Aan het einde van de groepsopdracht/vergadering leggen we twee grote assen: de ene as staat voor jouw eigen prestatie, de andere as staat voor de groepsprestatie. Iedereen zoekt een voorwerp en plaatst dit voorwerp op beide assen. Nadien kunnen mensen elkaar vragen (in een kringgesprek) waarom een bepaald voorwerp in een bepaalde positie ligt. (Dus peilen naar elkaars beleving).
Een aantal reflectievragen die je als begeleider kan stellen:
1. Hoe hebben jullie de groepsopdracht beleefd? Hoe komt dit? Welk aandeel had je hier zelf in?
2. Wat zouden we in de toekomst beter kunnen doen zodat iedereen hun voorwerp meer samen liggen bij zowel sterke eigen als groepsprestatie?