[anysurfer.logo]

Jeugddienst Globelink en de #Kracht van de stem

Jeugddienst Globelink en de #Kracht van de stem

Op het congres #Jeugdwerkwerkt presenteerde we het DNA van de jeugdwerker en stelde dat #Jeugdwerkwerkt omdat jeugdwerkers mee vorm geven aan de samenleving. Een van de uitdagingen nu en in de toekomst van het jeugdwerk is dan ook om volop in te zetten op de kracht van de stem van kinderen en jongeren. Als deel van het middenveld herkennen we met het jeugdwerk dat ook wij een politiserende rol kunnen en moeten innemen. 

Om ons nog verder te verdiepen in dit thema organiseren we op 21 februari 2019 een masterclass en starten we een lerend netwerk op. Naar aanleiding hiervan zochten we enkele verenigingen die de rol om de stem van kinderen en jongeren te versterken op zich nemen. En zo vonden we Globelink

Jeugddienst Globelink strijdt voor een rechtvaardige, solidaire en duurzame wereld. Ze doen dit door jongeren competenties te laten ontwikkelen om zelf duurzame keuzes te maken. Het is daarbij niet zo belangrijk wat jongeren denken of welke keuze ze maken, maar wel hoe ze tot die keuzes komen. Globelink trekt samen met jongeren alle mogelijkheden open: wat vind je zelf belangrijk, waartoe voel jij je in betrokken, wat zijn jouw waarden en normen, waar droom je van? Ze bouwen samen met jongeren een mening op en brengen die daarna op hun manier naar buiten. Zo versterkt Globelink de stem van kinderen en jongeren. 

Ze doen dit met 9 beroepskrachten en hebben meer dan 20 projecten lopen waarmee ze 2200 jongeren bereiken. 

Wij vroegen aan Ruth en Mathijs om ons daar nog wat meer over te vertellen. Dit is wat ze ons vertelden:

Om jullie missie waar te maken hebben jullie meer dan 20 projecten lopen, maar als jullie er toch enkele moeten uitkiezen, welke zijn dit dan? 

“Er is vaak veel meer interesse in politiek bij jongeren dan we soms denken.”

Project KRAS 
KRAS blijft ons grootste project. Het is een discussie- en rollenspel voor jongeren uit de derde graad secundair onderwijs. Over heel Vlaanderen en Brussel komen we met jongeren in de vrije tijd samen om met leeftijdsgenoten op het scherp van de snee te debatteren over mondiale thema's. Discussie en de eigen mening staan centraal. KRAS bestaat al meer dan 42 jaar en is ook al evenveel keer in vraag gesteld. Moeten we de formule niet veranderen? Zijn jongeren hierin nog geïnteresseerd? Willen jongeren nog wel zo een groot engagement opnemen? Toch stijgt het aantal deelnemers de laatste jaren. Vorige jaren zaten we rond de 500 deelnemers, dit jaar staat de teller al op meer dan 650 deelnemers. 

Kan je verklaren waarom die interesse groeit? 
Het zal een combinatie zijn van factoren want we doen het nochtans met minder inzet van beroepskrachten dan vroeger. Jongeren voelen vandaag dat er van alles beweegt en verandert en dat zo een project voor hun dan wel zeer interessant is. Ze komen hier andere jongeren tegen die over dezelfde thema’s wakker liggen. Er is vaak veel meer interesse in politiek bij jongeren dan we soms denken. KRAS is ook een heel laagdrempelige manier om hier mee bezig te zijn. Het gaat niet om wat de politieke partijen over deze thema’s zeggen, maar wat de jongeren hiervan zelf denken. Ze leren tijdens KRAS meer over hoe het politieke systeem in elkaar zit. Ze leren werken via een parlementaire zitting, moeten noties schrijven, amenderen en met debattechnieken het debat aangaan. Dat is niet gemakkelijk, maar we kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat jongeren vandaag, soms beter dan volwassen, goed in staat zijn hoofd van bijzaak te onderscheiden en dat ze erg betrokken zijn op de thema’s die worden besproken.

Project Droomvanger 
Je kan ons uitnodigen om een droomavond te organiseren. Hier vertrekken we radicaal vanuit jongeren zelf. Het zijn jongeren die we kennen, ergens ontmoeten of in contact mee komen via een brugfiguur zoals een jeugdwerker. Tegen het einde van de avond worden de dromen omgezet in acties en bekijken we dus wat ze er echt mee willen doen. De enigste vereiste is dat de uitvoering bijdraagt aan een meer solidaire, rechtvaardige en duurzame wereld, maar dat kan je breed invullen. 

Project Braakland 
Dit is een project waar we nog volop mee aan het experimenteren zijn. We dagen hier jongeren uit om mee na te denken over leegstaande of publieke ruimtes in hun stad of gemeente. Hoe willen zij dat deze ruimte wordt ingevuld? Hoe moet hun stad er uitzien? Als het kan, gaan we in dialoog met de lokale beleidsmakers of bedenken met hun verschillende acties. Jongeren leven in hun stad of gemeente. Zij zien wat er gebeurt en hebben daar vragen bij of een mening over wat ermee gedaan moet worden. Met het project Braakland gaan we hier samen naar op zoek.

Project 9XXX toeren 

Ook bij de 9XXX toeren bewandelen we met jongeren een pad waar we op voorhand nooit weten waar we uitkomen. We dagen jongeren uit om een bucketlist aan te gaan over mobiliteit. Een pyjamaparty op de bus om meer nachtbussen te vragen. Met een Gopro door de stad fietsen om onveilige situaties in kaart te brengen. Onze taak is om de jongeren te verbinden en de uitdagingen te verspreiden, maar de kern van de uitdagingen en het doen zit volledig bij de jongeren zelf. 

“Het leuke aan al onze verschillende projecten is dat we een breed gamma aanreiken. We krijgen op al die projecten dus ook andere jongeren.”

Het leuke aan al onze verschillende projecten is dat we een breed gamma aanreiken, van voornamelijk verbaal, tot echt doen. Kras is een duidelijk debatspel rond één thema. Braakland is een zoektocht met jongeren, heel experimenteel leggen we samen een pad af en zien we wel waar we uitkomen. En soms ligt het doel ook al op voorhand vast, maar vullen we de concrete acties verder in met de jongeren. We krijgen op al die projecten dus ook andere jongeren. Sommige hebben interesse in debatteren, sommige willen juist experimenteren en iets concreets doen. 


Eén van de deelnemers van een droomvangersessie vorige week gaf een mooie samenvatting. Op het einde zij hij: “Ik ben verbaasd van de resultaten. Dat begon hier allemaal zo mega hippie en vaag, en plots hebben we nu concrete ideeën om mee aan de slag te gaan binnen onze werking”. Eigenlijk willen we net dat bereiken met Globelink. In het begin mag het vaag zijn en het mag allemaal heel open liggen. We vertrekken vanuit alles wat we willen, vanuit onze dromen om van daaruit naar concrete stappen te gaan waar we acties kunnen voeren en iets doen.  

Houden jullie je alleen met deze projecten bezig of zijn er ook andere manieren om jullie missie waar te maken?
“Jongeren laten participeren kan mislukken, dat is met vallen en opstaan, maar heb er geen schrik voor. Op het einde van de rit ga je veel meer terugkrijgen dan je erin hebt gestoken.”

Regelmatig worden we ook aangesproken op onze expertise die we hebben opgebouwd. We merken sterk dat er een continue vraag is vanuit jeugdwerk, ngo’s, milieu, onderwijs om met jongeren te werken en hun te betrekken. Maar vaak weten ze niet hoe eraan te beginnen. Je kan daar negatief naar kijken: na zoveel jaren en je bent weer vergeten de jongeren bij jullie project of werking te betrekken! Maar je kan dat ook positief bekijken: er is een vraag, een gevoeligheid, een thema waar veel mensen mee bezig zijn! Veel organisaties, beroepskrachten of besturen voelen zich onbeslagen op het ijs en dan denken wij: “Doe dat gewoon en zie waar je uitkomt.” Jongeren laten participeren kan mislukken, dat is met vallen en opstaan. We proberen dus vooral daar op te wijzen: heb er geen schrik voor, op het einde van de rit ga je veel meer terugkrijgen dan je erin hebt gestoken. Andere organisaties deze boodschap geven helpt dus ook om onze eigen missie en visie waar te maken. Het is dan leuk dat je die vragen vanuit verschillende sectoren krijgt: lokale jeugddiensten, zuiddiensten, wereldwinkels, musea, de erfgoedsector, besturen van steden en gemeenten, … . 

We gaan niet in op alle vragen. Het blijf voor ons zeer belangrijk dat jongeren dit in hun vrije tijd doen en bewaken de intrinsieke motivatie van de jongeren. Het mag niet opgelegd zijn. Het moet ook van hun komen, vanuit hun ideeën, vanuit hun dromen. Wij zijn tenslotte dromenvangers.  

Jullie hebben maar 9 beroepskrachten, maar bereiken toch zeer veel jongeren. Schakelen jullie hier ook vrijwilligers voor in? 

Het woord vrijwilligers komt eigenlijk niet voor in onze beleidsnota. Dat zegt iets over onze organisatie. Iedereen die meedoet bij ons doet gewoon mee. Wij maken de opsplitsing tussen vrijwilligers en deelnemers nauwelijks. Wanneer is een jongere van 16 jaar die een bushokje gaat inkleden en op zijn fiets springt om een tocht te doen een deelnemer of vrijwilliger? Hij organiseert het in ieder geval zelf. Vroeger zochten we wel altijd naar ‘vrijwilligers’, maar nu hanteren we meer het principe: iedereen doet wat die kan. We zien onszelf zo ook als organisatie. Het is niet dat als wij een mening hebben, we die willen gaan verkondigingen en dan jongeren zoeken die ons moeten volgen. We laten ons net inspireren door de ideeën van jongeren. Wij ondersteunen zonder daar een stempel van Globelink op te willen plakken. 

Jullie ondersteunen de mening en ideeën van jongeren, ondersteunen bij de uitvoering, maar hoe en wanneer beslis je om het terug los te laten?
“Het is vooral de drempel om iets met de droom te doen waar we samen met hun willen overstappen."

In een dromenvangersessie eindigen we altijd met concrete acties. Jongeren willen bijvoorbeeld in het weekend acties opzetten of iets in hun werking organiseren. Dan moedigen we aan: ok, doe dat dan en laat ons weten hoe het geweest is. Zijn de dingen groter en ze weten niet hoe er aan te beginnen dan kunnen wij ook het proces verder faciliteren om die droom concreter te maken. Maar we gaan de actie niet zelf uitvoeren. Soms laten we het helemaal los en dan kan de actie ook wat minder zijn, maar ook dat is een leerproces voor jongeren. 

Het is vooral de drempel om iets met de droom te doen waar we samen met hun willen overstappen. We gieten het proces wel in methodieken, doen samen denkoefeningen en nemen met hun beslissingen. We maken het dus samen concreet, want een betere wereld, dat is wel heel hoog gegrepen. We bekijken wat het doel is en welke kleinere stapjes je kunt zetten om dat doel te bereiken. Maar we laten op tijd los, het is hun droom.  

Hoe zou je politisering uitleggen aan anderen?
“Politisering is stilstaan bij de vraag: in welke samenleving wil ik leven?”

Politisering is een brug leggen tussen jongeren en politiek. Niet met de politiek in enge zin, maar wel met de vraag: “De samenleving nu, is dat de samenleving die ik wil? In welke samenleving wil ik eigenlijk leven?” 

Politisering is dus een kritische blik werpen op de samenleving waarin we leven. En als dat niet overeenkomt met jouw visie dan moet je bekijken welke rol je zelf kan innemen. Politiseren is ook mensen samenbrengen met dezelfde ideeën. Er over praten en er iets mee gaan doen. 

We zien dit ook als onze taak in politisering: de brug vormen. We denken dat elke jongere eigenlijk wil nadenken. Elke jongeren heeft wel een idee hoe hij of zij wil dat zijn of haar omgeving eruit ziet. Wij pakken de tijd om met jongeren daarbij stil te staan. Ze zijn ook altijd verbaasd dat ze met zovelen rond dezelfde thema’s wakker liggen: “Frappant dat we daar dan nog nooit met elkaar over hebben uitgewisseld!” 

En wat is de rol van jeugdwerk hierin? 

Wel, kinderen en jongeren samenbrengen en laten stilstaan bij de vraag: in wat voor samenleving wil ik leven en daar kritisch over nadenken en hun stimuleren om hier mee aan de slag te gaan. Jeugdwerk is eigenlijk politiserend werk!  

Nemen wij die rol genoeg op als jeugdwerk?

“Wij moeten de discussie framen als het over kinderen en jongeren gaat en dit niet overlaten aan de politiek."

Soms frustreren we ons. We horen jeugdwerkers wel eens zeggen: “Ik ga niet naar die actie komen. Ik ga daar geen reactie op geven, want wij willen geen standpunt innemen. Wij willen politiek onafhankelijk zijn.” Je mag zeker politiek onafhankelijk zijn, dat proberen wij ook zo goed mogelijk, maar politiserend werken is net een standpunt innemen of daar jongeren mee over laten nadenken en warm maken om er iets mee te doen. Het politieke instituut wordt vaak verwisseld met politiek in het algemeen. Maar het is niet een standpunt innemen zoals een politieke partij, wel een standpunt innemen over de samenleving waarin wij leven. 

Niet elke organisatie moet daar evenveel op inzetten. Elke vereniging heeft zijn eigen kerntaken, maar jeugdwerk als geheel moet hier wel mee bezig zijn en jongeren kansen geven om binnen de eigen organisatie of andere organisaties hiermee bezig te zijn. 

We merken wel dat er verandering hierin op til is. Er zijn steeds meer verenigingen die de schroom los laten om stelling in te nemen over bepaalde thema’s of zaken die gebeuren in de samenleving. Dat stemt ons wel hoopvol. Het jeugdwerk vernieuwt ook, met nieuwe jongeren, nieuwe jongvolwassen die zien dat er veel aan het veranderen is en sterk de nood voelen om antwoorden te zoeken op hoe we onze samenleving moeten organiseren. Maar soms worden ze ook tegengehouden door een oudere garde die daar anders naar kijkt, die bang zijn om hun mening te uiten, op straat te komen. Ze zijn bang om daar reactie op te krijgen en eigenlijk bang voor polarisatie. We moeten daar uit geraken. Het is een soort ‘spiral of silence’. Neem nu bijvoorbeeld het thema migratie. De eerste keer zeg je: open grenzen, dat hoeft voor mij niet, maar het opsluiten van kinderen en jongeren in gesloten centra dat is toch wat onmenselijk aan het worden. Je krijgt hier reactie op, maar dat gaat niet over jouw argument. Een 2e keer ook en de 3e keer ben je dat beu, maar toch zwijg je erover. Je komt dan in een soort spiraal van stilte terecht, terwijl je toch een mening hebt en verontwaardigd bent. 

Ik denk dat we als sector net moeten durven de lead nemen in de discussie over de samenleving, anders wordt ze geframed door anderen. Wij moeten juist de discussie framen als het over kinderen en jongeren gaat en dit niet overlaten aan de politiek. Dat is een zoektocht. Ik weet niet of dat realistisch is en of we dat mogen verwachten van het jeugdwerk, maar het is wel een verwachting en droom die ik koester. 

Het voorbeeld van de kinderen die opgesloten werden in centra. Dat we daarover als sector geen stelling in nemen is een teken dat we er nog niet helemaal zijn. Kopklanken, de signalen over het psychisch welzijn van jongeren, dat zou 10 jaar geleden ook niet gebeurd zijn. Het is doordat de jongeren zelf hun individuele verhalen vertelden dat dit naar boven komt. Het is ook niet nodig om altijd antwoorden te zoeken in de huidige discussie, maar wel om de discussie aan te gaan. We moeten blijven zoeken naar de verhalen bij jongeren. 

We zien ook de positieve evoluties. Er zijn steeds minder jeugdverenigingen die zich schuilen houden achter het argument om politiek onafhankelijk of neutraal te willen zijn. Of zich niet willen uitspreken omdat ze denken dat hun jongeren er niet achter staan. Sommige doen dat wel nog en slaan je dood met het argument: dat kan niet volgens onze directeur, onze raad van bestuur, of wie dan ook. Maar sommige vereniging zijn wel wakker geworden. We zien bijvoorbeeld met het klimaatthema dat ook grote jeugdverenigingen hun achterban mobiliseren en oproepen om deel te nemen aan de Claim The Climate mars. We hebben vorige jaren ook opgeroepen om naar buiten te komen over andere thema’s, maar zien nu voor de eerste keer dat er ook andere jeugdverenigingen meestappen op een grotere schaal. 

We zien dus organisaties die wel mee doen, maar ook nog organisaties die niet mee zijn. De uitdaging zit erin dat we, waar we kunnen, bruggen moeten leggen tussen die 2 snelheden.

Op welke manier beïnvloeden jullie beleidsmakers?
“Vertrek vanuit de vraag: hoe willen wij dat beleidsbeïnvloeding er binnen 10 jaar uit ziet? En daar moeten we nu mee experimenteren."

Binnen onze organisatie bekijken we beleidsbeïnvloeding op een alternatieve manier en dat is letterlijk te nemen. Alternatieven uitproberen en daarop inzetten. Een lokale jeugdraad is een formeel adviesorgaan en dat is goed, die moeten er zijn, maar wij zoeken ook naar de alternatieven. Als jongeren een fietstocht organiseren door hun stad of gemeente om bepaalde plaatsen te tonen of organisaties te leren kennen dan nemen die een schepen of burgemeester mee: wij gaan jullie eens een rondleiding geven door onze stad. Dat is geen formele vorm van beleidsbeïnvloeding, maar wel een heel directe. 

Ons contact met beleidsmakers is vaak op deze manier gestoeld. We denken ook niet in het een of ander, we moeten het allemaal doen. De inspraak van de burger is aan het evolueren. Het is niet meer altijd enkel een stem om de 6 jaar. Je ziet dat in de acties die nu in Frankrijk gebeuren, of aan het zwarte pieten debat in Nederland. Ik weet niet of we daar naar toe willen, maar er blijft wel steeds meer veranderen. Je moet mee zijn met die veranderingen, want de breuk met het verleden is nu bezig. We moeten dus naar de toekomst kijken. Vertrek daarom vanuit de vraag: hoe willen wij dat het binnen 10 jaar eruit ziet. Hoe zouden wij beleid willen beïnvloeden over 10 jaar, hoe zou dat werken en daar moeten we nu experimenteren.  

Vaak wordt er ook gedacht in termen van lokaal of Vlaams beleid. Maar even belangrijk is het om met experts en het middenveld op straat te komen en te laten zien dat wij als jongeren hier ook mee bezig zijn. Dat is minder directe beleidsbeïnvloeding, maar dat is wel ‘samenlevingsbeïnvloedend’. Verandering moet je niet altijd overlaten aan het politieke beleid, er zijn ook alternatieven. 

In een aantal van onze projecten kijken we verder. Kras gaat dit jaar bijvoorbeeld over machtsverhoudingen, over waar die zich bevinden. Bijvoorbeeld bij bedrijven. Vier jaar geleden ging Kras over duurzame voeding en toen hebben we iemand van het bedrijf Monsanto uitgenodigd. We hebben daar veel kritiek op gekregen, want Monsanto werd gezien als de duivel. En ook al is het een stem die we niet graag horen, het is wel een belangrijk speler als we het hebben over voeding en dus een stem met macht. Net door hun uit te nodigen en daar niet bang van te zijn gaan we de dialoog aan. Zo zien zij ook dat er veel jongeren niet akkoord gaan met hun manier van werken en dat ook kunnen beargumenteren. Het is ook opvallend om te zien hoe streng wij zijn voor de politiek, maar minder streng voor de bedrijven. Politiek is meer zichtbaar, maar onderschat niet dat bedrijven ook veel beslissen.  

Zijn er wel plaatsen waar jullie zelf als Globelink samenzitten met beleidsmakers aanwezig zijn op overleggen aen bepaalde thema’s van kinderen en jongeren aankaarten? 

We zijn wel aanwezig op enkele plaatsen. We verwijzen jongeren zeker door naar de Vlaamse of lokale jeugdraden en stellen daar soms ook de thema’s voor die jongeren in projecten naar voor gebracht hebben. In onze beleidsnota schreven we dat we meer aanwezig willen zijn op verschillende fora, want we willen ook in andere sectoren de stem van kinderen en jongeren aan bod laten komen. We kunnen in deze netwerken dan beter aankaarten waar de jongeren van wakker liggen, maar ook waar ze niet van wakker liggen. Sommige projecten eindigen met wat we noemen een uitspraakproduct. Die kunnen we dan gebruiken.  

Wat zijn do’s and don’ts in het politiserend werken of de kracht van de stem van kinderen en jongeren in te zetten? 
“Pas u niet aan met wie je spreekt, laat de jongeren hun ding doen."

Do’s: In het debat met politici moet je zorgen voor een goede moderator die gelooft in jongeren. De moderator moet hun stem naar de politici brengen en niet andersom. Bereid alles ook goed voor samen met de jongeren en zorg voor de juiste methodiek. Zorg dat het een succeservaring kan worden. Anders komt veel wat je in je voorbereiding gezet hebt niet aan bod. Waar het kan, koppel je terug over de resultaten. Zelfs als dat 5 jaar later is. Laat de jongeren weten wat ermee gebeurd is. Ze hebben misschien niet dé verandering gebracht, maar ze hebben er wel toe bijgedragen. 

Don’ts: Pas u niet aan met wie je spreekt, laat de jongeren hun ding doen. Vermijd schijnparticipatie: je stem willen horen, maar er achteraf niets mee doen, beukt in op de zelfzekerheid van jongeren. Uiteraard praat je niet over ‘politiserend werken’ in die termen, maar over je stem laten horen, over een bepaald thema, maar ook vooral om hier iets mee te doen. 

Wat zou jullie advies zijn aan andere (jeugd)verenigingen om meer politiserend te werken?
“Durf! Laat je niet afschrikken om het gesprek aan te gaan met de jongeren. Als het jeugdwerk dit niet doet, wie gaat het dan wel doen?"

Vooral durven! Laat je niet afschrikken door het idee dat jongeren er niet mee bezig zijn, geen tijd voor willen maken. Je kan altijd de vraag stellen, het proberen en vaak sta je versteld hoeveel ze er mee bezig willen zijn. Geloof in de kracht van jongeren! 

Denk er ook niet altijd teveel over na, experimenteer ermee. Wees niet bang voor kritiek of de reactie van beleidsmakers. Ze gaan niet altijd akkoord gaan, maar ze hebben je dan toch gehoord. 

Overwin de schroom om het gesprek aan te gaan met jongeren. Als het jeugdwerk dit niet doet, wie gaat het dan wel doen? 

We moeten jongeren ook niet in ons jeugdwerkkader steken. Niet de vraag stellen: "Hoe kunnen jullie met ons meedoen?", maar: "Hoe kunnen wij met jullie meedoen?". Eigenlijk moeten we met de vele beroepskrachten en vrijwilligers in het jeugdwerk op de plekken waar jongeren zijn met een megafoon roepen: "Vinden jullie dat er ook iets moet veranderen op deze plek?". Op onze eigen manier de interactie zoeken, wat spelletjes samen doen en dan poem-poem-poem, krijgen we allerlei verschillende reacties. Waarom doen we dat niet meer? Dat zijn verhalen, gevoelens, dromen, mensen, , ... daar kan je op bouwen! 


Wil je met jouw organisatie ook inzetten op de kracht van de stem van kinderen en jongeren? Schrijf je dan zeker in voor de Masterclass #KrachtvandeStem.