemers beantwoorden een stelling of vraag door in één van de hoeken te gaan staan. 
  • ...

Materiaal

  • Papiertape (indien nodig)
  • flappen (indien nodig)
  • balpennen (indien nodig)
  • persoonlijke voorwerpen (indien nodig)
  • wasspelden of ballonnen (indien nodig)
  • Visuele hulp (via presentatie of flappen)