[anysurfer.logo]

De vzw-wetgeving: de basis

De vzw-wetgeving: de basis

Zakelijk organisatiebeleid

Via de wet van 23 maart 2019 werd het langverwachte Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) in het leven geroepen, ter vervanging van de oude vzw-wet van 1921. Naast een hele hoop verhelderende artikels en soms nieuwe regels wijzigt dit wetboek ook een aantal cruciale zaken voor vzw’s.

Hieronder lijsten we de belangrijkste zaken op, wat dit alles voor jouw vzw betekent en waar je voor moet oppassen. Zit je na het lezen van dit artikel toch nog met specifieke vragen? Aarzel dan niet om onze collega Inge of Scwitch te contacteren! 

vzw wetgeving

De vzw heeft een belangeloos doel…

De vzw heeft een nieuwe definitie waarin expliciet vermeld staat dat een vzw een belangeloos doel nastreeft, terwijl je dit vroeger tussen de regels moest lezen. Dit betekent in de praktijk dat je vzw in haar statuten duidelijk moet omschrijven wat haar belangeloos doel is hoewel de meeste vzw’s dit al wel doen. 

… en mag daarvoor onbeperkt economische activiteiten inzetten*

Een meer ingrijpende wijziging is dat vzw’s vanaf nu onbeperkt economische activiteiten mogen ondernemen, zolang de winst niet wordt uitgekeerd maar binnen de organisatie blijft. De enige uitzondering op dit – rechtstreeks én onrechtstreeks – winstuitkeringsverbod is wanneer dit past binnen het kader van het belangeloos doel (bv. een jeugdbeweging die met de opbrengst van een wafelenbak gratis activiteiten organiseert voor haar leden).

* Opgelet: onbeperkt economische activiteiten uitoefenen doe je wel niet zomaar. De fiscale regelgeving vraagt nog steeds dat de economische activiteiten niet het leeuwendeel van je werking uitmaken. Is dit wel het geval, dan zal je niet langer (de goedkopere) rechtspersonenbelasting, maar vennootschapsbelasting moeten betalen. 

Bovendien zullen je vrijwilligers in dat geval geen beroep meer kunnen doen op de onbelaste vrijwilligersvergoeding. Denk dus goed na voor je zomaar de ondernemerstoer opgaat, want het heeft grote gevolgen!  

Het bestuur van de vzw wordt ‘geprofessionaliseerd’

Via de nieuwe wet worden bestuurders meer gewezen op hun verantwoordelijkheid tegenover de vzw en derden. Hun aansprakelijkheid wordt zowel versterkt als ingeperkt.

De versterking van de bestuurdersaansprakelijkheid zit verweven met de mogelijkheid van vzw’s om een faillissementsprocedure op te starten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen bestuurders daarbij een extra bestuurdersaansprakelijkheid oplopen: (zie het stukje Nieuwe insolventiewet van Scwitch voor alle concrete informatie).

Tegelijk wordt de algemene aansprakelijkheid van bestuurders beperkt, maar enkel wanneer het over een eenmalige lichte fout of onachtzaamheid van de bestuurder gaat. Daarvoor zijn een aantal grensbedragen per categorie vastgelegd:

  •  € 125.000 voor rechtspersonen met een gemiddelde jaaromzet van minder dan € 350.000 (excl. BTW) en een gemiddeld balanstotaal van maximum € 175.000
  • € 250.000 voor rechtspersonen met een gemiddelde jaaromzet van minder dan € 700.000 (excl. BTW) en een gemiddeld balanstotaal van maximum € 350.000
  • enz.
Opgelet: je bent onbeperkt aansprakelijk als je als bestuurder een zware fout maakte (bv. je vergat een bouwvergunning aan te vragen voor je nieuwe jeugdlokaal). 

De kleine(re) wijzigingen

Naast de opgesomde wijzigingen hierboven zijn er ook een reeks artikels die kleine aanpassingen van huidige regels omvatten. Voor een helder overzicht van deze wijzigingen kun je terecht bij Scwitch