[anysurfer.logo]
You are previewing the website. You can switch to the regular view.

Alles in beweging en ook veel van het goede hetzelfde

Alles in beweging en ook veel van het goede hetzelfde

Jeugdwerk   |  4 OKTOBER 2022

10 jaar jeugdwerk, jeugdinformatie en jeugdbeleid

Goeienavond jeugdwerkers, beleidsmensen, vrijwilligers van de Vlaamse Jeugdraad, jeugdinformatiepartners en iedereen die toevallig een uitnodiging kreeg voor onze feesteditie, allemaal van harte welkom. 10 jaar De Ambrassade, 20 jaar Vlaamse Jeugdraad, 4 jaar WAT WAT en 2 jaar Waddist: dat zijn minstens 1135 prachtige momenten met collega’s, jeugdwerkers, jeugdinformatiemensen, vrijwilligers, beleidsmakers, partnerorganisaties tot zelfs virologen toe.

10 jaar geleden kreeg ik de kans om hier te starten als directeur. Aanvankelijk geen evident verhaal zo’n fusie: iedereen vroeg duidelijkheid, de collega’s, de jeugdwerkers, het beleid. Iedereen keek met argusogen en vooral veel gefrons naar wat ze dan toch wel van die nieuwe organisatie konden verwachten. Eerlijk gezegd, soms had ik geen flauw idee. Maar zie ons hier nu samen staan: wat een kado toch om in het jeugdwerk te mogen werken. Ik heb dat geluk al 20 jaar. En ik kan u verzekeren: 20 jaar professioneel in het jeugdwerk actief zijn, dat doet wat met ne mens.

Een werkveld dat het vooral moet hebben van dynamische energieke “jonge veulens”. Liefst ook een beetje geruggesteund door enkele oudere, laat het ons genoeg respectvol zeggen “ervaren rotten”. Ze zeggen soms wel eens “in het jeugdwerk blijven mensen maar 3 jaar hangen als professional”. Eigenlijk is dat wel jammer, bedenk ik dan, want zowat iedereen die het jeugdwerk verlaat hoor je nadien vooral met heimwee spreken over “dat was pas de tijd of de job van m’n leven”. Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt moeten we ons misschien met z’n allen profileren als de beste leer- en experimenteerplek waar je als jonge of iets oudere professional kansen krijgt. 

Speech Eva Vereecke
Jonge veulens en ervaren rotten

Het leek me wel boeiend om even te kijken naar jullie: hoe zit die indeling hier?

  • Wie van jullie werkt minder dan 5 jaar in het jeugdwerk, de jonge honden of energieke veulens? Ga maar naar links, naar de enthousiaste hoek van “we vinden het warm water elke dag opnieuw uit”.
  • Wie van jullie heeft het geluk om al 10 of langer voor 1 of meerdere jeugdorganisaties te werken, of gewerkt te hebben in het verleden? De zogenaamde oude vossen of ervaren rotten? Ga maar even hier rechts staan, hopelijk is dat niet in de hoek van “goh, ja dat hebben we tien jaar geleden ook al eens geprobeerd, dat werkt niet” en net wel in de hoek van “ja, dat hebben we al eens geprobeerd maar deze keer gaan we niet voor 600 man maar voor 1000”! (compleet fictief voorbeeld)
  • Wie van jullie zit daartussen en mag dus mooi in het midden gaan staan? Jullie zijn trouwens een hele belangrijke groep, want jullie denken wellicht “goh, wordt het niet eens tijd om te vertrekken uit het jeugdwerk?”. Maar hou goed in gedachten “de energieke veulens zijn gebaat bij enkele ervaren rotten, zolang je er voor zorgt dat elke generatie vrijwilligers of jeugdwerkers het warm water opnieuw mag uitvinden en jij fijne zotte ideeën niet in de weg staat”. Dus zorg er maar voor dat je over enkele jaren naar deze kant kan opschuiven.
Ik heb 1 vraag voor de jonge veulens: “Waarover wil jij advies?”. En 1 vraag voor de oude vossen “Welk gouden advies wil je de jonge veulens geven?”. En de middengroep, aan jullie om te bedenken, ga ik nu echt die prachtige sector verlaten? 

“De school moet leren leven en niet enkel leren werken" Karel Peeters

Karel Peeters, één van de grote mijnheren uit de geschiedenis van het jeugdbeleid, die 10 jaar geleden net voor ons openingsfeest overleed, schreef in 1969 enkele krachtlijnen uit voor het toekomstig jeugdbeleid in het boek “Jeugdwerk in perspektief”. Hij schreef:

  • Het jeugdbeleid moet gedifferentieerd zijn omdat de jonge bevolking en haar culturele behoeften niet tot enkele algemeenheden zijn terug te brengen.
  • Hij zei, een goed democratisch bestel eist inspraak van de basis. Hoe meer jongeren inspraak en medeverantwoordelijkheid krijgen, des te groter is de kans dat bureaucratisering wordt vermeden.
  • Hij formuleerde 2 grote uitdagingen:
    • “Het is voor de mentale en fysieke gezondheid van de kinderen en jongeren van het hoogste belang dat er voor hen in de letterlijke zin ‘ruimte’ geschapen wordt.”
    • “Heel wat inzichten en methoden uit het vrije jeugdwerk zullen in de schoolse vorming moeten worden geïntegreerd, wil de school haar leerlingen voorbereiden op het volle leven, wat heel wat meer is dan het beroepsleven. De school moet ook leren ‘leven’ en niet enkel leren ‘werken’.” 

1969, zot vind ik dat, hoe herkenbaar die woorden zijn: “Alles is in beweging en toch blijft er veel van het goede hetzelfde”. Een allesomvattende opsomming geven van de memorabele momenten, projecten, campagnes, strijdpunten die we met velen van jullie samen gerealiseerd hebben, is onmogelijk. We probeerden het in ons Ambras magazine te ballen tot 15 mijlpalen waaronder Wereldspelers, jeugdwerkcongres in de AB, lancering WAT WAT, Sinterklaasverklaring van de Vlaamse Jeugdraad, de coronazomers. Ik wil er 3 prioriteiten uitlichten, die niet enkel als terugblik relevant zijn, maar vooral als vooruitblik.

1. Over het belang van jongeren centraal zetten

In 2024 zijn het terug verkiezingen. 1,3 miljoen jongeren in België kunnen voor het eerst hun stem uitbrengen. Dat is 14% van de stemgerechtigden. Als je weet dat de allereerste keer dat mensen gaan stemmen cruciaal is voor of ze al dan niet positief ten aanzien van burgerschap en democratie staan, moeten alle alarmbellen afgaan. Die jonge groep was nog nooit zo groot, en de opzet nog nooit zo complex: 16-17-jarigen mogen gaan stemmen voor Europa, maar moeten zich eerst maanden vooraf laten registreren. Vanaf 18 moeten ze gaan stemmen voor Europa, Vlaams en federaal niveau. Voor de gemeenteraadsverkiezingen is de stemplicht afgeschaft, ah let op, enkel in Vlaanderen. In de andere delen van ons land verandert dat niet. En dat alles moeten we zo helder mogelijk tot bij jongeren krijgen en hen activeren om hun stem te laten horen en hun thema’s bovenaan de politieke agenda te krijgen.

“Alles is in beweging en toch blijft er veel van het goede hetzelfde”. Wij dromen ervan om met velen van jullie ervoor te zorgen dat de samenleving echt als statement maakt “jongeren jullie doen ertoe, jullie zijn aan zet, jullie zijn 14% van de kiezers en jullie stem en mening is cruciaal”. 

2. Over financiële uitdagingen

“Alles is in beweging maar soms blijft helaas het slechte hetzelfde”

We verspreidden in 2014 met vele Vlaamse jeugdorganisaties een economisch Jeugdmanifest. Een manifest waarin we zwart op wit bewezen dat investeren in jeugd op korte en lange termijn welvaart creëert en kosten bespaart. Scouting Nederland rekende ooit uit dat haar werking de Nederlandse samenleving zo’n 160 miljoen euro bespaart. Ik heb 12 jaar in Nederland gewoond. Veel scouts heb ik daar niet zien rondlopen…. Het jeugdwerk in Vlaanderen is 10x groter. Rekent u zelf de besparingen maar uit. 0,1% om 1 miljoen kinderen en jongeren te versterken, en liefst alle 2,6 miljoen. En dat op een moment dat er voor samenlevingsproblemen steeds vaker extra naar ons gekeken wordt.

Terecht! Want wij vertrekken vanuit de leefwereld van kinderen en jongeren en zetten hun verhaal centraal. Jonge vluchtelingen? We gaan hen opzoeken. Mentaal welzijn? We durven het benoemen. Discriminatie? We pakken het mee op. Maatschappelijke kwetsbaarheid? Uiteraard de eerste prioriteit. Maar misschien wordt het nu echt tijd dat de cijfers eens onze richting uitgaan en dat niet enkel onze schitterende bereikcijfers onze maatschappelijke impact weergeven, maar dat het belang ervan ook financieel erkend wordt.

De Vlaamse Jeugdraad en het jeugdwerk zullen strijdvaardiger dan ooit moeten zijn om de financiële noden aan te kaarten bij het beleid, niet voor onszelf, wel voor alles wat we betekenen voor kinderen en jongeren. 

3. En dat brengt me bij de derde en laatste prioriteit: wat betekenen wij dan wel voor kinderen en jongeren? 

Weten we dat eigenlijk wel? We brachten in 2018 vele verhalen van jeugdwerkers samen en schreven een gezamenlijke taal over wat ons bindt: de missie van het jeugdwerk, DNA van de jeugdwerkers en formuleerden toekomstuitdagingen. Nu in 2023, op 6 juni om exact te zijn, verzamelen we opnieuw voor ons groots congres #jeugdwerkwerkt en misschien deze keer wel met 1000 jeugdwerkers. En dat congres wordt super, maar vooral de weg ernaartoe samen met jullie is cruciaal. 

Daarvoor hebben we jullie en jullie vrijwilligers en jongeren nodig: we gaan samen op zoek naar “het jeugdwerkeffect” (prachtig woord vind ik dat): Welk positief effect heeft jeugdwerk op kinderen en jongeren? Ga naar de website en laat je quotes, herinneringen, anekdotes of foto’s achter op de projectsite #jeugdwerkwerkt. Zo geven we samen taal aan het jeugdwerkeffect op kinderen en jongeren. “Alles is in beweging en gelukkig blijft er veel van het goede hetzelfde.”

Beste jonge veulens en ervaren vossen, draag uw passie voor jeugdwerk, jeugdinformatie en jeugdbeleid met trots uit. Toon uzelf als expert en strijdt met nog meer bravoure en zelfvertrouwen voor gelijkwaardigheid en meerwaarde voor alle kinderen en jongeren. Blijf bewegen en veranderen, maar behoudt wat ons zo krachtig maakt.

Ik wens jullie een heel straf jeugdwerkjaar toe!