In een groot vierkant staan alle deelnemers, behalve 4 herders. Deze herders staan elk op een zijde van het vierkant. Ze kunnen enkel aan de rand van hun toegewezen zijde lopen.
Alle deelnemers in het vierkant zijn geblinddoekt. Een paar geblinddoekte deelnemers zijn wolven, alle andere zijn schapen.
Alle schapen grazen s' nachts in de vierkante wei, maar ze mogen niet ontsnappen. Met andere woorden, de niet-geblinddoekte herders duwen de schapen terug in de wei als ze dreigen uit de wei te lopen. Tussen de schapen lopen de geblinddoekte wolven. Die kunnen schapen doden door ze vast te pakken en te grommen. Als een schaap sterft, dan valt het heel dramatisch neer.
De wolven winnen als alle schapen dood zijn. De schaapjes en herders winnen als de wolven sterven of uit de wei komen.
Dit gebeurt als:
Bij dat laatste moeten de schapen en herders creatief zijn. Ze kunnen de wolven bijvoorbeeld naar de rand van de wei lokken met schapengeluidjes.
Je kan het vierkant tijdens het spel verkleinen en vergroten.