[anysurfer.logo]
You are previewing the website. You can switch to the regular view.

Onze visie op jeugdruimte

Onze visie op jeugdruimte

Jeugdruimte

Meer en betere ruimte voor kinderen en jongeren

Kinderen en jongeren hebben recht op fysieke ruimte om volop jong te zijn. Deze ruimte moet zo georganiseerd zijn dat kinderen en jongeren er volwaardig gebruik van kunnen maken. Kinderen en jongeren moeten de ruimte ook zelf mee willen, kunnen en mogen vorm geven. 

Waarom ruimte voor kinderen en jongeren?

Kinderen en jongeren hebben nood aan ruimte: om kampen te bouwen, met hun fiets te rijden, te ravotten, te sporten, en als ze wat ouder zijn om te fuiven, rond te hangen,... Kortom: kinderen en jongeren hebben nood aan ruimte om jong te zijn. Het belang van buiten spelen, rondhangen of de buurt verkennen behoeft op zich geen verantwoording, want het gaat simpelweg om gedragingen die eigen zijn aan het jong zijn. Alleen daarom al is het belangrijk dat kinderen en jongeren voldoende kwaliteitsvolle ruimte ter beschikking hebben.

Daarnaast bevordert de ruimte als speelruimte ook de fysieke, mentale en sociale ontwikkeling van kinderen en jongeren, en is de publieke ruimte een belangrijke mede-opvoeder waarin kinderen en jongeren leren omgaan met diversiteit en anders-zijn, waarin ze een eigen identiteit ontwikkelen, en waarin ze worden opgevoed tot burgerzin. 

Het probleem: Ruimte onder druk

Het is dan ook belangrijk dat we ervoor zorgen dat kinderen en jongeren voldoende kwaliteitsvolle ruimte hebben om jong te kunnen zijn. In ons dichtbevolkte en verstedelijkte Vlaanderen staat de ruimte voor kinderen en jongeren echter onder toenemende druk. Kinderen en jongeren stoten op barrières, fysiek en mentaal, die hen verhinderen om volwaardig gebruik te kunnen maken van de beschikbare ruimte.

Een eerste barrière is het verdwijnen van geschikte ruimte voor kinderen en jongeren. Het gaat vooral om het verdwijnen van open ruimte, zoals onbestemde veldjes of stukjes bos dicht bij de woning, waardoor kinderen en jongeren meer en meer verbannen worden naar zogenaamde jeugdreservaten zoals speelpleinen of speelzones in bossen. Het verdwijnen van onze open ruimte is in de eerste plaats een gevolg van de toenemende verstedelijking, gekoppeld aan een gebrekkige ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Het ziet er naar uit dat dit probleem in de toekomst nog acuter zal worden. Prognoses voorspellen namelijk dat er tegen 2050 1 miljoen Vlamingen zullen bijkomen, en allemaal zullen zij ergens moeten wonen, werken, recreëren, enz. Er is dus een reëel gevaar dat er in de toekomst nog minder ruimte beschikbaar zal zijn om te spelen of rond te hangen.

Een tweede fysieke barrière is de enorme toename van het autogebruik gedurende de laatste halve eeuw. Onze publieke ruimte is daardoor geëvolueerd van een verblijfsruimte naar een vervoersruimte, waardoor spelen op straat nu vaak niet meer mogelijk is. De toename van de verkeersonveiligheid heeft er ook toe geleid dat het voor kinderen veel moeilijker wordt om zich zelfstandig in de ruimte te verplaatsen. Voor kinderen van vier generaties geleden was het geen probleem om zich zonder begeleiding verschillende kilometers van huis te begeven, terwijl een kind nu vaak nauwelijks nog zonder begeleiding tot het einde van de eigen straat mag gaan.

Ook mentale barrières verhinderen kinderen en jongeren echter in een volwaardig gebruik van de ruimte. Zo merken we een toenemende intolerantie ten opzichte van het geluid van spelende kinderen of ten opzichte van rondhangende jongeren. Door de GAS-wetgeving wordt heel wat normaal jongerengedrag gecriminaliseerd. Zo zien we dat de publieke ruimte steeds minder toegankelijk wordt voor bepaalde groepen kinderen en jongeren of voor gedrag zoals skaten of spelen, en dat de publieke ruimte steeds meer gecontroleerd en gereguleerd wordt door camera’s of afsluitingen.

Hiermee samenhangend zien we een evolutie naar een risicomaatschappij met een obsessie voor ‘health & safety’ waardoor het maken van kampvuren of het klimmen in bomen meer en meer als onverantwoord worden gepercipieerd. Om zulke risico’s te vermijden voeren overheden, vaak met goede bedoelingen, meer en meer regelgeving in, waardoor op kamp gaan bijvoorbeeld tegenwoordig heel wat administratieve rompslomp met zich meebrengt. 

spelen speeltuin
city view

Naar meer kwaliteitsvolle ruimte voor kinderen en jongeren

Het gevolg van deze fysieke en mentale barrières is dat kinderen en jongeren steeds minder gebruik kunnen maken van de ruimte. Daarom is het echt belangrijk om in de toekomst volop in te zetten op kwaliteitsvolle ruimte voor kinderen en jongeren.

We moeten ervoor zorgen dat kinderen en jongeren in de toekomst voldoende fysieke ruimte hebben om volop jong te zijn. Bovendien moet die ruimte zo georganiseerd zijn dat kinderen en jongeren er volwaardig gebruik van kunnen maken. En tenslotte moeten kinderen en jongeren de ruimte zelf mee willen, kunnen en mogen vorm geven.

Om dit mogelijk te maken moeten de vier onderstaande strijdpunten worden gerealiseerd.

Kinderen en jongeren hebben de fysieke ruimte om volop jong te zijn

Ten eerste moeten we er voor zorgen dat kinderen en jongeren meer dan voldoende fysieke ruimte hebben om volop jong te zijn. Dit kunnen we enkel realiseren door op een duurzame en efficiënte manier om te springen met de beperkte ruimte die we ter beschikking hebben. Daartoe zullen we als Vlamingen compacter moeten gaan wonen, op duurzaam bereikbare plekken, en met een grote mix aan voorzieningen. Een goed ruimtelijk beleid en een drastische mentaliteitswijziging zijn hiervoor de noodzakelijke voorwaarden. Tegelijkertijd biedt het delen van en het tijdelijk openstellen van ruimte en infrastructuur naar kinderen, jongeren en hun organisaties toe heel wat mogelijkheden om plaats te geven aan jeugdig experiment.

De ruimte is ingericht op maat van kinderen en jongeren

Ten tweede moeten we bouwen aan een betere kwaliteit van de ruimte, door de ruimte in te richten op maat van kinderen en jongeren. Ruimte op maat van kinderen en jongeren betekent ruimte die compact en kleinschalig is, met een grote mix aan voorzieningen in de onmiddellijke woonomgeving. Een groene en speelse ruimte waarin steeds iets te beleven valt. Een ruimte waarin je je gemakkelijk en veilig te voet, met de fiets en het openbaar vervoer kan verplaatsen. Een ruimte waarin alle kinderen en jongeren toegang hebben tot een kwaliteitsvolle woning. Zulk een jeugdvriendelijke inrichting van de ruimte komt uiteindelijk het geluk van iedereen ten goede, want jeugdvriendelijke ruimte is ruimte op maat van iedereen! 

Ruimte delen
Kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties zijn volwaardige gebruikers van de publieke ruimte

Ten derde moeten we ook werken aan een betere sociale organisatie van onze publieke ruimte, zodat kinderen en jongeren volwaardig gebruik kunnen maken van deze publieke ruimte. Vooral jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties, die een belangrijk deel van hun vrije tijd in de openbare ruimte doorbrengen, zijn het slachtoffer van de toenemende intolerantie. We moeten dus vooral voor deze kwetsbare groepen het recht op een volwaardig gebruik van de publieke ruimte garanderen.

Daarom moeten we bouwen aan een solidaire samenleving waarin de dialoog tussen de verschillende gebruikers van de publieke ruimte versterkt wordt. Dat kan gebeuren door het inzetten van sociale professionals (zoals straathoekwerkers), het inrichten van leefstraten,…

Bovendien verwachten we van de overheid dat zij investeert in het versterken van het sociale weefsel en de dialoog tussen burgers, in plaats van steeds regulerend of zelfs repressief op te treden bij samenlevingsconflicten in de publieke ruimte (denk maar aan de GAS-boetes). Tegelijkertijd moeten we vooroordelen ten opzichte van jongeren (in maatschappelijk kwetsbare situaties) in de publieke ruimte ontkrachten en hen op een positieve manier in beeld brengen.

Kinderen en jongeren willen, kunnen en mogen de ruimte zelf mee vorm geven

Ten vierde is het belangrijk dat kinderen, jongeren en het jeugdwerk als gebruikers van de ruimte worden geraadpleegd over hun wensen en behoeften, en dat er rekening wordt gehouden met hun noden. Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Omgekeerd zijn jongeren en jeugdorganisaties weinig of niet op de hoogte van de planningsprocessen die gevoerd worden en het ruimtelijk beleid dat ontwikkeld wordt, hoewel deze voor hen van belang zijn. We moeten dus een jeugdreflex creëren bij het ruimtelijk beleid en een ruimtereflex bij jeugd.

Een participatief ruimtelijk beleid is daarom van groot belang. We moeten ervoor zorgen dat kinderen en jongeren kunnen, willen en mogen meepraten over ruimte. Meer zelfs: kinderen en jongeren moeten de ruimte kunnen, willen en mogen mee vorm geven. Dit veronderstelt niet enkel een participatieve aanpak op maat die kinderen en jongeren zin geeft om mee te denken en te ontwerpen, maar ook een omkaderend beleid dat jeugdig initiatief stimuleert in plaats van het te beknotten door een overmaat aan regelgeving of een obsessie voor ‘health & safety’.