De deelnemers krijgen op voorhand een boodschappenlijstje dat ze zelf nog moeten invullen. De begeleider zorgt voor een blance lijstje met structuur. De deelnemers vullen het boodschaplijstje in. Ze kunnen die aspecten opschrijven die relevant zijn voor hun functie of ervaring.
Achteraf kan je (in groepjes) bij elkaar polsen wat hij/zij belangrijk of interessant vond.
Voorbeeld van een boodschappenlijstje: actiepunten, onthouden, inzichten, to do...
Bron: Dirkse-Hulsvher, S. & Talen, A. (2007). Het Groot Werkvormenboek; Amersfoort: Drukkerij Wilco.
Materiaal
Standaard