Dit artikel is deel van het geheel aan artikels dat inspiratie kan geven aan het voorbereiden van je omgevingsanalyse voor je nieuwe beleidsnota. Op 16 en 17 mei 2019 programmeerden we verschillende sprekers op de jeugdwerktweedaagse. Ze pitchten hun visie op de toekomst, trends en evoluties die impact zullen hebben op jouw jeugdwerkorganisatie. Lieve was één van die sprekers.
Elk artikel eindigt met enkele reflectievragen voor jouw organisatie en verwijzingen naar extra bronmateriaal.
Heb je nog meer inspiratie en bronnen nodig voor je omgevingsanalyse, neem dan zeker ook het inleidend hoofdstuk erbij en/of bekijk het gehele overzicht.
Lieve & Juno zijn onderzoekers verbonden aan het Jeugd Onderzoeks Platform (JOP). Ze vormden mee het redactieteam van de 4e JOP-monitor en werkten mee aan verschillende hoofdstukken hierin, waaronder ook de hoofdstukken die de vrijetijdsbesteding van kinderen en jongeren in cijfers en letters weergeven. Vanuit de bevindingen van de hoofdstukken over vrijetijdsbesteding legden we hun op onze jeugdwerktweedaagse de vraag voor of jeugdwerk ook een rol kan spelen in de ongeorganiseerde vrijetijdsbesteding van kinderen en jongeren? Lieve kwam hierover spreken op de jeugdwerktweedaagse en Juno schreef hierover dit artikel.
Het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan 2015-2019 stelt, in overeenkomst met artikel 31 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (Verenigde Naties, 1989), als doelstelling voorop dat “elk kind en elke jongere kan kiezen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding op eigen maat, met het oog op sociale ontplooiing en mentale ruimte” (Vlaamse Regering, 2015, p.13).
Vandaag de dag wordt dit in beleid en praktijk voornamelijk ingevuld door zoveel mogelijk kinderen en jongeren naar georganiseerde vrijetijdsbesteding toe te leiden. Er wordt immers aangenomen dat deelname aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten belangrijk is voor de ontwikkeling en het latere leven van kinderen en jongeren (Abbot & Barber, 2007). Hierbij gaat extra aandacht naar kwetsbare groepen, aangezien deze ondervertegenwoordigd zijn in het verenigingsleven (Vlaamse Regering, 2014; Vlaamse Regering; 2015).
In deze bijdrage schetsen we een beeld van het huidige participatiegedrag en de participatienoden van kinderen en jongeren in Vlaanderen en Brussel, en gaan we na welke verschillen zich hierin voordoen. We baseren ons hiervoor op data uit de meest recente studie van het Jeugdonderzoeksplatform. Deze bestaat uit drie bevragingen die allen uitgevoerd werden in 2018:
Een eerste vaststelling die gemaakt kan worden op basis van de JOP-kindmonitor en de JOP-monitor 4, is dat Vlaamse kinderen en jongeren in grote aantallen (blijven) deelnemen aan het verenigingsleven.
Niettegenstaande het feit dat jeugdverenigingen een groot bereik kennen, blijven echter de gekende patronen van verschillen in participatie aanwezig. Om deze verschillen te bestuderen, werden drie clusters van georganiseerde vrijetijdsactiviteiten gemaakt:
Om deze hardnekkige verschillen in participatie beter te begrijpen, werd in de JOP-monitor 4 voor het eerst bevraagd wat jongeren zelf zoeken in hun vrije tijd. De overgrote meerderheid van de jongeren wil in de vrije tijd vooral iets doen waar ze echt goed in zijn (82,8% gaat (helemaal) akkoord met deze stelling), vrienden ontmoeten (80,7%) en nieuwe dingen ontdekken (76,1%). Hoewel er beleidsmatig veel ingezet wordt op jeugdwerk omdat er allerlei zaken geleerd kunnen worden, vormen ‘iets bijleren (41,0%)’ en ‘zichzelf leren kennen (49,3%)’ de stellingen waar jongeren het meest over verdeeld zijn.
Ook hier kunnen verschillen tussen jongeren geïdentificeerd worden. Jongens willen voornamelijk uitdagingen aangaan, terwijl meisjes eerder hun leefwereld willen verruimen, sociaal willen zijn en tot rust willen komen. Het zijn ook deze doelen die meer aan interesse winnen naarmate jongeren ouder worden.
Afsluitend wordt bekeken hoe deze verschillende doelen van kinderen en jongeren samenhangen met hun werkelijke participatie. Jongeren die hun leefwereld willen verruimen nemen voornamelijk deel aan doelgroepgerichte verenigingen, maar minder aan sportverenigingen. Uitdagingen aangaan vinden jongeren juist wel terug in sportverenigingen. ‘Sociaal zijn’ associëren jongeren voornamelijk met jeugdverenigingen. Jongeren die tot rust willen komen, nemen minder deel aan sportverenigingen en jeugdverenigingen. Deze resultaten bieden belangrijke inzichten wat betreft de vrijetijdsparticipatie en de vrijetijdsvoorkeuren van kinderen en jongeren, en meer specifiek van bepaalde doelgroepen van kinderen en jongeren.
Voor het jeugdwerk kunnen deze data belangrijke informatie geven over waarom bepaalde groepen kinderen en jongeren al dan niet aansluiting vinden in het bestaande vrijetijdsaanbod, evenals het belang om als vereniging aandacht te hebben voor wat kinderen en jongeren zelf belangrijk vinden. De cijfers roepen bovendien ook de vraag op of het jeugdwerk geen grotere rol kan/moet spelen in de ondersteuning van ongeorganiseerde vrijetijdsbesteding van jongeren. Eerder dan in te zetten op het toeleiden van kinderen en jongeren naar het bestaande aanbod, kan er vanuit het jeugdwerk, in samenwerking met andere lokale actoren, ook ingezet worden op het creëren van een open aanbod, het opkomen voor vrije toegankelijke ruimtes voor kinderen en jongeren en het creëren van een plek waar jongeren even tot rust kunnen komen.
Lees dan in de nieuwe Jongeren in cijfers en letters 4. Bevindingen uit de JOP-monitor 4, de JOP-kindmonitor en de JOP-schoolmonitor 2, van 2019 deze twee hoofdstukken:
Abbot, B.D. & Barber, B.L. (2007). Not just idle time: Adolescents’ developmental experiences provided by structured and unstructured leisure activities. Australian Educational and Developmental Psychologist, 24(1), 59-81. doi: https://doi.org/10.1017/S0816512200029102 Verenigde Naties. (1989).
Verdrag inzake de Rechten van het Kind. New York: United Nations. Vlaamse Regering. (2014).
Beleidsnota Jeugd 2014-2019. Brussel: Vlaamse Regering. Vlaamse Regering. (2015).
Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan 2014-2019. Brussel: Vlaamse Regering.