[anysurfer.logo]
You are previewing the website. You can switch to the regular view.

Ambras magazine: De jongste diplomaten met de ervaren gezant

Ambras magazine: De jongste diplomaten met de ervaren gezant

Internationaal Jeugdbeleid
Bij de Vlaamse Jeugdraad draaien zes ‘jongerenvertegenwoordigers’ mee. Die laten ook de stem van jongeren horen, maar dan op internationaal niveau. “Als de adviseurs van de Vlaamse Jeugdraad de parlementariërs zijn, dan zijn wij eerder de diplomaten. Wij nemen hun posities mee naar gesprekken met andere landen”, zegt VNjongerenvertegenwoordiger Reine. Jan Vanhee van het Departement Cultuur, Jeugd en Media leidt de Belgische delegatie op internationale congressen rond jeugdbeleid, en werkt dus nauw met de jongerenvertegenwoordigers samen. Hij is al meer dan 30 jaar de goeroe van het internationele jeugdwerk. En die energieke jongerenvertegenwoordigers enerzijds en die ervaren expert anderzijds … die zijn fan van elkaar. Kijk mee achter de schermen van internationaal jeugdbeleid.
Waarom is het belangrijk dat de Vlaamse Jeugdraad internationale vertegenwoordigers heeft?

JAN Het concept van jongerenvertegenwoordigers is sowieso belangrijk in onze democratie. Een goed beleid krijgt vorm door input van spelers buiten de politiek: onderzoek en wetenschap, bijvoorbeeld. Maar ook van de stemmen van kinderen en jongeren. De Vlaamse Jeugdraad wil ook gehoord worden buiten de grenzen, wil jongeren laten begrijpen wat er in de wereld buiten Vlaanderen gebeurt. En terecht, want wat bijvoorbeeld in de EU wordt beslist, heeft meteen impact op ons binnenlands beleid. Dan zijn die jonge vertegenwoordigers een goede keuze. Dat enthousiasme en die overtuiging van hen zijn goud waard, dat kenmerkt alle jongerenvertegenwoordigers die ik al ontmoette. Knappe koppen die het belang van kinderen en jongeren meer zichtbaar willen maken, zonder nonsens. We moeten dat jong geweld koesteren.

ALPHA Een jeugdraadadviseur kan zijn eigen visie op tafel leggen. Maar aan mij als jongerenvertegenwoordiger wordt op een conferentie gevraagd: “Wat denken jullie als land of regio?” Dat doet iets met mijn gevoel van burgerschap, en mijn blik op de wereld is nu breder.

Hoe zorgen jullie ervoor dat internationale thema’s geen ver-van-mijn-bed-show worden voor jongeren?

REINE Die sterke link met de Vlaamse Jeugdraad is nodig. De Vlaamse Jeugdraad vindt jongeren, zoals bijvoorbeeld met De Touristen. Toen hebben ze duizend jongeren 1-op1 bevraagd en daarna via een digitale bevraging de prioriteiten nog laten stemmen met een bereik van 500 jongeren. Wij zitten als vertegenwoordigers ook in de werkgroepen van de Vlaamse Jeugdraad. Van de communicatieverantwoordelijke krijgen we ook tips over hoe we onze sociale media kunnen aanpakken, om reacties te krijgen van jongeren. Zo kom ik in contact met kinderen en jongeren die ik anders niet zou ontmoeten. Dat is ongelofelijk waardevol.

LINA Het is belangrijk om te delen wat wij doen. Zelfs mijn eigen broer wist tot voor kort niet helemaal wat ik doe. Ons werk staat niet altijd in de schijnwerpers, dus we moeten zelf actief communiceren.

ALPHA  Al is het onderwerp complex om uit te leggen, we moeten dat elke keer weer proberen. Binnen de EU Youth Dialogue werken we rond democratische vernieuwing en jeugdparticipatie. Dat is te vertalen naar jongeren hier, want ook hier wordt gepraat over bijvoorbeeld stemrecht vanaf 16.

“Op het Youth Forum was de speech van minister Dalle meegeschreven door ons. Dat was een duidelijk signaal van de Vlaamse Overheid: echt luisteren, de pen ook in handen van kinderen en jongeren geven, dat kan." REINE
Hoe loopt de dialoog tussen jongerenvertegenwoordigers en het departement?

ALPHA Je komt in een professionele context terecht. Dan weet je: dit is voor echt, niet zomaar een avontuur om wat te freewheelen. Er zit iets structureels rond wat je doet, dat is goed. Terugkoppelen met Jan is interessant, helemaal niet saai. 

LINA Jan is de eerste persoon van het departement die we hebben ontmoet toen we waren verkozen. De samenwerking wordt heel duidelijk uitgelegd. Wij hebben een mandaat van de jeugdraad, niet van het ministerie. In andere landen worden VNjongerenvertegenwoordigers soms verkozen door het ministerie. Zij moeten dus goedkeuring krijgen van de overheid voor ze hun opinie kunnen laten horen. Onze jonge vertegenwoordigers werken autonoom, we praten en stemmen wel af met beleidsmakers, via Jan.

REINE Op het ECOSOC Youth Forum was er een interventie van minister Dalle, en die kwam er door een goede samenwerking. Input werd verzameld van kinderen, jongeren en jeugdraden. De tekst van die speech hebben we samen geschreven. En dat was een duidelijk signaal van de Vlaamse overheid: echt luisteren, de pen ook in handen van kinderen en jongeren geven, dat kan. Dat is vrij uniek, want soms choquerend hoe anders dit in andere landen loopt.

“Daar waar jongeren kunnen meebeslissen en vormgeven aan ideeën, kunnen ze impact hebben. Dus geef jongeren die plaats om zich te laten horen, dan zie je straffe dingen gebeuren in de wereld errond." JAN

JAN Ik ben een jeugdwerker, kom uit het jeugdwerk. Jongerenparticipatie zit in mijn instinct. Voor mij is het jeugdwerk de oefenplek voor de samenleving. Daar waar jongeren kunnen meebeslissen en vormgeven aan ideeën, kunnen ze impact hebben op de buurt. Dus: als jongeren een plaats krijgen om zich te laten horen, zie je straffe dingen gebeuren in de wereld errond. Samenwerking met de jongerenvertegenwoordigers, de Vlaamse Jeugdraad en het jeugdwerk heeft voor mij echt een meerwaarde, geeft een beter resultaat in beleid en praktijk. Anders zou ik niet in die relatie blijven investeren. Bij mijn buitenlandse collega’s is er soms veel meer afstand, maar wij maken onze keuzes. 

Hoe kijken andere landen naar jeugdbeleid in België?

REINE Wij zijn niet een van de landen met de grootste budgetten voor jeugdwerk en jongerenparticipatie. Maar worden wel gezien als experts. Met wat we doen, zetten we ons duidelijk op de kaart. In heel wat andere landen is het niet simpel om in alle transparantie te werken. Wij worden heel sterk betrokken en krijgen heel veel teksten. Complexiteit van België doen begrijpen, is soms wel een avontuur. We spreken voor België, maar we hebben louter een mandaat van Vlaamse jongeren.

ALPHA Wel fijn om te ervaren dat we altijd met de Waalse collega’s op één lijn zitten, en complementair zijn. We verdelen de thema’s en koppelen terug. Op politiek niveau is er vaak veel discussie tussen regio’s, maar op niveau van de overkoepelende jeugdraden helemaal niet. Andere landen kijken zeker naar ons jeugdwerkmodel en de manier waarop onze jeugdwerkers-en organisaties met subsidies worden ondersteund. De voorzitter van de Poolse jeugdraad zei me dat jeugdorganisaties geen subsidies krijgen als ze kritisch zijn voor de regering. Politieke kleur speelt bij ons gelukkig niet.

JAN In Vlaanderen hebben we een zeer sterke traditie in jeugdwerk. Jeugdwerk zit hier in ons DNA, in onze structuren, dat maakt deel uit van het leven hier. Jongeren zelf en zeker het jeugdwerk errond hebben jeugdwerk mee op de Europese en de wereldkaart gezet. Dus veel landen kijken naar België en Vlaanderen, als het gaat om goed uitgebouwd jeugdwerk. Wij zijn dan ook de founding fathers and mothers van de EU Jeugddialoog.

ALPHA Wat ook opvalt, is dat bij heel wat initiatieven de Vlaamse jongeren de trekker zijn. En we krijgen daar ook erkenning voor. Zelfzeker en voorbereid voor de dag komen is belangrijk op die internationale momenten. België kan het goede voorbeeld geven.

REINE Ja, veel kennis van ons wordt echt wel gewaardeerd door andere landen. Samen met de Duitsers en de Nederlanders nemen we vaak het voortouw. We hebben België al vaak op de kaart gezet. 

Wat kunnen we leren van andere landen, op het vlak van jongerenvertegenwoordiging?

JAN Ik denk dat wij standaarden zetten. Wij nemen op beleidsniveau participatie van jongeren au sérieux. Wat jongeren denken, wat jongerenvertegenwoordigers zeggen, probeer ik mee te nemen in onze teksten. Alles kan beter, hoe we het doen is nog niet perfect. Maar we gaan wel vooruit en laten ons zeker inspireren door de aanpak van andere landen. Niets is interessanter dan intercultureel leren, ook voor mij. Ik ben bijvoorbeeld jaloers op hoe Finland alles in kaart brengt: jeugdwerksubsidies, jeugdwerkvormen, getrainde jeugdwerkers ... Dat kunnen we in Vlaanderen ook. Naar Estland kijk ik op voor hun digitaal jeugdwerk. Daarin staan de Esten veel verder dan wij. Hoe kunnen we meer mensen bereiken en de kwaliteit van ons samenleven verbeteren? Daar zetten ze sterk op in.

REINE Hoe meer je praat met andere VNjongerenvertegenwoordigers, hoe meer je leert. In Nederland en Duitsland worden ze bijvoorbeeld nog sterker ondersteund door de overheid. Ook tussen ons en Jan is veel openheid. We kunnen vrijuit dialogeren over speeches en statements. Maar een opleidingsbudget, bijvoorbeeld, zoals in Nederland, dat bestaat hier niet.

LINA Soms is de Europese bubbel oververtegenwoordigd op conferenties. Die ondervertegenwoordiging van Afrikaanse, Latijn-Amerikaanse, Aziatische landen is echt een groot werkpunt. Als we het echt goed willen doen, zou elk land een VN-jongerenvertegenwoordiger moeten hebben. Nederland gaf in 2018 budget aan een Afghaanse jongerenvertegenwoordiger om naar de General Assembly te gaan. Om iets te doen aan die ondervertegenwoordiging. Dat zouden wij ook kunnen doen, die solidariteit tonen.

In 2024 is België een half jaar voorzitter van de EU, dan is het opnieuw aan ons. Hoe kijken jullie naar de kansen die dat biedt?

JAN Dat is voor ons land heel belangrijk, als momentum om bepaalde dingen te tonen aan de hele EU. Dat wisten we al in 2001, bij het eerste voorzitterschap. Toen al zetten we jongeren en jeugdwerk in de kijker. We zijn nu al bezig aan die voorbereidingen om dat opnieuw te doen in 2024, want in België vraagt dat veel overleg met beleidsregio’s, sectoren, wetenschappers … We moeten bovendien wat kunnen samenwerken met Spanje en Hongarije, die samen met ons in deze cyclus van het voorzitterschap zitten. Sociale inclusie lijkt me een goed thema om samen te bekijken. Ik kijk ernaar uit om met iedereen aan tafel te zitten rond jeugdbeleid, dat is mijn rol en recht als attaché tijdens dit voorzitterschap. Het lokale jeugdwerk is ook een thema dat ik graag op tafel wil leggen in overleg met andere EU-landen.

LINA Het EU-voorzitterschap over enkele jaren heeft zeker ook een impact op VN-niveau. De EU- en VN-jongerenvertegenwoordigers komen elkaar vaak tegen. Van jeugdparticipatie willen we echt een thema maken, binnen de EU en de VN. Jongerenparticipatie zou er niet enkel moeten zijn voor jeugdgerelateerde thema’s, maar ook rond klimaat, internationale conflicten, solidariteit tussen generaties … Bij de vorige General Assembly hebben we ons verenigd met andere landen om dat punt te maken en daar is ook echt naar geluisterd. Er werden extra events opgezet om tijd te nemen om naar ons te luisteren.

REINE De jongerentop in Milaan, ter voorbereiding van de volgende Europese klimaatconferentie, stelde ook nog eens duidelijk dat jongerenparticipatie nodig is om ons uit deze klimaatcrisis te helpen. Dat was luid en duidelijk, maar in praktijk blijkt dat moeilijker. Het voorzitterschap geeft nieuwe kansen om dat te benadrukken

Waar kan in de toekomst nog aan gewerkt worden, als het gaat om onze jongerenvertegenwoordiging in de EU en VN?

JAN Ik pleit voor de oprichting van een academie rond internationaal jeugdbeleid, een leerplek voor alle betrokkenen. Zo vormen we elkaar, zo kunnen we ons beleid samen versterken, de impact verbeteren. De kennis die jongerenvertegenwoordigers verzamelen, wordt weinig doorgegeven. Ze blijven maar enkele jaren op hun post. Ook: op Europees niveau is ‘jeugd’ de jongeren van 13 tot 30 jaar. We kunnen de stem van kinderen hier dus niet meenemen. Toch ook iets waar we bondgenoten voor moeten vinden.

REINE Die overgang tussen jongerenvertegenwoordiger is inderdaad belangrijk. Er zijn duizend organen met afkortingen die me niets zeggen. Of ik deed soms stomme dingen, had iemand me maar verteld dat ik dat beter niet deed. Kennis wordt wel doorgegeven, maar die overdracht kan zeker nog beter.

LINA Er zijn nu wel senior- en junior-jongerenvertegenwoordigers. Dat is een goed systeem. De seniors, met meer kennis en ervaring, gaan naar de conferenties. De junior-vertegenwoordigers bereiden die mee voor en krijgen een terugkoppeling achteraf. Zo worden ze klaargestoomd voor de conferenties in het tweede jaar van hun mandaat. 


Dit artikel verscheen in de 6e editie van het Ambras magazine. Download het hele magazine hier of bestel hem gratis.