De deelnemers worden verdeeld in groepen van 4. Elke deelnemer vult vier kaartjes in:
De kaarten worden geschud. Elke deelnemers krijgt 4 kaarten. In elk groepje gebeurd het volgende: Elke speler trekt een kaart van de speler rechts van hen. Dit blijven ze doen tot een speler een kwartet heeft. Een kwartet heb je wanneer je vier kaarten van dezelfde persoon hebt. Wanneer een speler een kwartet heeft loopt die naar het midden en staat op een stoel zodat iedereen luistert. De speler vertelt dan kort van wie die een kwartet heeft en wat die heeft opgeschreven. Alle groepjes doen dan verder tot iedereen een kwartet heeft.