We voelen steeds meer de gevolgen van de klimaatopwarming. Naast een toename van het aantal dagen met extreme neerslag zijn er ook meer en intensere hittegolven. In dit artikel focust CJT op dit laatste en zoeken ze uit hoe we met specifieke ingrepen de koelte in en rondom een jeugdverblijf kunnen bewaren. Dergelijke acties zijn ook toepasbaar op alle jeugdinfrastructuur.
Lees het volledige artikel, met o.a. verschillende praktijken aan het woord, op de site van CJT (Centrum voor Jeugdtoerisme), via deze link.
Bij CJT kan je als (jeugd)vereniging terecht als je jouw lokalen (willen) verhuren en allerhande vragen hebt (bv. rond wetgeving, subsidiemogelijkheden).
De impact die klimaatverandering heeft op de temperaturen in ons land kennen we aan de hand van wetenschappelijke metingen, bijgehouden door het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI). Wat blijkt? De gemiddelde jaartemperatuur in België stijgt sinds het einde van de negentiende eeuw significant. Daarbij zijn de warmste jaren vooral geregistreerd na 1990 en staan 2020 en 2022 genoteerd als warmste jaren ooit. We krijgen dus warmere temperaturen, dit zowel in de winter als in de zomer. Sinds 1981 neemt in de zomer ook het aantal hittegolven toe. Bovendien duren de hittegolven steeds langer en nemen ze in intensiteit toe. 2020 en 2022 springen daarbij opnieuw in het oog met lange periodes van hoge temperaturen. En als de trend zich verder zet zoals de algemene verwachting is, dan zullen de hittegolven de komende zomers enkel nog toenemen.
Hittegolven zorgen bij iedereen voor een minder comfortabel gevoel. Hoe komt dat? Onze lichaamstemperatuur bedraagt 37° C. Wanneer van die temperatuur wordt afgeweken, volgt er een lichamelijke reactie. Bij hogere temperaturen is dat zweten of dorst krijgen. Deze natuurlijke reactie stelt het lichaam in staat om de temperatuur te reguleren. Lopen de temperaturen ondanks die natuurlijke reactie toch hoger op of houden de hoge temperaturen langer aan, dan kan oververhitting optreden. Die situatie kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Vooral heel jonge kinderen en ouderen zijn in zo’n situatie kwetsbaar, maar ook gezonde kinderen, jongeren en volwassenen passen hun gedrag best aan. Zo worden fysieke inspanningen best gemeden en wordt er gezocht naar koelere plaatsen.
Willen we onze groepen tijdens hittegolven een zo comfortabel mogelijk gevoel bezorgen, dan nemen we best enkele initiatieven om de temperatuur tijdens hete zomerperiodes toch ietwat te milderen. Dit kan met kleine en iets grotere ingrepen in en rondom het jeugdverblijf. De rode draad is het vermijden van directe inval van warmte- of infraroodstralen van de zon, want die stralen zorgen ervoor dat temperaturen snel oplopen. We lijsten op de volgende pagina’s op hoe dit kan.
Om de temperaturen op hete zomerdagen te beheersen, leggen we de focus eerst op de buitenomgeving, want een frisse buitenomgeving zorgt logischerwijs ook voor een frissere binnentemperatuur.
In Vlaanderen is 16 % van de oppervlakte verhard, dat is dubbel zoveel als het Europees gemiddelde. Dat heeft vooral gevolgen voor onze watervoorziening, maar heeft ook een invloed op de temperatuur. Vooral in steden is dit merkbaar: daar liggen de temperaturen merkbaar hoger dan op het platteland. Vandaar de term hitte-eilanden. Hoe komt dit? Gebouwen, asfalt, tegels of betonnen omheiningen nemen overdag de warmte op en geven die na zonsondergang opnieuw af. In een stad blijft die warmte dan hangen waardoor het opvallend warmer wordt dan op het platteland. Omdat veel jeugdverblijven buiten de stad liggen, zal ontharden niet dezelfde impact hebben op de temperatuur als in de stad. Toch is ongebruikte verharding (een oude speelplaats, een niet gebruikt basketbalveld, teveel aan parking…) verwijderen zinvol, zeker als die oppervlaktes beplant kunnen worden of ruimte vrijmaken voor water. Want dan is de natuurlijke winst nog groter.
Voor het vergroenen van je terrein kan je bij Bos+ terecht voor advies. Wil je zelf aan de slag, dan is de bomenwijzer een handige tool.
Als het verdampen van water bij planten een bijdrage levert aan koelere temperaturen, dan geldt dat uiteraard ook voor water zelf. Een beek, poel of zwemvijver op je domein is dus ongetwijfeld een troef. Kunnen groepen er bovendien in spelen of zwemmen, dan is de verkoeling helemaal een feit.
Zijn de waterpartijen niet van nature aanwezig, dan is investeren in een wadi misschien een optie. Een wadi is een verzonken plek op je domein waar je het regenwater van je verblijf naar afvoert zodat het langzaam kan infiltreren in de bodem. Tips voor het bouwen van een wadi vind je op de website van blauw groen Vlaanderen.
Met je infrastructuur kan je extra bescherming bieden tegen hoge temperaturen en streven naar een comfortabele binnenruimte. Maar wat is comfortabel?
Uit onderzoek blijkt dat de temperatuur in de slaapruimtes best niet hoger is dan 21° C. Bij hogere temperaturen wordt inslapen moeilijker, verloopt de slaap onrustiger en word je vroeger wakker. Voor de andere ruimtes ligt de comforttemperatuur maximaal 25° C. Boven 25°C voelt het opnieuw minder comfortabel aan, met die nuance dat dit van persoon tot persoon wat kan afwijken.
Hoe kan je die comfortabele temperaturen op hete dagen bereiken?
Regel één is ramen en deuren sluiten op de heetste uren van de dag. Enkel zo blijft de warmte buiten. Verluchten is pas een optie als de temperatuur buiten lager ligt dan binnen. Dat is meestal het geval ’s nachts en in de vroege ochtend. Met tochtcreatie kan het verluchtingsproces worden versneld. Dit gebeurt best door alle ramen open te zetten zodat er luchtcirculatie plaatsvindt. Het openen van deuren draagt ook bij tot een betere luchtcirculatie, maar is niet altijd mogelijk omwille van brandveiligheid. Gesloten deuren zorgen bij een eventuele brand namelijk voor minder rookverspreiding.
Bij de zelfkookformule ligt het afsluiten, verluchten en het creëren van tocht in de handen van de verblijvende groepen. Als uitbater kan je de groep enkel adviseren en eventuele hindernissen wegwerken. Zo kunnen kipramen een potentieel onveiligheidsgevoel wegnemen en muggenramen een verstoorde nachtrust vermijden.
Tot slot worden toestellen die warmte produceren, beter niet gebruikt of op plaatsen gezet waar de warmteproductie weinig impact heeft. Zo worden ovengerechten beter vermeden in de zomer en kan je koelkasten diepvriezers best weren in een koele berging.
Reeds bij bouwen en verbouwen moet je nadenken hoe je kan vermijden dat de binnentemperaturen snel oplopen. Dit kan door rekening te houden met verschillende bouwtechnische elementen zoals de keuze van de juiste bouwmaterialen. Zo is er een goede reden waarom op hete zomerdagen de temperaturen in stenen gebouwen lager liggen dan in bijvoorbeeld een houten chalet. Het principe is als volgt: zware bouwmaterialen zoals stenen of beton nemen op warme dagen de warmtestralen van de zon op en geven die ’s avonds opnieuw af als het koeler wordt. Kortom: hoe meer zware materialen aanwezig zijn, hoe meer warmte geabsorbeerd wordt. Hoe meer warmte geabsorbeerd wordt, hoe koeler de ruimtes blijven. Een jeugdverblijf opgetrokken uit zware bouwmaterialen zal hierdoor in de zomer koeler aanvoelen. Isolatie bestaat uit andere eigenschappen dan zware bouwmaterialen.
De isolatie neemt geen warmte op, maar houdt die vooral binnen of buiten. Dat is positief in de winter, maar kan in de zomer -als ramen en deuren overdag niet goed gesloten worden- leiden tot hitteopslag. Dit komt omdat goed geïsoleerde gebouwen niet zomaar afkoelen, wat in de zomer nadelig is. Daarom moet isoleren hand in hand gaan met ventileren, zodat de warme lucht op hete zomerdagen afgevoerd kan worden.
Met gevelbeplanting bescherm je de gevel tegen de infraroodstralen van de zon. Hierdoor warmt de gevel minder snel op en straalt ze ’s nachts ook minder warmte uit. Bovendien verdampt de beplanting water waardoor er een bijkomend verkoelend effect is voor de omgeving. Wat geldt voor de gevelbeplanting, geldt natuurlijk ook voor een groendak. Bovendien heeft een groendak een verhoogde isolatiewaarde waardoor het een ideale warmtewering biedt. Andere voordelen van een groendak zijn een goede geluidsisolatie, het bufferen van water en, indien aanwezig, een hoger rendement van de zonnepanelen. Dat sommige steden en gemeenten subsidies of premies geven voor een groendak, is leuk meegenomen. Toch zijn er ook belangrijke aandachtspunten. Zo is niet elke dakconstructie voorzien op het extra gewicht van een groendak en vergt een groendak minstens jaarlijks onderhoud.
Voor bijkomende informatie kan je opnieuw terecht op de website van blauw groen Vlaanderen.
Dankzij glaspartijen halen we op natuurlijke wijze licht en warmte binnen. Dat bespaart vooral in de winter op de elektriciteits- en verwarmingsfactuur. In een jeugdverblijf mag glas dus niet ontbreken, al veroorzaken die glaspartijen op hete zonnige dagen ook problemen. Glas laat namelijk infrarood- of warmtestralen van de zon door en verwarmt daarmee de materialen in de ruimte. Wanneer het koeler wordt, geven die materialen de warmte opnieuw af. Omdat die warmte in de ruimte blijft, kunnen de temperaturen op hete zonnige dagen serieus oplopen.
Hoe vermijd je dat glas de binnentemperatuur snel doet stijgen?
De zon komt op in oostelijke richting en gaat onder in westelijke richting maar de plaats waar dit gebeurt, is telkens verschillend. De enige constante is dat de zon kort na de middag in het zuiden op zijn hoogste punt staat, maar omdat de baan van de zon verschilt van seizoen tot seizoen, ligt het hoogste punt in de zomer wel veel hoger dan in de winter. Het gevolg is dat zuidgerichte ramen meer zonlicht en dus warmte genereren dan noord-, oost- of westgerichte ramen. Om de warmteproductie in de zomer te beperken, kan het verminderen van het volume zuidgericht glas, zonder dat het invloed heeft op het daglicht en de warmteproductie in de winter, overwogen worden. Daarbij moet extra aandacht gaan naar hellende beglazing (bv. in een dak) omdat die meer zonlicht ontvangt dan verticale beglazing. Aanvullend is een goede indeling van het gebouw belangrijk. Het zou bijvoorbeeld onlogisch zijn om de zuidelijk gerichte ruimtes in te richten als slaapzaal of koele berging terwijl die lagere temperaturen vereisen dan een sanitair blok of dagzaal.
Om rechtstreekse inval van infraroodstraling te vermijden maar toch zonlicht te behouden, kan gekozen worden voor een zonneluifel. In een jeugdverblijf is dat best een vaste constructie omdat een in- en uitschuifbare zonneluifel veel fragieler is. Bovendien heeft zo’n vaste luifel weinig gevolgen voor de seizoenen buiten de zomer. Omdat de zon in die periode lager staat, blijft de inval van infraroodstralen dan wel mogelijk waardoor ruimtes op natuurlijke wijze kunnen verwarmen. Heb je toch twijfels, dan kan je nog kiezen voor een luifel met een overkapping bestaande uit bladverliezende begroeiing zoals een druivelaar.
Is de in- en uitschuifbare zonneluifel de enige optie, dan geniet een automatische sturing de voorkeur zodat de luifel bij hevige wind automatisch wordt opgerold. Het molentje dat de wind registreert moet dan uiteraard goed geïnstalleerd worden.
Binnen- of buitenzonwering (gordijnen, screens, rolluiken) plaatsen is nog een efficiënte manier om inval van infraroodstralen via het glas tegen te gaan, maar de zonwering heeft ook een keerzijde. Namelijk het zonlicht wordt zo gedeeltelijk of volledig buitengehouden.
Zonwering binnen heeft een positieve invloed op de temperatuur, maar schermt de infraroodstralen pas af als het glas reeds is opgewarmd. Daarom is buiten aangebrachte zonwering efficiënter. Zo worden de infraroodstralen vooraf tegengehouden.
Omdat een manuele bediening van zonwering (touwtjes en linten) vaak onvoldoende robuust is, wordt een elektrische bediening aangeraden. Die elektrische bediening kan eventueel gekoppeld worden aan domotica, zodat de zonwering altijd tijdig wordt neergelaten.
Zonwerend glas is minder efficiënt dan een luifel of zonwering, maar draagt toch ook bij tot lagere binnentemperaturen.
Zonwerend glas is glas waarop een coating (een laagje metaaloxide) wordt geplaatst die de infraroodstraling tegenhoudt. Het is de g-waarde van de coating die bepaalt hoeveel straling wordt doorgelaten. Hoe lager die waarde is, hoe minder straling wordt doorgelaten. Op die manier kan de coating tot twee maal meer straling tegenhouden als dubbelglas, waardoor de binnentemperatuur minder snel zal stijgen. Enkele nadelen van zonwerend glas zijn de kans op verkleuring van invallend licht en de kans op een spiegelend effect op de buitenzijde.
Tot slot worden ook tijdens de andere seizoenen de infraroodstralen buiten gehouden waardoor de ruimtes in die periodes niet op een natuurlijke wijze kunnen opwarmen. Heb je geen zonwerend glas, dan is een zonwerende folie eventueel een optie. Met die folie kan de binnentemperatuur volgens producenten vijf tot zeven graden lager gehouden worden.
Zowel zonwering als zonwerend glas ondergaan een snelle evolutie. Technieken worden verfijnd om de infraroodstralen van de zon in de zomer te weren en in de winter te gebruiken. Tegelijk worden verdere stappen gezet om de impact op vlak van lichtinval te beperken. Zo is het best mogelijk dat op termijn zonwering binnen even efficiënt wordt als buiten of dat zonwerend glas warmte doorlaat buiten de zomer.
Een woordje van dank voor de medewerkers van CJT voor het delen van dit artikel. Lees de volledige tekst, met o.a. nog meer uitleg over installaties en de verschillende praktijken aan het woord, op de site van CJT, via de link hieronder.