[anysurfer.logo]
You are previewing the website. You can switch to the regular view.

Terugblik project Speelplaats met Toekomst

Terugblik project Speelplaats met Toekomst

Jeugdruimte - Ruimte delen
Speelplaats met Toekomst

We besteedden de voorbije jaren extra aandacht aan schoolspeelplaatsen om zo meer fijne plekken voor kinderen en jongeren te creëren in Vlaanderen. Deze illustratie geeft onze visie weer van hoe een Speelplaats met Toekomst er uit zou kunnen zien. Deze visie hebben we samen met onze partners van het Netwerk Speelplaatsen gecreëerd tijdens het project Speelplaats met Toekomst. Dat project ging van start in 2018. Een viertal jaar later, kijken we een eerste keer achterom en maken we in dit artikel een korte balans op van de impact die we met De Ambrassade met dit generatiedoel hebben bereikt. En we trekken lessen voor de toekomst. Om nog meer impactgericht aan de slag te gaan om zo een groter verschil te kunnen maken voor de levenskwaliteit van kinderen en jongeren.  

Inleiding

Impact zit in verhalen

Om zicht te krijgen op welke impact dit project heeft gehad en wat het aandeel van De Ambrassade daarbij was, gingen we in gesprek met een aantal stakeholders die betrokken waren in het proces: 

We stelden hen de volgende vragen:

  1. Hoe kijk je terug op de afgelopen jaren en wat is er veranderd rond het omvormen van speelplaatsen?
  2. Hoe merk je dat die verandering plaats vindt?
  3. Wat is de bijdrage van De Ambrassade in die verandering geweest?  

Generatiedoelen

De Ambrassade positioneert zich graag op kruispunten van sectoren om het perspectief van kinderen en jongeren binnen te brengen in andere beleidsdomeinen. We gaan volop voor het creëren van sociale verandering op drie manieren: Door de kracht van het jeugdwerk te gebruiken, door kinderen en jongeren objectief te informeren en door beleidsmakers te inspireren en te adviseren.

De Ambrassade kiest er daarom bewust voor om zich langdurig in te zetten op bepaalde thema’s om impactgericht het verschil te maken voor een generatie van kinderen en jongeren. Die thema’s noemen we ‘Generatiedoelen’. Zo gingen we al aan de slag rond de generatiedoelen ‘Werk’, ‘Kinderarmoede’ en diversiteit’. De komende jaren focussen we op het ‘Recht op vrije tijd’, ‘Mentaal Welzijn’ en blijven we inzetten op ‘Ruimte’.

Meer informatie over onze generatiedoelen vind je in dit artikel. 

Meer plek voor kinderen en jongeren

Het generatiedoel ruimte wil simpelweg meer plek voor kinderen en jongeren creëren in ons dichtbevolkte en volgebouwde Vlaanderen. We focussen daarbij vooral op het beter gebruiken van de beschikbare ruimte d.m.v. het delen van ruimte. In het verleden onderzochten we daarom praktijkvoorbeelden van jeugdwerkorganisaties en overheden op welke manier ze aan de slag gaan met gedeeld gebruik van hun lokaal, bibliotheek of tijdelijke invulling.

In 2018 werden we gevraagd om samen met MOEV scholen te ondersteunen:

  • in het bewegingsvriendelijk maken van hun speelplaats.
  • en hen te stimuleren om deze plek ook te gaan delen met de buurt en het jeugdwerk. Zo konden we onze expertise in huis verder inzetten en verbreden.   

Project Bewegingsvriendelijke en gedeelde speelplaatsen

De Ambrassade nam deze begeleidingsopdracht met de beide handen aan en probeerde meteen te wegen op de projectoproep ‘Bewegingsvriendelijke en gedeelde speelplaatsen’ die eind 2018 werd uitgeschreven door toenmalige minister van Sport Muyters, minister van Onderwijs Crevits en minister van Jeugd, Sven Gatz. Tussen 2019 en 2021 ondersteunden we nadien de scholen die in 2019 van de Vlaamse overheid middelen kregen om hun speelplaats te herdenken.

De Ambrassade en MOEV namen samen de coördinatie van deze begeleidingsopdracht op zich en startten met het betrekken van verschillende partners in een Klankbordgroep Speelplaatsen. Deze klankbordgroep van stakeholders, experts en overheden vroegen we telkens feedback in de verschillende fasen van het projectproces. En met die groep werkten we aan een gemeenschappelijke visie rond het vormgeven van speelplaatsen en schoolomgevingen die duidelijk en inspirerend is voor alle stakeholders. Nadien formuleerden we vanuit onze bevindingen en hun praktijken krachtige uitdagingen en aanbevelingen voor scholen, en lokale en Vlaamse beleidsmakers.

Door middel van informatiesessies, interviews, leermomenten, dossieranalyses en een inspiratiedag Gedeelde speelplaatsen onderzochten we met De Ambrassade en MOEV op welke manier scholen hun speelplaats enerzijds bewegingsvriendelijker kunnen maken en anderzijds kunnen openstellen voor de buurt en het jeugdwerk.  

Met al deze input werkten we elk een eigen publicatie uit: 

Speelplaats met Toekomst
De Ambrassade

Een inspiratiegids ‘De speelplaats met toekomst’: delen van speelplaatsen met het jeugdwerk en de buurt.

Lees de gids.

Speelplaats met Toekomst
MOEV 

Speelplaatsbrochure Een bewegingsvriendelijke speelplaats, een ‘buiten’kans om te spelen, te bewegen en te leren.

Lees de brochure.

Inspiratiedag 19 oktober 2021

We rondden in 2021 het ondersteuningstraject af met een inspiratiedag De speelplaats met toekomst in samenwerking met de departementen Jeugd en Onderwijs en gingen daarna verder in dialoog rond dit thema met het onderwijsveld, parlementairen en beleidsmakers via gerichte gesprekken, artikels en presentaties.

Netwerk speelplaatsen

Sinds 2022 lieten we de Klankbordgroep Speelplaatsen ‘vervellen’ naar het Netwerk Speelplaatsen. De Ambrassade geeft de fakkel graag door aan de andere trekkers, zijnde MOEV, Regionale landschappen en MOS.

De opdracht is:

  • Van het netwerk, dé plek te maken voor uitwisseling van expertise tussen speelplaatsorganisaties, overheden en experten.
  • Ervoor zorgen dat (de visie van) ‘De speelplaats met toekomst’ een bekend en kwalitatief ‘merk’ wordt
  • Om samen met de partners ‘De speelplaats met toekomst’ op de agenda te brengen van beleidsmakers.
Voor het volledige verloop van dit project verwijzen we graag door naar deze overzichtspagina.


Inge Op de Beeck

Sporttechnisch medewerker en schoolondersteuner bij MOEV (ondersteunt scholen bij uitwerking van bewegings- en sportbeleid)

Er zijn verschillende veranderingen geweest op het terrein: Ons werk van de laatste jaren en de ondersteuning van de Vlaamse Overheid heeft voor inspiratie, reflectie en actie gezorgd bij scholen. We zien dat meer scholen interesse hebben om zich door ons te laten begeleiden in hun bewegingsbeleid op school. En de visie op en de inrichting van de speelplaats maakt daar een belangrijk deel van uit. Er zijn dus heel wat scholen die hun speelplaats willen aanpakken, maar we zijn er nog lang niet. Het is niet omdat ze willen veranderen, dat elke school dit als een haalbaar project ziet. Verder ondersteuning is dus nodig. We moeten zorgen dat de speelplaats met toekomst een realiseerbaar verhaal wordt voor elke school in Vlaanderen. Dat wordt de uitdaging voor de komende jaren.

Integrale visie

Ik zie daarom graag dat ons verhaal van ‘De speelplaats met toekomst’ (SPMT) deuren opent en mensen aanspreekt. Dat is een verdienste van de integrale benadering van de speelplaats en de daaruit voortvloeiende visietekst geweest. Die kwam er op vraag van de leden van de Klankbordgroep Speelplaatsen. Door er een integraal verhaal van te maken, maak je het laagdrempeliger en krijg je niet enkel de bewegingsleerkrachten mee. De visie raakt iedereen en zorgt voor betrokkenheid. Elke leerkracht kan er hun manier van werken in terugvinden. De visie beïnvloedt op haar beurt ook hoe schoolteams hun school organiseren op vlak van denken rond veiligheid, de waarde van (risicovol) spelen, spelend leren, buiten leren, enz. Het omvormen van speelplaatsen zet het onderwijs sterk in beweging. En dat zien we elke dag in onze gesprekken met scholen. Die positieve ervaringen sterkten ons om ‘De speelplaats met toekomst’ verder uit te dragen.   

“Ik ben blij dat we met MOEV deze uitdaging zijn aangegaan. Ik weet niet waar we anders zouden staan als organisatie.
INGE
Van sportbeleid naar bewegingsbeleid

Samenwerkingen met partners zet de eigen werking en structuren ook in vraag. We zagen voor het eerst hoe er actief aan beleidsbeïnvloeding werd gedaan rond dit thema en wat dit allemaal in beweging bracht. De Ambrassade zette als trekker samen met ons de speelplaatsorganisaties op 1 lijn. Door die samenwerking en de confrontatie met de vragen op het terrein werden we meer uitgedaagd. Want verandering vraagt tijd: De recent ingevoerde verruiming van onze eigen visie (van ondersteunen van scholen in hun ‘sportbeleid’ naar ondersteuning in ‘bewegingsbeleid’) was intern niet evident, maar bewees in dit project haar grote waarde. Door steeds op de zelfde nagels te kloppen geraakten wij meer en meer overtuigd van het feit dat we met onze expertise het juiste verhaal op scholen brengen en dat we daar niet meer voorzichtig in hoeven te zijn.

Naast het ondersteunen van scholen is een duurzame verandering nodig, ook op vlak van beleid. Omdat De Ambrassade veel ervaring heeft in beleidswerk, waren jullie ons vaak een stap voor. We hebben hier veel uit geleerd en willen hier daarom ook extra tijd voor maken in onze organisatie. En we blijven uiteraard werken aan de beleidsagenda in het Netwerk Speelplaatsen. Met de geformuleerde beleidsaanbevelingen als leidraad voor die agenda. 

Terug naar boven


Rita van Durme

Beleidsondersteuner, Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding, Departement Onderwijs en Vorming.

“Ik heb vanuit het departement minder zicht op wat jullie project als effect teweegbracht in de scholen. Het Departement Onderwijs en Vorming vindt het o.a. van belang dat scholen participatief werken om hun speelplaats om te vormen. In de nieuwe projectoproep ‘Delen van school(sport)infrastructuur” zagen we dat er zeker op dat vlak nog groeimarge is. Het is dus belangrijk dat organisaties zoals De Ambrassade en alle andere organisaties uit het netwerk het participatief werken blijven promoten. De stem van kinderen en jongeren in dit project en de impact van doordachte speelplaatsen op hun welbevinden mocht daarom eigenlijk nog sterker in de verf worden gezet. En ook voor ouders. Want het is al wetenschappelijk onderbouwd dat het goed gevoel van kinderen op school zich ook vertaalt naar thuis (en omgekeerd uiteraard). En dat welbevinden draagt ook bij tot betrokkenheid en motivatie om te leren.”

“Corona heeft wel veel roet in het eten gegooid voor de uitrol van het project en scholen zijn nu nog altijd overbevraagd. Scholen hebben meerdere bezorgdheden zoals het lerarentekort en de focus op de kerntaken waardoor de ruimte om voldoende aandacht te hebben voor alle elementen in het uitbouwen van speelplaatsen wellicht naar de achtergrond gaan. Willen we dergelijke projecten verder zetten, moeten we de experten en organisaties die scholen kunnen ondersteunen (en dus ontlasten) extra betrekken en in de kijker zetten. Dat is de enige manier om scholen te ontzorgen. Ik wil voor zover mijn opdracht dat toelaat blijvend inzetten op het gezondheids-, en heel in het bijzonder, het bewegingsbeleid van scholen, het delen van speelplaatsen en wat de rol van de speelplaats daarbij kan zijn. Ik hoop daarvoor te kunnen rekenen op de aanwezige expertise in het netwerk. 

Het traject dat jullie hebben doorlopen, was zeer waardevol. Jullie hebben getracht om de scholen te blijven vastpakken, ondanks corona. Jullie zorgden ervoor dat op de inspiratiedag van oktober 2021 de onderwijskoepels zich engageerden om samen met jullie hun verhaal te brengen en scholen te inspireren. Samen met de inbreng van diverse andere experten werd duidelijk dat je krachten kan bundelen. Het was goed dus dat er verschillende partijen aan het woord kwamen. En ook de verschillende insteken in de visietekst zorgden voor inspiratie bij de scholen.

Samen maken we het verschil

We zijn lid van het Netwerk Speelplaatsen. We zijn zo beter op de hoogte van wat er speelt op het terrein en er wordt ruimte gecreëerd om mee te denken. Het is fijn dat we in onze samenwerking met De Ambrassade merkten dat jullie openstaan voor input, ook vanuit ons departement. En dat is net de bedoeling denk ik. Samen maken we zo het verschil. Jullie formuleerden als groep een brede set aan aanbevelingen, die terechte bezorgdheden benoemden. Soms was het wel nodig om de juiste evenwichten in formuleringen te vinden en rekening te houden met elkaars gevoeligheden. Het is een plus dat er in het netwerk daarover van gedachten kan worden gewisseld. Het Departement Onderwijs en Vorming kan die bezorgdheden ook meenemen in voorstellen t.a.v. het beleid. Er is dus een wisselwerking. 

Het Departement Onderwijs en Vorming wil scholen goed informeren. Het is goed dat scholen reflecteren over hun ruimtegebruik en het potentieel aan (speel)plekken in de omgeving van de school. Jullie toonden o.a. een voorbeeld over hoe een school een park als speelplek kan gebruiken. En hoe de kosten daarvoor verdeeld worden door de stad én de school. Die sterke praktijkvoorbeelden, filmpjes en getuigenissen zijn heel dankbaar en ook broodnodig om scholen te overtuigen. Daarom moeten we dit materiaal blijvend gebruiken. 

“Het opgerichte Netwerk Speelplaatsen is zeer waardevol"
RITA

Er ligt nog wel wat werk voor de boeg. Je school renoveren of een nieuwbouw opstarten gebeurt o.a. met ondersteuning via AGION (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs) en het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Als we willen dat scholen bij nieuwbouw of renovatie meteen ook hun speelplaats duurzaam voorzien of veranderen, dan kan het van belang zijn dat AGION en GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap vernemen wat er nog wenselijk is om mee te nemen in het indienen van aanvraagdossiers. Het opgerichte Netwerk Speelplaatsen is daarvoor zeer waardevol. Het zorgt ervoor dat er een duidelijke plek is waar dergelijke discussies kunnen gevoerd worden en waar vanuit de praktijk en de experten organisaties feedback kan worden gegeven aan het beleid. Zo kan er effectief iets veranderen.

Recht op spelen

Door jullie werk zijn er vele organisaties bij het Netwerk aangesloten. En iedere organisatie in het Netwerk heeft mij al iets bijgeleerd. Maar wat mij het meeste bijblijft is de allereerste presentatie die aan scholen werd gegeven. Voor mij was het heel belangrijk om het verhaal van Kind en Samenleving te horen rond de rechten van kinderen op spelen. Ik dacht aanvankelijk dat we elk een totaal ander verhaal hadden, maar door op een gemeenschappelijk moment elk ons verhaal te doen naar scholen, zijn we naar elkaar toe gegroeid. Dat is voor mij een mooi bewijs dat je dichter bij elkaar kan komen in samenwerkingen. Voorwaarde is wel dat je even reflecteert over wat de ander zegt en afweegt wat dit voor je eigen opdracht betekent.”  

“Het is een en-en verhaal. Een integrale benadering is van belang in de afstemming tussen beleidsdomeinen." RITA
Visie verruimen

“Een ander voorbeeld: De speelplaats is een belangrijke inrijpoort om het bewegingsbeleid aan te pakken op een school. Dat was mijn insteek. Met jullie visieoefening hebben jullie aangetoond dat er daarnaast meerdere sporen zijn die als motivatie dienen om de speelplaats aan te pakken (buiten leren, vergroening, welbevinden van kinderen, …). Die integrale benadering is van belang in de afstemming tussen beleidsdomeinen. Het is een en-en verhaal. De Ambrassade kan blijven wijzen op die transversale kansen om zo ook beleidsdomeinoverschrijdend te kunnen werken.  

Terug naar boven


Ann Cautreels

Architecte en stafmedewerker Dienst Bestuur en Organisatie, Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Ik werk als stafmedewerker infrastructuur op oa (subsidie)dossiers rond scholenbouw. Wij ondersteunen besturen en wijzen hen op zaken die beter kunnen, vooraleer ze naar het Agentschap Infrastructuur voor infrastructuur in het onderwijs (AGION) gaan. Ik had in het begin zelf niet veel aandacht voor de speelplaats, moet ik eerlijk toevoegen. We zijn architecten. Voor ons telde vooral het gebouw. Maar mijn ogen zijn door dit traject wel open gegaan. En ik benadruk het belang van een goed ontwerp van de speelplaats nu meer bij onze schoolbesturen. Mijn eigen expertise is hierdoor ook wel gegroeid. 

Gedeeld gebruik

Een belangrijk onderdeel van het project ging rond gedeeld gebruik. Dit was het moeilijkste criterium bij de projectoproep. Er zijn momenteel al redelijk veel scholen die delen. Ik zie dat er heel wat scholen bezig zijn met het veranderen van hun speelplaats. Maar of het aantal gedeelde speelplaatsen erop vooruit is gegaan, dat is niet echt zichtbaar. Het delen van speelplaatsen vraagt nog meer ondersteuning om de praktische drempels weg te nemen. De Ambrassade heeft daar een extra bijdrage aan geleverd, maar we zijn er nog niet.

Daarnaast zijn niet alle scholen bezig met wat de meerwaarde is van hun speelplaats voor hun pedagogische werking. We zien grote verschillen en snelheden bij scholen. De ene school wil extra betalen omdat ze met hun speelplaatsplan boven de norm van verharding zitten, terwijl andere scholen net investeren in ontharding voor meer dan de helft van hun speelplaats. Ik zie wel dat meer scholen organisaties en landschapsarchitecten inzetten om samen werk te maken van degelijke vergroening. Organisaties als Regionale Landschappen, MOEV en MOS zijn de laatste jaren wel een stuk bekender geworden. En het valt ook op dat als ze hen betrekken in het ontwerpteam, de aanleg ook doordachter gebeurt. Dat dergelijke scholen tegelijkertijd sterker bezig zijn met hun pedagogisch project, hoeft dan ook niet te verbazen.  

“Er is een duidelijke visie en die moet nu volop verspreid worden" ANN

Dat dit traject heeft aangetoond dat het mogelijk is om zaken te veranderen, dat is zeker, maar er is nog veel werk. Het Katholiek Onderwijs wil in de eerste plaats realistisch zijn. We willen bewust zeggen: er is geen geld en geen tijd om speelplaatsen om te vormen. Dat grote middelenverhaal kunnen we niet zomaar wijzigen, maar we zetten nu wel zelf stappen om schoolbesturen te overtuigen om mee te stappen in het ‘Speelplaats met toekomst’ verhaal. Door dit traject zijn namelijk heel wat goede voorbeelden naar boven gekomen die inspirerend werken voor andere scholen.

Er is nog heel wat werk om directies, architecten, landschapsarchitecten en aannemers mee te krijgen in dit verhaal. Die subsidies moeten dus net stimulerend werken. De prioriteit ligt nu (logischerwijs) bij de schoolinfrastructuur om scholen energiezuiniger te maken.

Dit project zette alvast de speelplaatsondersteuners op 1 lijn. Er is een duidelijke visie en die moet nu volop verspreid worden. Met het Katholiek Onderwijs hebben we zelf ook het goede voorbeeld gegeven door schoolbesturen en directies te vormen en deze good practises aan het woord te laten. Dit willen we in de toekomst nog doen.

Terug naar boven


Cédric Ryckaert

Leerkracht Sint-Paulus Kortrijk en medestichter van BLES (ondersteunen scholen om speelruimte kwaliteitsvol te ontwikkelen)

Ik heb op drie niveaus veranderingen ervaren: op persoonlijk vlak, als projecttrekker op mijn School Sint Paulus in Kortrijk en als bestuurslid van BLES. In 2016-2017 zijn we met ons speelplaatsproject gestart. De kind regisseur van de stad Kortrijk heeft toen aangeraden om gedeeld gebruik in te zetten, maar dat was toen geen prioriteit. Bij de oproep van 2018 zijn we wel gaan nadenken over een systeem om onze speelplaats open te stellen.

Voor ons als school heeft dit een enorme impact gehad. We zijn ermee begonnen in 2020, in volle corona crisis. Je kon toen, als ouder, een tijdslot reserveren om te spelen op onze speelplaats en dat doen we tot op vandaag nog. Dit wordt enorm geapprecieerd door ouders en organisaties uit de buurt. Vorig jaar heeft een studente het gedeeld gebruik meegenomen in een onderzoek en heeft ook een draaiboek gemaakt om hiermee aan de slag te gaan. Als school willen we dus inspireren door zelf een good practise te zijn.

Voor mij persoonlijk is het evident dat je nadenkt op welke manier je speelplaats een meerwaarde kan zijn voor de buurt. Veel scholen zijn actief bezig met delen van speelplaatsen, maar zijn er zich niet altijd van bewust. Dit zit niet standaard in het hoofd van schoolbesturen.  

BLES bestaat eigenlijk nog maar 2 jaar en is ontstaan vanuit het idee van De speelplaats met Toekomst. We hebben heel wat scholen ondersteund in het indienen van subsidiedossiers met extra aandacht voor het delen van speelplaatsen. Speelplaatsen delen zit nu echt wel in ons DNA en dat komt oa ook door het Netwerk Speelplaatsen en de inspiratie die we van jullie hebben gekregen.

Het besef bij scholen dat er een meerwaarde kan gecreëerd worden door het vergroenen van je speelplaats is op zich niet nieuw, maar kreeg wel een nieuw elan door subsidies als Pimp je Speelplaats en door het feit dat er meer en meer goede voorbeelden ontstaan. Je kan als school eigenlijk niet meer zeggen dat je hier niet mee bezig bent. Ouders gaan scholen shoppen. Een speelplaats met een natuurlijke invulling is een uithangbord en heeft dan een streepje voor. 

“Het beleid bepaalt de ambitie van speelplaatsprojecten" CEDRIC

Scholen passen zich aan naar subsidie oproepen, vaak ook vanuit het kostenplaatje. Dit krijgen ze niet alleen dichtgereden. Ik zie nu in de laatste projectoproepen dat er wel steeds gevraagd wordt naar dit gedeeld gebruik. Dus als dit een criterium is, dan bepaalt dit het beleid van de school. Scholen moeten antwoord bieden op de vragen: wat zijn we meer dan een school? Hoe verhouden we ons tot de buurt? Je ziet dit nu vaak terugkeren. Op die manier bepaalt het beleid wel de ambitie van speelplaatsprojecten. 

Voor ons was een belangrijk scharnierpunt dat jullie bij ons zijn komen filmen (zie video hierboven). Het heeft ons als school doen inzien dat je impact hebt als je bepaalde standpunten inneemt. Veel mensen hebben dit filmpje gezien. Jullie hebben dit zeer professioneel aangepakt. Zo voelden we ons echt verbonden in dit verhaal.

Over grenzen heen

Jullie materiaal is ook internationaal relevant. We moeten dit verhaal uit Vlaanderen ook in het buitenland kunnen verspreiden, want zij kampen met dezelfde uitdagingen als bij ons. Het delen en openstellen van scholen is zeer actueel, ook al vertrekt je in elk land vanuit een andere context. Als de staat California 150 miljoen dollar investeert in speelplaatsen, en je hebt een gids die in het Engels is geschreven, dan is je momentum nog veel groter.

Wat brengt de toekomst?

Er ligt nog heel wat werk op de plank, ook met het Netwerk Speelplaatsen. Dit mag geen praatbarak worden, maar moet duidelijke werven opzetten, zodat iedereen zijn tijd efficiënt gebruikt om verandering te creëren. Het Netwerk kan onderdeel worden van een wereldwijde beweging, die als groep beweegt (think global, act local). En dan moet je ook de neuzen in de zelfde richting houden en stevig aan beleidsbeïnvloeding doen.

Als we verdere verandering willen dan moeten we ons richten naar de onderwijskoepels, daar is nog te weinig een visie op speelplaatsen verankerd in de algemene pedagogische aanpak. Zij kunnen bv. in hun infrastructuurstandaarden opnemen dat ze verwachten dat men de speelplaatsen vergroent. Ook het Vlaams beleid moet eenduidig zijn: Je kan niet tijdens corona verkondigen dat iedereen buiten les moet krijgen, om daarna dan 300 miljoen te investeren in laptops. Het departement Omgeving is dan weer wel ambitieuzer en strenger. Zij verstaan dat die vergroening leidt tot betere lessen en tot betere scholen. De speelplaats ten dienste stellen van het pedagogisch project, dat is wat hen (en ons) interesseert. 

“De Ambrassade mag zich nog actiever profileren in de onderwijswereld"

Jullie kijk op hoe scholen moeten georganiseerd worden is een verfrissende aanvulling op onze ‘gesloten’ wereld. Onderwijs is een kruispunt van veel thema’s en jullie onderwerpen en aanpak werken. De Ambrassade mag zich daarom nog actiever profileren in de onderwijswereld, in de manier waarop jullie communiceren over jongeren en hoe jullie hen willen betrekken. 

Terug naar boven