Methodiek

Elke deelnemer maakt voor zich een masker. Door het spelen met kleuren, vorm, lijnen en probeert iedereen uit te drukken welke positie die inneemt in de groep. Daarna volgt de bespreking: waarom die kleur of vorm, ...

Je kan van tevoren afspreken wat de verschillende kleuren betekenen:

• rood = strijdlustig 
  
• wit = vrolijk, gelukkig 
  
• zwart = triest 
  
• geel = individueel 
  
• blauw = ik heb aandacht voor de ander 
  
• groen = humoristisch, plezierig 
  
• bruin = onduidelijk, teruggetrokken 
  
• grijs = eenzaam, ongelukkig

Materiaal

• Maskers
• Verf