[anysurfer.logo]
You are previewing the website. You can switch to the regular view.

Ambras magazine: 7 WAT WAT principes voor sterke jeugdinfo

Ambras magazine: 7 WAT WAT principes voor sterke jeugdinfo

Jeugdinformatie - WAT WAT label

Waarom kiezen voor het WAT WAT-label?

Zie je het WAT WAT-label op een website of app, een brochure of een spel staan, dan weet je dat de makers van dit jeugdinfoproduct werken met de zeven WAT WAT-principes. Hoe gaan organisaties als Travi, Pimento en Fara daarmee aan de slag? 

Wat zijn de WAT WAT-principes?

Het WAT WAT-label garandeert: dit infoproduct is...

  • OP MAAT VAN KINDEREN EN JONGEREN Dus begrijpbaar, bruikbaar en aantrekkelijk voor de jongste doelgroep.
    Zoals de brochure ‘Contact houden met vrienden’ van KEI-JONG, in de eerste plaats voor jongeren met een licht tot matige verstandelijke beperking.
  • CORRECT EN VOLLEDIG Geen fake news. En dit product zegt niet wát je moet doen, maar toont wel alle opties.
    Zoals de brochure ‘Alles wat je wil weten over een studentenjob’ van Tracé Brussel, met ook antwoord op startersvragen: ‘wat is horeca?’ en ‘waarom moet dit in een cv?’
  • EMPOWEREND Het product helpt kinderen en jongeren om zelf keuzes te maken in hun leven.
    Zoals Heyday, een app van CAW Antwerpen: jongeren, die zelfstandig willen wonen, vinden er betrouwbare info.
  • TRANSPARANT Je weet van wie dit komt. Geen commerciële, religieuze of politieke beïnvloeding.
    Zoals het doeboek ‘Time-Out tegen Pesten’, duidelijk ondersteund door organisaties zoals Sport Vlaanderen, Tumult, de Vlaamse Trainersschool en Ketnet.
  • EFFECTIEF De makers zoeken naar echte impact met een product dat wérkt voor de doelgroep.
    Zoals de app BackUp, een online tool om je door mentale crisismomenten te trekken, gemaakt door het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie.
  • PARTICIPATIEF De doelgroep wordt betrokken bij de ontwikkeling van het product.
    Zoals de PAARS-krant, onder de vleugels van Wel Jong. Student-journalisten gaan op zoek naar getuigenissen rond LGBTQI+-identiteiten van jonge mensen. En studenten grafische en digitale media doen de vormgeving.
  • REFLECTIEF De makers volgen op, luisteren naar feedback en sturen bij na evaluaties.
    Zoals UiTX van publiq. Het team onderzoekt voortdurend wat werkt, om jongeren meer cultuur te laten beleven: content, kanalen, acties ...

Travi

Ken je Travi?

Travi vzw is de vormingsorganisatie van de uitzendsector. Een werkzoekende kan via een uitzendkantoor bij Travi terecht voor opleidingen en info. Travi is er voor iedereen, eender welke leeftijd, eender welk opleidingsniveau. 

WAT WAT waar?

De website Interiminfo.be van Travi heeft het WAT WAT-label: een platform waar alles over (uitzend)werk makkelijk bij elkaar staat: hoe werk vinden? Wat zijn je rechten en plichten?

LEILA VAN DER MAUTEN, PROJECT MANAGER Voor de vorige versie van Interiminfo.be kregen we het WAT WAT-label niet. Dat was een site die erop gericht was om jongeren een online cursus te laten volgen, en alle info – hoewel gratis en vrijblijvend – zat achter een login. Maar we wilden een ‘tweede zit’ na onze buis. We wisten nu dat onze site toegankelijker moest voor jonge werkzoekenden. Dus voor de grote update van Interiminfo.be gebruikte ik de WAT WAT-principes als leidraad. 

“Geen jongerentaal of trendy woorden. Wel helder geschreven complexe, juridische info. Zonder zever of ambtelijk gewauwel." LEILA

Trots op: WAT WAT-principes in praktijk

Op maat van jongeren

Wat op Interiminfo.be staat, staat ook elders. Maar de manier waarop de info gebracht wordt, is wel uniek. Voor de correcte inhoud gaan we te rade bij experts, maar we hertalen die voor Interiminfo.be. Geen jongerentaal, geen trendy woorden: dat kunnen afknappers zijn en onze geloofwaardigheid is belangrijk. Wel helder geschreven complexe, juridische info. Zonder zever of ambtelijk gewauwel. Als jonge starters de uitleg begrijpen, zal iedereen die begrijpen, ook andere bezoekers.

Dankzij de WAT WAT-principes houden we nu ook rekening met inclusief taalgebruik. We vermijden bijvoorbeeld nu taal die aan een norm refereert. Een manager is niet altijd een ‘hij’. Een gezin is niet altijd mama, papa, twee kindjes. Een lezer heeft niet altijd een diploma hoger onderwijs, en is misschien nog nooit binnen de muren van een bedrijf geweest. Of heeft geen auto.

Dat wordt heel concreet in het antwoord op de vraag ‘wat neem ik mee naar een sollicitatiegesprek?’ Sommigen gaan met de fiets naar hun afspraak, omdat auto of openbaar vervoer geen optie zijn. Wel, dan is een deo iets dat je best meeneemt. Dat zetten we dan ook in het antwoord.

Empowering

Wij zijn ervan overtuigd dat jongeren zelf keuzes kunnen maken. Al is hen dat niet geleerd en kunnen ze handvaten gebruiken. We merken dat jongeren die net van school komen, gewend zijn aan ‘instructies’. Daar werd je gezegd wat je moest doen. Maar in de wereld daarbuiten, om een job te vinden waar je blij van wordt, is er geen kant-en-klaar stappenplan.

Interiminfo.be geeft alvast de vele mogelijkheden waaruit jonge werkzoekenden kunnen kiezen. Nergens op Interiminfo.be promoten we trouwens uitzendarbeid. Het is een van de manieren om aan werk te geraken, met voor- en nadelen, wij sturen hen niet in die richting.

Zo beantwoorden we de veelgestelde vraag ‘mag ik solliciteren in mijn joggingbroek?’ Als ik van de oudere stempel was, zou ik zeggen dat dat niet mag. Maar wij leggen uit dat er geen wet is tegen die joggingbroek. Geen vingertje omhoog, je mág dat doen, als je je daar beter bij voelt. Maar, we geven ook mee: weet dat je gesprekspartner in die joggingbroek een minpuntje kan zien.

Reflectief

In de eerste versie van Interiminfo.be kon je via e-learning van a tot z expert worden in uitzendarbeid. Maar we leerden dat niet iedereen zo’n expert wilde worden. Jonge bezoekers wilden gewoon iets weten over b en x, niet alles tussen a en z. In de nieuwe versie van Interiminfo.be kan je daarom nu ook gericht een antwoord vinden op veelgestelde vragen.

Voor diepgaander onderzoek naar de effectiviteit van onze producten werken we samen met verschillende hogescholen. Studenten duiken dan diep in een product van ons en geven advies. Zoals: verander de kleuren of de structuur, want die werken niet. Daar hebben we echt naar geluisterd bij de opmaak van Interiminfo.be 2.0. En sindsdien groeit de site nog elke dag. We maken regelmatig tijd vrij om de site te updaten: links checken, nieuwe info toevoegen, een extra vraag beantwoorden … 

Wat kan nog beter?

Participatief

Wij begeleiden geen cliënten in een langer traject, hebben geen vaste deelnemers of vrijwilligers. Dus ook geen database van jongeren die we makkelijk regelmatig kunnen aanspreken voor input of feedback. We kunnen wel een netwerk van hogescholen aanspreken en we bevragen deelnemers van opleidingen of evenementen. En ik ben ook heel blij met onze nieuwe, jongste collega. Die kan al eens een idee afchecken in haar omgeving. Maar degelijk participatief werken vraagt veel van ons kleine team. We houden het vol, al is het een uitdaging, elke dag. Want alleen door jongeren te betrekken, kan Interiminfo.be marcheren.

Pimento

Ken je Pimento?

Pimento vzw biedt vorming aan rond vijf thema’s: pesten en weerbaarheid, relaties en seksualiteit, identiteit en zingeving, teambuilding en jongerenparticipatie. Pimento ‘versterkt wie met jongeren werkt’, dat is de baseline. Dus deze organisatie ontwikkelt onder andere (spel)materiaal waarmee een begeleider interactief met een groep 12-tot-18-jarigen aan de slag kan.

WAT WAT waar?

Pimento heeft het WAT WAT-label bijvoorbeeld voor enkele magazines. Die worden ingezet om moeilijke thema’s bespreekbaar te maken. Deze producten doen nadenken, geven info, delen verhalen over andere jongeren, verlagen de drempel naar een gesprek, doen jongeren onderling ervaringen uitwisselen …

MARIEKE DESLOOVERE, EDUCATIEF MEDEWERKER Pimento is partner van WAT WAT sinds het Trustylabel, het prille begin van WAT WAT. Participatie van jongeren zit in Pimento’s DNA. Voor dat criterium hebben we in de ontwikkeling van het nieuwe label echt gepleit. We zijn heel blij dat participatie een van de zeven principes werd.

Trots op: WAT WAT-principes in praktijk

Participatief

Wij halen voortdurend inspiratie uit wat jongeren met ons delen. Hun verhalen kunnen – anoniem natuurlijk – een realistische casus worden in ons educatief materiaal. In elke fase van een infoproduct bevragen we hen bovendien: om een idee af te toetsen, in de testfase, na de eerste lay-out, bij de herwerking van een bestaand product … En hun leerkrachten, jeugdwerkers of leefgroepbegeleiders trouwens ook.

‘Wat moet dit product zeker bevatten?’ Die antwoorden willen we van jongeren zelf horen, Pimento is er voor hén. Zij mogen zeggen waarover ons infoproduct moet gaan, dat moeten wij niet achter ons scherm verzinnen. We ontdekken wat ze denken, via enquêtes in vormingen, klassen of jeugdwerkverenigingen. Input en feedback van jongeren, die zitten zelfs ingebed in ons stappenplan voor de ontwikkeling van nieuwe producten. Dus we calculeren die tijd in. Liefst niet in een examen of vakantieperiode, hebben we al geleerd.

“Dé jongere bestaat niet. Hét antwoord evenmin. We tonen opties maar laten jongeren zelf beslissen wat ze zien zitten. Of dat nu over voorbehoedsmiddelen, pesters of geloof gaat." MARIEKE
Correct en volledig

We sturen niet in de richting van één antwoord. Dé jongere bestaat niet, hét antwoord evenmin. We tonen opties maar laten jongeren zelf beslissen wat ze zien zitten. We informeren bijvoorbeeld over alle voorbehoedsmiddelen, maar het is aan een jongere zelf om te kiezen. Of als je wil helpen bij pestgedrag, dan hoef je de confrontatie met de pester niet aan te gaan, leggen we uit. Erover praten met een volwassene kan ook helpen. En als we het hebben over zingeving, dan hebben we het niet alleen over geloof. Zingeving kan ook iets anders zijn dat je energie en houvast geeft.

Reflectief

In de nieuwe druk van het magazine rond pesten en weerbaarheid staan meer getuigenissen van gepeste jongeren en meer tips om te helpen. En die zijn erin gekomen dankzij reacties van jongeren, die vroegen daarnaar. Daarvoor hebben we beroep gedaan op de expertise van De Ambrassade en WAT WAT.

Jaarlijks nemen we enkele oudere producten onder de loep. Werkt dit nog? Is er nog nood aan? Verkoopt dit nog? Soms durven we een product stopzetten. Want een samenwerking met Sensoa of Mediawijs is misschien effectiever en beter behapbaar voor ons team dan het helemaal zelf te doen als organisatie. 

Om de twee jaar doen we een groot onderzoek binnen een van onze thema’s. Met interviews en focusgroepen ontdekken we zo wat er speelt bij jongeren. Wat is hun realiteit, waar worstelen ze mee? En daar rolt dan een nieuw educatief product voor begeleiders uit.

Wat kan nog beter?

Effectief

Genoeg diversiteit bewaken, in de deelnemers van onze tussentijdse bevragingen, daar kunnen we ook zeker nog aan werken. Opdat onze producten nog beter passen bij zoveel mogelijk jongeren, hoeveel verschillen er ook zijn. En we kunnen ook nog beter onze effectiviteit meten. Voelen jongeren zich beter, zijn ze tevreden met hun keuzes, net dánkzij onze methodieken en info?

Fara

Ken je Fara?

Fara vzw begeleidt bij zwangerschapskeuzes en maakt alle mogelijkheden bespreekbaar. Want wat als er geen plaats is in je leven voor dit kindje? De chat, mailbox en telefoon staan open voor alle vragen of twijfels bij ongeplande zwangerschap. Jongeren en hun hulpverleners, leerkrachten en jeugdwerkbegeleiders zijn allemaal welkom.

WAT WAT waar?

Fara maakte het magazine Tienerouders, als stimulans om te praten over tienerzwangerschap. Het tijdschrift geeft korte, handige artikels voor jongeren die ouder worden of zijn. Over zwanger naar school gaan, financiële ondersteuning, tips voor tienervaders en nog veel meer. 

KIRSTEN ELEN, MEDEWERKER VOOR HET THEMA TIENERZWANGERSCHAP Je moet weten dat deze inhoud vroeger een afprintbaar Word-document van 30 bladzijden was, zonder aantrekkelijke vormgeving voor lezers. Vooral voor hulpverleners, niet rechtstreeks naar jonge ouders. Maar dat moest iets visueel en tekstueel sterkers worden, vond ik, met bijvoorbeeld herkenbare getuigenissen. Daarom maakte ik dit digitaal doorbladerbare magazine.

“Ja, een tepelkloof tonen we. We moeten dat benoemen, tonen en normaliseren. Alleen zo kunnen we de drempel naar hulp verkleinen"
KIRSTEN

Trots op: WAT WAT-principes in praktijk

Correct en volledig

Ik kan in dit digitale tijdschrift makkelijk info updaten, bijvoorbeeld wanneer de wetgeving verandert rond kraamgeld of ondersteuning in het onderwijs. Dat was ook een reden om niet voor video’s te kiezen. Taboes doorbreken, dat doen we bewust. Zoals met de foto van de tepelkloof op pagina 22. Dat ziet er ‘awkward’ en pijnlijk uit, dat kan afschrikken. Maar we moeten dat benoemen, tonen en normaliseren. Alleen zo kunnen we de drempel naar hulp verkleinen. Hetzelfde met vragen van tienervaders, ook daar gaan we op in. En dan niet alleen op de vragen rond geld bij een ongeplande zwangerschap – dat is een vooroordeel. Jonge papa’s stellen zich ook andere vragen, zoals over hun rechten in de opvoeding van het kindje.

Fara
Op maat van jongeren

We weten dat ouders veel hebben aan vrienden met kinderen, maar tienerouders hebben dat netwerk niet. Tienerouders krijgen vaak ondersteuning van hun ouders of hulpverleners. Maar we weten ook dat tieners niet altijd graag hulp vragen aan volwassenen. Daardoor hebben ze nood aan een laagdrempelige manier om basisinfo te vinden: over zwanger zijn, je baby voeden, voor jezelf zorgen, de lusten en lasten van mama worden. 

‘Tienerouders’ is online beschikbaar, als pdf die je doorbladert. Binnenkort ook in een smartphoneversie waar je makkelijk doorswipet. Geen gedrukte exemplaren die we overal uitdelen dus, al weten we dat we daarmee nog meer jongeren zouden bereiken. Hulpverleners en leerkrachten kunnen dit magazine natuurlijk wel afprinten. Een online editie bleek de enige budgettair haalbare optie. Ik schreef zelf alle teksten, deed de lay-out in Canva – met zo’n goededoelenaccount die toegang geeft tot gratis stockfoto’s – en zette dit op onze website via Issuu. Allemaal doe-het-zelf-werk.

Participatief

Om dit magazine te maken, haalde ik de mosterd bij jonge ouders zelf. Ik ga twee keer per jaar mee op het tienermoederweekend van Fara. Daar hoor ik altijd veel vragen waar ik zelf niet aan had gedacht. Dat lekkende borsten, door je bh en T-shirt heen, een verrassing kunnen zijn, bijvoorbeeld.

Daarnaast zette ik onze Facebookgroep ‘Tienermoeders Vlaanderen’ in. Die verzamelt zo’n 60 jonge mama’s. Ik vroeg hen bijvoorbeeld wat ze hadden willen weten voor ze zwanger waren, toen ze zwanger waren, voor de bevalling, in de eerste weken. Wat heeft niemand ooit verteld? Ook dat kwam in het magazine.

Tot slot hebben we het hele magazine in lay-out laten nalezen door vijf jonge mama’s. Daarvoor maakten we tijd op de planning vrij. Een van deze vrouwen studeerde vroedkunde, eentje werkte in een buitenschoolse kinderopvang, een meisje van 13 had nog nooit seks gehad – dat geeft extra perspectieven. Voor hun grondige feedback, schriftelijk en in videocalls, kregen ze trouwens ook een vergoeding.

Wat kan nog beter?

Reflectief

Het magazine ‘Tienerouders’ is een jaar geleden gelanceerd – een grote stap voor ons – maar zal nooit afgewerkt zijn. Dat is onze grootste uitdaging. Iets doen met de aanpassingen die ons nu gesuggereerd worden. Zo was er een mama die vond dat in het magazine te weinig positieve ervaringen rond jong ouderschap staan. Daar moet ik mee aan de slag, al vraagt dat tijd: research, nieuw schrijfwerk, aanpassing van de lay-out … Toch willen we op die verbeteringen voortdurend kunnen inzetten.

Waddist

Via Waddist kunnen organisaties vragen stellen aan jongeren. Pimento vroeg bijvoorbeeld al via Waddist:

  • Zie jij wel eens pestgedrag?
  • Wat doe jij als je ziet dat iemand gepest wordt?
  • Wat werkt volgens jou tegen pestgedrag?
  • Wat zou een leerkracht/begeleider moeten doen?
Wil jij als organisatie ook een vraag stellen aan de Waddisters? Vul dit formulier in

Dit artikel verscheen in de 7e editie van het Ambras magazine. Download het hele magazine hier of bestel hem gratis.