[anysurfer.logo]

Draaiboek strategie publieke jeugdruimte

Draaiboek strategie publieke jeugdruimte

Jeugdwerk   |  28 OKTOBER 2020

Update 28 oktober 2020

Uit de vorige lockdown werden lessen getrokken waaronder het idee dat publieke ruimte in de vorm van sportpleintjes, speelpleintjes, ontmoetingsruimte… voor kinderen en jongeren altijd toegankelijk moeten blijven rekening houdende met de in de samenleving geldende maatregelen. Daarom spreken we niet meer over een exit strategie ruimte, wel over een strategie rond het vrijwaren van publieke ruimte. 

Het perspectief van kinderen en jongeren ontbrak nog te vaak in de vorige exit maatregelen. Terug gebruik kunnen maken van de publieke ruimte is geen privilege, maar een antwoord op de fundamentele noden van kinderen en jongeren om te spelen, elkaar te ontmoeten, te chillen, te sporten en zich veilig te verplaatsen.

Maatregelen vanaf 29 oktober 

Op dinsdag 27/10 werden beslissingen genomen over de nieuwe maatregelen die effect hebben op de vrije tijd van kinderen en jongeren. De nieuwe regels gelden vanaf donderdag 29/10. Je leest er alles hier over. 

  • De buurtspeeltuinen en sportterreinen in open lucht kunnen open blijven voor kinderen tot en met 12 jaar.
  • Er staat geen limiet op het aantal kinderen -12jaar die op 1 plek aanwezig mogen zijn.
  • Vanaf 13 jaar: maximum in groepen van 4 personen samenscholen. Mondmasker dragen en houden van social distance van1,5 m. 
  • Grotere speeltuinen in parken kunnen onder toezicht van de lokale autoriteiten open blijven.  Lokale besturen beslissen zelf of ze maxima vastleggen voor kleinere speeltuinen.  Bv. een limiet op aantal jongeren in een skatepark. 
  • De volwassenen die de kinderen begeleiden, respecteren de fysieke afstandsregels van 1.5 meter tussen elke persoon.  
  • Spelen op skateparken en lokale sportpleintjes is mogelijk, zonder fysiek contact en altijd onder toezicht van een volwassene. 

Jeugdwerkactiviteiten en ruimte

  • Jeugdwerkactiviteiten voor -12-jarigen mogen plaatsvinden, zowel op de eigen terreinen van jeugdwerkingen als in de publieke ruimte. Hierbij moeten ze de opgelegde jeugdwerkregels volgen, nl. begeleiders dragen altijd mondmasker en houden onderling afstand en de groep mag maximaal uit 50 personen bestaan (kinderen onder de 12 jaar + begeleiders). 
  • Jeugdwelzijnswerkers mogen vindplaatsgericht werken: ze mogen op speelpleinen, op straat, op skateparken, enz. jongeren aanspreken en babbeltjes slaan maar moeten op dat moment de algemene regels in de samenleving volgen (maximum met vier personen samenscholen, afstand bewaren, mondmasker dragen) 
  • Jeugdwelzijnswerkers mogen geen groepsgericht aanbod organiseren in de openbare ruimte gezien aanbod voor +12-jarigen verboden is en we willen vermijden dat andere jongeren zich aansluiten bij de specifieke doelgroep van jeugdwelzijnswerkers. Een groepsgericht aanbod organiseren kan als jeugd(welzijns)werk wel met maximum 8 jongeren en 1 begeleider in de gebouwen of op de terreinen van de eigen werking (zie protocol jeugdwelzijnswerk). 
  • Op deze webpagina lichten we de regels die rond jeugdwerk momenteel van kracht zijn toe. 

Strategie rond het vrijwaren van publieke ruimte

We werkten samen met Bataljong, VVSG, ISB, Kind en Samenleving, Uit de Marge en de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk een strategie uit rond het vrijwaren van publieke jeugdruimte.

In deze nota reiken we duidelijke en coherente richtlijnen en voorbeelden aan voor lokale overheden omtrent het open houden en gebruiken van publieke ruimte door kinderen, jongeren en hun ouders. Hiermee inspireren we de organisatoren van die publieke ruimte en de brede publieke opinie om kinderen en jongeren te zien als volwaardige gebruikers van openbare plekken. 

We baseren ons op de afstemming met virologen om onderstaande prioriteiten en keuzes te maken. De maatregelen vertalen wij met alle betrokken actoren naar kinderen en jongeren, hun ouders, lokale besturen en de brede publieke opinie. Deze worden opgesteld in het belang van kinderen en jongeren, en zijn in die zin ook intersectoraal (vb. cultuur, buurtsport, …) te gebruiken en toe te passen.  

Lokale besturen

Voor de vertaling naar lokale besturen vind je meer informatie bij Bataljong, de vereniging van jeugdambtaneren en VVSG, vereniging van steden en gemeenten.

Uitgangspunten

  • Het belang van ruimte voor kinderen is enorm groot voor hun welbevinden en ontwikkeling. Hou als bestuur rekening met de noden van kinderen en jongeren om te spelen, maar ook om elkaar te ontmoeten, te sporten, rust te vinden en zich veilig te kunnen verplaatsen tussen al hun favoriete plekken.

  • Onder publieke ruimte openstellen verstaan we zowel de klassieke publieke ruimte, zoals pleinen en parken, alsook de formele (speeltuinen, skateparken,sportpleinen), als informele plekken (vb. hangplekken) die voor kinderen en jongeren belangrijk zijn. 

Aanbevelingen

Kinderen en jongeren terug toelaten (spelen, sporten, chillen, zitten, …) in de publieke ruimte is een gedeelde verantwoordelijkheid voor de verschillende overheden (Federaal, lokaal en Vlaams), personen in functie (politie, personeel van de gemeente), maar ook van ouders of begeleiding van kinderen en jongeren.

Door het lage besmettingsgevaar voor volwassenen via kinderen pleiten we ervoor dat kinderen kunnen kinderen onder 12 jaar zorgeloos met elkaar spelen. Jongeren van 12 jaar en meer moeten wel voldoende afstand houden van elkaar en geen eigen materiaal delen.

Voor extra info met betrekking tot de maatregelen voor kinderen, ouders en/of begeleiding: zie het draaiboek.  

Jeugdwerkers (professioneel of vrijwilligers), welzijnswerkers en buurtsportwerkers worden niet ingezet voor handhaving. Zij hebben andere taken en een andere rol inzake ontmoeting te vervullen. 

Rol van lokale besturen

  1. Lokale besturen nemen het voortouw in het herorganiseren van de openbare ruimte, het is hun verantwoordelijkheid. Ze houden daarbij rekening met het mentale welzijn van kinderen en jongeren bij het al dan niet nemen van maatregelen naast de fysieke veiligheid. En ze informeren en sensibiliseren kinderen en jongeren op maat en werken preventief. 

  2. Lokale besturen maken een analyse  van de situatie op vlak van (druk op) de publieke ruimte en mogelijkheden voor jeugdruimte.  Die analyse bespreken ze met het MAT en de veiligheidscel en naast de generieke maatregelen worden aangepaste ingrepen en afspraken per ruimte voorgesteld. Zo wordt de leefwereld en de stem van kinderen en jongeren gebracht in het relancedebat in de gemeente.

  3. Lokale besturen informeren en sensibiliseren kinderen, jongeren en hun ouders op maat en werk preventief. De publieke ruimte en diensten worden via laagdrempelige informatie, signalisatie en pictogrammen georganiseerd, zonder extra drempels te creëren. Zo wordt duidelijk gemaakt aan burgers (jong en oud) wat mag en niet mag. Kinderen en jongeren worden op een laagdrempelige manier aangesproken op hun verantwoordelijkheid en men gaat indien nodig in constructieve dialoog met de ouders.

  4. Er worden meer speelplekken vrijgemaakt om extra speelkansen mogelijk te maken. In onze 1,5m-samenleving zal er veel meer open ruimte nodig zijn om iedereen te kunnen bedienen. Een ideaal moment dus om ruimte te herdenken:

  • Ook andere ruimtes die soms afgesloten worden, maar in principe zoveel mogelijk collectief bruikbaar (kunnen) zijn voor kinderen en jongeren, kunnen worden opengesteld: bijv. sportterreinen (zowel open velden als die waar individuen voor kunnen reserveren), schoolspeelplaatsen, terreinen van jeugdverenigingen,  … 
  • Ook ruimte die door de auto geclaimd wordt, kan vrijgemaakt worden voor spelende kinderen (parkings van supermarkten, straten autovrij, woonstraten worden woonerf, …) . 
  • En men investeert ook in de informele ruimte door extra speelimpulsen te creëren (hinkelpaden, parcours om te bewegen op langere afstanden i.p.v. concentratie rond speeltoestel, speellint, …).
5. Kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie hebben thuis niet altijd de fysieke en psychische ruimte die ze nodig hebben. De openbare ruimte is voor hen nog belangrijker. Bij de exit maatregelen rond jeugdruimte moet prioriteit gegeven worden aan die gebieden waar het minst ruimte is om te ontspannen in de omgeving. Naast de fysieke ruimte moeten kinderen en jongeren zich er ook veilig en aanvaard voelen. Wegjagen en beboeten van jongeren kan dus niet.        

Peter                     Bosschaert
Peter Bosschaert
  • Beleidsmedewerker ruimte & mobiliteit