Wat is blijven hangen bij de deelnemende jongeren en jeugdwerkers van Expeditie Werk? Wat leerden ze? Hoe kijken zij nu naar de toekomst van werk? Welke antwoorden geven zij op onze 5 centrale vragen? We hoorden enerzijds heel wat noden en behoeftes. Anderzijds hoorden we ook al enkele oplossingsrichtingen. Dit vormen de eerste resultaten uit het project Expeditie Werk die we later willen toetsen in een grootschalige bevraging. We geven deze hypotheses hier per thema weer.
Jongeren zien mogelijkheden om alternatieven te stimuleren die leiden tot een meer menselijke economie:
“Ik wil kunnen kiezen wat ik wil doen. Maar de beslissing zou inderdaad makkelijker zijn moesten job en inkomen volledig losgekoppeld worden, met een soort basisinkomen. Dan denk ik dat er meer mensen zouden zijn die zouden zeggen van “kijk, we gaan eens dat proberen starten” of meer ondernemerschap, omdat dat basisinkomen zekerheid geeft.”
“Eigenlijk moet je op maat de ene jongere en de andere jongere ondersteunen. Zowel financieel als professioneel. Begeleiden is ook ondersteunen. En als we gaan kijken naar het startersinkomen zijn beiden zeer noodzakelijk, zowel begeleiden als financieel ondersteunen. En dat het ook heel afhankelijk is van in wat voor job je start, welke toekomst je die gaat brengen. Wat ons wel heel wat anders lijkt als je heel je leven een ander soort job zou doen, dan zou je misschien geen ondersteuning nodig hebben.”
“Moet een vrouw die thuisblijft om voor haar kinderen te zorgen ook vergoed worden daarvoor? Of sociale rechten opbouwen. Dat zou al mooi zijn.”
“Ja, hoeveel testtijd moet je iemand geven om op weg te kunnen gaan? Als het mislukt, hoeveel keer mag iemand op zijn bek gaan? Dat is moeilijk. Ik hoor nu ook zeggen dat het een beetje individueel afhankelijk zal zijn. Sommige mensen hebben veel begeleiding nodig, anderen niet. Sommige mensen moeten misschien een paar keer op hun bek kunnen gaan, om dan te vinden van: “dat is nu wel wat ik m’n leven lang zou kunnen”
“Mijn persoonlijke mening, dat je door ervaring meer geld verdient, oké tot daaraan toe. Maar ik denk dat als je looncurve zo is nu (omhoog), zou ze eigenlijk zo moeten zijn (naar beneden). Eerst zijn er studies, dan is het gedaan en dan moet je het allemaal opbouwen. Maar het is juist in die eerste periode, de eerste 10 jaar na u studies bij manier van spreken dat je je zo hard moet bewijzen, plus dat je leven op de rails komt dat het soms financieel moeilijker is. Terwijl dat je je reserve van achteraf niet meer zo hard nodig hebt op dat moment. Uw lening is afbetaald, uw kinderen zijn uit huis. Maar ik weet niet hoe ze dat in de realiteit gaan kunnen omvormen.”
“Herverdeling vind ik een heel goed idee, maar niet binnen een job zelf. Waarom? Het beste voorbeeld zijn leerkrachten. Die hebben gewoon 1 grote pot. Die hebben alleen een leeftijdscategorie of een anciënniteit, en naar gelang je leeftijd verdien je zoveel geld. Dus je weet als jonge leerkracht verdien je iets minder, maar later zal het wel omhoog gaan. Dat is zo’n fucked up systeem. Omdat je letterlijk ziet: de mensen die het meest verdienen, het grootste deel daarvan is niet meer gemotiveerd. Die jongere leerkrachten die dan te weinig geld krijgen voor wat ze dan doen, die zijn net diegene die het meest bijdragen en het meest er voor doen.”